ECLI:NL:RBNHO:2020:7171

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
11 september 2020
Zaaknummer
8169426 \ CV FORM 19-17853
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers na annulering vlucht door luchtverkeersleiding

In deze zaak hebben een groep passagiers een verzoek ingediend tegen luchtvaartmaatschappij Easyjet, nadat hun vlucht van Edinburgh naar Amsterdam-Schiphol op 10 maart 2019 was geannuleerd. De passagiers, vertegenwoordigd door Probe-ASP BV h.o.d.n. Aviclaim, vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk nieuwe slottijden opgelegd door de luchtverkeersleiding vanwege slechte weersomstandigheden, waaronder sterke wind.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de argumenten van beide partijen beoordeeld. Easyjet kon aantonen dat de annulering van de vlucht het gevolg was van omstandigheden die buiten hun macht lagen, en dat zij alle redelijke maatregelen hadden genomen om de annulering te voorkomen. De rechter oordeelde dat de nieuwe slottijden, opgelegd door de luchtverkeersleiding, de oorzaak waren van de annulering en dat deze omstandigheden als buitengewoon konden worden aangemerkt. Hierdoor was Easyjet niet verplicht om compensatie te betalen aan de passagiers.

De vordering van de passagiers werd afgewezen en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Easyjet. De beslissing werd genomen door kantonrechter mr. S.N. Schipper en is openbaar uitgesproken op 2 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8169426 \ CV FORM 19-17853
Uitspraakdatum: 2 september 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]

2.
[passagier sub 2], wonende te [woonplaats]
3.
[passagier sub 3], wonende te [woonplaats]
4.
[passagier sub 4], wonende te [woonplaats]
5.
[passagier sub 5], wonende te [woonplaats]
6.
[passagier sub 6], wonende te [woonplaats]
7.
[passagier sub 7], wonende te [woonplaats]
8.
[passagier sub 8], wonende te [woonplaats]
9.
[passagier sub 9], wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: Probe-ASP BV h.o.d.n. Aviclaim
tegen
Easyjet,
gevestigd te Bedfordshire (Verenigd Koninkrijk)
verwerende partij
verder te noemen: Easyjet
gemachtigde: [naam]

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 14 november 2019;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 3 februari 2020.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers diende te vervoeren van Edinburgh (Ierland) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 10 maart 2019 te 18:50 uur, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet verzocht in verband met voornoemde annulering.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken Easyjet te veroordelen tot betaling van:
- € 2.250,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 337,50 aan buitengerechtelijke incassokosten
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de annulering van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 2.250,00. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Easyjet van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Easyjet betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De kern van het geschil is of Easyjet de passagiers compensatie verschuldigd is in verband met de annulering van de vlucht. Easyjet is niet verplicht compensatie te betalen, als zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5, lid 3, van de Verordening, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen.
4.3.
In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat dat omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
4.4.
Easyjet voert aan dat sprake is van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. De vlucht is geannuleerd als gevolg van nieuwe slottijden opgelegd door de luchtverkeersleiding naar aanleiding van slechte weersomstandigheden, in het bijzonder sterke wind te Schiphol. De slechte weersomstandigheden worden bevestigd door het METAR rapport van 10 maart 2019 waaruit volgt dat rond 18:55 UTC storm is gerapporteerd. In dusdanige omstandigheden is het niet veilig om een vliegtuig te besturen, aldus Easyjet. De luchtverkeersleiding heeft hierop het aantal arriverende vluchten te Schiphol gelimiteerd naar 30 vluchten per uur vanaf 13:40 uur UTC en vanaf 21:20 uur UTC naar 24 vluchten per uur. De vlucht kreeg een nieuw slot opgelegd van 21:31 uur UTC. Dit had tot gevolg dat het toestel vanwege de avondsluiting te Schiphol, vanaf 21:00 uur UTC, niet meer zou kunnen landen. Easyjet was dan ook genoodzaakt om de vlucht te annuleren, aldus nog steeds Easyjet.
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Easyjet voldoende onderbouwd dat de vlucht in kwestie is geannuleerd als gevolg van nieuwe slottijden opgelegd door de luchtverkeersleiding naar aanleiding van slechte weersomstandigheden. Een nieuw slot opgelegd door luchtverkeersbeheer is niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening en ligt buiten de macht van een luchtvaartmaatschappij. Easyjet dient immers altijd een door luchtverkeersbeheer afgegeven slot op te volgen. Voorts heeft Easyjet voldoende onderbouwd dat zij vanwege het nieuwe slot de avondsluiting van Schiphol zou overtreden en daarom genoodzaakt was om de vlucht te annuleren. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat het nieuwe slot opgelegd door de luchtverkeersleiding de oorzaak is geweest van de annulering van de vlucht en dat deze omstandigheden in onderhavige geval kunnen worden aangemerkt als buitengewone omstandigheden.
4.6.
De vraag die de kantonrechter vervolgens dient te beantwoorden is op Easyjet alle redelijke maatregelen heeft genomen. De kantonrechter is van oordeel dat Easyjet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet heeft kunnen vermijden dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de annulering van de vlucht leidden. De vordering van de passagiers op grond van artikel 7 van de Verordening wordt dan ook afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat deze ongelijk krijgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Easyjet tot en met vandaag worden begroot op € 180,00 aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open