Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
eiseres
1.Het procesverloop
2.De feiten
In artikel 6.4. is bepaald: ‘
Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.’
In artikel 6.8. is bepaald: ‘
Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te kweken, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet of enige ander wet strafbaar zijn gesteld.’
Op 8 april 2020 werd in [plaats] in het voertuig van de huurder van de woning meer dan 3 kilogram opgedroogde henneptoppen aangetroffen. Naar aanleiding hiervan en met zijn toestemming heeft hierop een doorzoeking van de woning plaatsgevonden.Uit de bestuurlijke rapportage van de politie blijkt dat tijdens deze doorzoeking circa 2128 gram hennep (middel als bedoeld in Lijst II van de Opiumwet), circa 2,5 gram (zeer waarschijnlijk) MDMA en circa 1,6 gram cocaïne (beide middelen als bedoeld in Lijst I van de Opiumwet) is aangetroffen. Deze stoffen werden in meerdere ruimten van de woning aangetroffen. Door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is nadien aangetoond dat de harddrugs inderdaad de drugs MDMA en cocaïne betroffen.’.
U heeft de verplichtingen uit de huurovereenkomst in ernstige mate overtreden. En dan bedoel ik met name artikel 6.8. uit de algemene voorwaarden. Kennemer Wonen is door politie/gemeente geïnformeerd over de zeer omvangrijke hoeveelheid drugs die u in de woning opgeslagen had. Dit is als gezegd een ernstige overtreding van artikel 6.8. Reden waarom Kennemer Wonen voornemens is de huurovereenkomst te ontbinden. Vooruitlopend hierop zal Kennemer Wonen door middel van een kort geding ontruiming bij de rechter vorderen. (…)Ik kondig tevens aan dat de huurovereenkomst, zodra de sluiting door de gemeente geëffectueerd wordt, zal leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. Bij deze zag ik u voor dat geval reeds aan dat de huurovereenkomst door middel van deze brief buitengerechtelijk wordt ontbonden zodra de sluiting door de gemeente ingevolge artikel 13b van de Opiumwet wordt geëffectueerd.’.
3.De vordering
1) de woning te ontruimen en ontruimd te houden met alle daarin van hem en van derden aanwezige personen en zaken, zodanig dat de woning leeg en bezemschoon wordt opgeleverd binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, onder afgifte van de sleutels aan Kennemer Wonen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat [gedaagde] in gebreke blijft deze veroordeling na te komen;
2) aan Kennemer Wonen te betalen € 730,42 voor iedere maand of gedeelte van een maand dat de woning na 1 september niet is ontruimd tot de woning is ontruimd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid van de maandelijkse termijnen tot de dag van algehele voldoening;
c) de proceskosten te betalen, de nakosten daaronder begrepen.
Zij legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] zich door het aanwezig hebben van grote hoeveelheden drugs in de woning niet als goed huurder heeft gedragen en ook artikel 6.8 van de AHV heeft overtreden. Daarmee is hij ernstig tekort geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst en daarnaast heeft hij gehandeld in strijd met artikel 7:213 BW door zich niet als goed huurder te gedragen. Nu in de woning en de berging (die deel uitmaakt van het gehuurde) twee kilo softdrugs, een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs en voorwerpen die bij hennepkwekerijen worden gebruikt zijn aangetroffen, is de woning gebruikt in strijd met de bestemming en voor onwettige activiteiten. De tekortkomingen zijn zo ernstig dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning is gerechtvaardigd. Kennemer Wonen hanteert een zero tolerance-beleid bij overtreding van het verbod op het telen van hennep en het verrichten van andere activiteiten in strijd met de Opiumwet.
4.Het verweer
Bij toewijzing van de vordering verzoekt [gedaagde] om een ruimere ontruimingstermijn en afwijzing van de dwangsom.
5.De beoordeling
Bij de toepassing van artikel 6:265 lid 1 BW in een bodemprocedure kan rekening worden gehouden zowel met het belang van sociale woningbouwverenigingen of -stichtingen om, in geval van misbruik of een andere tekortkoming aan de zijde van de huurder die van voldoende gewicht is, de woning beschikbaar te krijgen ten behoeve van anderen die aangewezen zijn op een sociale huurwoning, als met het belang van de huurder om het ingrijpende gevolg van ontbinding en ontruiming te vermijden.
Als [gedaagde] al niet op de hoogte zou zijn geweest van het zero tolerance-beleid, zoals hij heeft betoogd, komt dat voor zijn rekening. Kennemer Wonen heeft aannemelijk gemaakt dat dit voldoende duidelijk is voor haar huurders en bovendien is het drugsverbod opgenomen in artikel 6.8. van de AHV. [gedaagde] had dan ook kunnen weten dat de aanwezigheid van drugs in de woning kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming. Dat ontruiming zijn sollicitatie-activiteiten in de weg staat komt dan ook voor zijn risico. Het feit dat voor de eerste keer drugs zijn aangetroffen is van weinig gewicht, zeker nu [gedaagde] heeft verklaard dat de drugs al enige jaren aanwezig waren in de woning en de onrechtmatige situatie slechts is geëindigd door het optreden van de politie. Dat de drugs er al jaren lagen doet bovendien ernstig afbreuk aan de stelling van [gedaagde] dat hij zich altijd als goed huurder heeft gedragen. Dat het gaat om louter laksheid van zijn kant omdat hij vergeten was dat de drugs in zijn woning lagen en hij gewoon moest opruimen, zoals hij ter zitting heeft betoogd, maakt de tekortkoming niet minder verwijtbaar. Bovendien is niet geloofwaardig dat [gedaagde] de aanwezigheid van de drugs was vergeten, gelet op de vele en bovendien centrale plekken in de woning waar de middelen zijn aangetroffen. Dat geen sprake was van een kwekerij of van overlast maakt niet dat de tekortkoming daarmee van geringere betekenis is. Er zijn immers handelshoeveelheden soft- en harddrugs aangetroffen. Afgezet tegen de ernst van de tekortkoming en het belang van Kennemer Wonen staan de door [gedaagde] gestelde feiten en omstandigheden niet aan de ontbinding van de huurovereenkomst en daarmee aan toewijzing van de gevorderde ontruiming in de weg.