Geestermolen vordert in de hoofdzaak dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat Geestermolen het gebruiksrecht middels opzegging rechtsgeldig heeft beëindigd per 1 juni 2018, subsidiair het gebruiksrecht beëindigt tegen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
II. Meliora c.s hoofdelijk veroordeelt het gebruik van de ruimten nrs. 3, 10, 12 en 14 binnen 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis te staken en gestaakt te houden;
III. Meliora c.s. hoofdelijk beveelt tot algehele ontruiming van de ruimten 3, 10, 12 en 14 met medeneming van al het hare en de haren en onder afgifte van de sleutels (voor zover van toepassing) ter algehele en vrije beschikking van Geestermolen te stellen, zulks binnen 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis;
IV. aan de uitvoering van het gevorderde onder II en II (de rechtbank begrijpt II en III) een dwangsom te verbinden van € 1.000,- voor iedere dag (of gedeelte van een dag) dat Meliora c.s. met de integrale voldoening in gebreke blijft, gemaximeerd tot een totaal bedrag ad € 100.000,-;
V. Meliora c.s. hoofdelijk veroordeelt, des dat de een betalende de ander in zoverre zal zijn bevrijd, tot betaling van schadevergoeding ad € 27.500,- te vermeerderen met € 1.250,- voor iedere maand dat Meliora c.s. het gebruik van de niet gehuurde ruimten na 1 april 2020 heeft voortgezet, zulks tot aan de dag der algehele ontruiming, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2018, subsidiair vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
VI. Meliora c.s. hoofdelijk (des dat de een presterende de ander in zoverre zal worden bevrijd) veroordeelt tot betaling van de kosten van de procedure, de nakosten daaronder mede begrepen.