ECLI:NL:RBNHO:2020:7091
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om terug te komen op eerdere besluiten inzake arbeidsongeschiktheid
Op 16 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser, die sinds 1985 een uitkering ontving op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), had verzocht om terug te komen op eerdere besluiten van 25 juni 1996 en 13 september 2001, waarin zijn arbeidsongeschiktheid was herzien. De rechtbank behandelde het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 17 oktober 2019, waarin zijn bezwaar ongegrond was verklaard.
De rechtbank constateerde dat het onderzoek ter zitting niet kon plaatsvinden vanwege coronamaatregelen, en dat het onderzoek schriftelijk was voortgezet. Eiser voerde aan dat een in 2011 gestelde diagnose van cervicale stenose met myelopathie een nieuw feit was dat aanleiding gaf om de eerdere besluiten te herzien. De verzekeringsarts concludeerde echter dat er geen nieuwe medische feiten of omstandigheden waren die de eerdere besluiten konden ondermijnen.
De rechtbank oordeelde dat de door eiser overgelegde medische informatie niet aantoonde dat zijn medische situatie in 2011 al eerder aan de orde was geweest. De rechtbank concludeerde dat verweerder zich terecht op het standpunt had gesteld dat er geen nieuw feit was als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.