Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiseres] .t.h.o.d.n.
[handelsnaam eiseres],
[gedaagde 1], gevestigd te [vestigingsplaats] , mede kantoorhoudende te [plaats]
[gedaagde 2],
1.Het procesverloop
2.De feiten
opdracht implementatie en operationlaisering InPRC’ heeft [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) aan [eiseres] geschreven: ‘
(…) Op enkele locaties van onze klant [klant] (N-Brabant) willen we op korte termijn (oktober, 2018) het InPRC systeem gaan implementeren en operationaliseren. (…)
(…) Leuk dat jij voor ons de ondersteuning ga doen in Brabant. Kan jij mij aangeven hoeveel uur deze implementatie gaat kosten. Daaropvolgend zou ik graag een alternatief voorstel willen hebben voor het uurtarief. De € 80,- per uur vind ik rijkelijk veel te noemen. (…)’
(…) Ik geef hierbij de opdracht terug. Voor de door mij aangebrachte structuur voor de klant ‘Vereniging [klant] ’ in InPRC, zoals gebouwen, afdelingen, werkprogramma’s, vloersoorten, bevinding soorten enzovoort stuur ik geen rekening. Dit omdat ook bij een eerdere vermeende opdracht er problematiek rees ten aanzien van de goedkeuring van de factuur. (…)’
(…) ik heb begrepen dat je niet de implementatie door wou zetten. Is er een mogelijkheid dat we toch doorgaan met de bestaande afspraken?
(…) ik laat [handelsnaam X] niet in de steek.’
Crediteurenadministratie
(…) Hiermede ontvangt u onze factuur voor opzetten en invoeren in InPRC van de gebouw gegevens van de scholen ‘Scholengemeenschap [klant 2] en van de scholengemeenschap ‘ [klant] ’. Daarnaast het aanmaken en invoeren van werkprogramma’s, ruimte functies, vloersoorten, bevindingsoorten, waarderingen, registraties en diensten. (…) Totaal te betalen: € 7.096,65 (…)’
[handelsnaam X]’ staat, geschreven: ‘
(…) Ik heb met [voornaam][ [gedaagde 3] , toevoeging rechtbank]
afgesproken niet direct een rekening te sturen. Eerst zorgen dat tenminste twee scholen met InPRC werken. Dat zijn [locatie 4] en [locatie 1] . Ik begrijp de uitdaging voor [locatie 1] . (…) Het gaat goedkomen! (…)’
Kan iemand mij vertellen waarom dit nu toch is doorgegaan?’ heeft [eiseres] bij e-mail van 9 januari 2019 geantwoord: ‘
(…) Opdracht van [gedaagde 3] . Met hem besproken dat ik deze activiteit zonder kosten uitvoer teneinde ervoor te zorgen dat [handelsnaam X] tenminste op twee scholen het InPRC in de praktijk brengt. (…)’
Betaling factuur’ schrijft [betrokkene 1] vanuit [handelsnaam X] Facilitaire Diensten aan [betrokkene 5] met [eiseres] in de cc: ‘
Dit zijn werkzaamheden (implementatie InPRC tags en workflow bij enkele [klant] scholen) die al enkele maanden geleden zijn afgerond. [eiseres] heeft zich meer dan ‘flexibel’ opgesteld door accoord te gaan met uitstel van betaling van deze factuur. Ik denk dat de tijd gekomen is de factuur te betalen. Met vriendelijke groet, [handelsnaam X] Facilitaire Diensten / [betrokkene 1] ’
[handelsnaam X] – [betrokkene 2]’ aan de incassogemachtigde van [eiseres] geschreven: ‘
(…) De opgestelde factuur (…) wordt door ons betwist. Kijkende naar de correspondentie die onze organisatie heeft gevoerd met uw cliënt was er eerst reden tot twijfel of er überhaupt sprake was van een overeenkomst. Op basis van het mailbericht van uw cliënt van 5 oktober 2018, geeft uw cliënt immers aan de opdracht niet te accepteren.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
opdracht implementatie en operationalisering InPRC’, zie punt 2.5 van dit vonnis. [eiseres] heeft die opdracht in eerste instantie teruggeven en vervolgens – na tussenkomst van [gedaagde 3] – kennelijk alsnog geaccepteerd. [handelsnaam X] Facilitaire Diensten is de handelsnaam van [vennootschap B] en niet van [gedaagde 1] . Daarmee staat vast dat er tussen [gedaagde 1] en [eiseres] geen overeenkomst tot stand is gekomen, maar tussen [eiseres] en [vennootschap B]
[handelsnaam X] Facilitaire Diensten’, dus [vennootschap B] (zie punt 2.12 van dit vonnis). Daarmee kan de e-mail geen erkenning door [gedaagde 1] inhouden.