ECLI:NL:RBNHO:2020:6734

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juni 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
8055027 CV EXPL 19-14035
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines A.G. wegens vertraging van hun vlucht op 22 mei 2019 van Amsterdam naar Wenen en vervolgens naar Kiev. De passagiers arriveerden met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming en vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Austrian Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk instructies van de luchtverkeersleiding die de oorspronkelijke vertrektijd wijzigden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Echter, Austrian Airlines kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van een besluit van de luchtverkeersleiding, waar zij geen invloed op had. De rechter oordeelde dat de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen en wees de vordering van de passagiers af. De proceskosten werden toegewezen aan de passagiers, die ongelijk kregen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8055027 CV EXPL 19-14035
Uitspraakdatum: 17 juni 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigden: mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Austrian Airlines A.G.
gevestigd te Wenen (Oostenrijk) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Austrian
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 9 augustus 2019 een vordering tegen Austrian ingesteld. Austrian heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagiers hebben vervolgens nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian de passagiers op 22 mei 2019 diende te vervoeren van Amsterdam naar Wenen (Oostenrijk) met vlucht OS378 en van Wenen naar Kiev (Oekraïne) met vlucht OS661, hierna: de vlucht.
2.2.
De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Austrian gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Austrian heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Austrian, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Austrian vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Austrian betwist de vordering. Zij voert aan dat sprake is van buitengewone omstandigheden. De reden van de vertraging van vlucht OS378 is dat de bemanning van het toestel instructies van de luchtverkeersleiding diende op te volgen. De luchtverkeersleiding had de oorspronkelijke CTOT (Calculated Take Off Time) ingetrokken en een nieuwe CTOT aan het toestel toegekend. De CTOT’s zijn diverse keren gewijzigd. Austrian had hier geen invloed op en kon vlucht OS378 enkel met vertraging uitvoeren. De passagiers hebben hierdoor de aansluitende vlucht gemist en zijn omgeboekt naar de eerstvolgende vlucht met plaats.
4.2.
Voorts betwist Austrian buitengerechtelijke kosten verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming, zodat Austrian op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Austrian kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
Austrian beroept zich op buitengewone omstandigheden. De vraag die voorligt is of Austrian met de door haar overgelegde producties en haar toelichting daarop voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van de passagier het gevolg is geweest van een door de luchtverkeersleiding genomen besluit.
5.4.
Austrian heeft de ‘slot history’ van vlucht OS378 overgelegd. Hieruit volgt dat vlucht OS378 om 03:00 uur UTC, twee uur voor de schemavertrektijd, een nieuwe CTOT opgelegd heeft gekregen, welke CTOT vervolgens nog diverse keren is gewijzigd. De CTOT’s zijn opgelegd wegens vertragingscode 81 (
ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand/capacity problems) en vertragingscode 84 (
ATFM due to WEATHER AT DESTINATION). Uit het vluchtrapport volgt dat vlucht OS378 met een vertraging van 51 minuten is vertrokken en in Wenen is aangekomen om 07:38 uur UTC met een aankomstvertraging van 43 minuten. De kantonrechter overweegt dat niet van belang is of de vertraging ontstaan wegens vertragingscode 39 (
TECHNICAL EQUIPMENT, lack of or breakdown, lack of staff, e.g. pushback) valt aan te merken als vertraging ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid. Door de reeds opgelegde nieuwe CTOT had het toestel geen mogelijkheid om eerder te vertrekken. Niet is gebleken dat Austrian zelf om een nieuwe CTOT heeft verzocht. Austrian is altijd verplicht om een besluit inhoudende een nieuw opgelegde CTOT op te volgen. De onderhavige besluiten van de luchtverkeersleiding zijn daarom aan te merken als een van buiten komende oorzaak waarop de luchtvaartmaatschappij geen invloed kan uitoefenen. Dit moet worden gekwalificeerd als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Door de aankomstvertraging van 43 minuten op het vliegveld van Wenen hebben de passagiers de aansluitende vlucht gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagiers op de eindbestemming is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
5.5.
Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of Austrian alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen. Austrian heeft aangevoerd dat op de luchthaven van Wenen een minimale overstaptijd (MCT) van 25 minuten geldt. De passagiers hadden oorspronkelijk een overstaptijd van 55 minuten. Er is bij het boeken van de vlucht derhalve voldoende overstaptijd in acht genomen om eventuele vertragingen op te kunnen vangen. Austrian heeft de passagiers omgeboekt naar een andere vlucht op 22 mei 2019 toen duidelijk was dat de passagiers de aansluitende vlucht naar Kiev niet meer konden halen.
5.6.
Ten aanzien van de stelling van de passagiers dat zij niet zijn omgeboekt naar een de eerstvolgende vlucht met plaats oordeelt de kantonrechter als volgt. Van Austrian kan niet worden gevergd dat zij voor het aanbieden van een alternatieve vlucht de passagiers de mogelijkheid geeft om te kiezen uit alle vluchten van die dag bij alle luchtvaartmaatschappijen. Het aanbieden van de eerst mogelijke vlucht uitgevoerd door Austrian dan wel een dochtermaatschappij, acht de kantonrechter voldoende. De kantonrechter wijst de passagiers erop dat de door hen genoemde vlucht KL1385 – gelet op de minimum overstaptijd op de luchthaven van Wenen – geen optie was.
5.7.
Gelet op het voorgaande is gebleken dat Austrian alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen. De vordering van de passagiers zal dan ook worden afgewezen. De overige verweren van Austrian behoeven derhalve geen bespreking.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Austrian worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Austrian en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter