Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 september 2020 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
€ 32.601,-. Het totale voorschot is dan 80% van dit bedrag = € 26.079,- Tegen dit besluit heeft eiseres bezwaar gemaakt.
indien sprake is van een werkgever die per vier weken aangifte doetvoor de loonheffingen. Dit staat met dezelfde bewoordingen opgenomen in artikel 10, tweede lid van de NOW-regeling: Voor de loonsom wordt uitgegaan van het loon over het eerste aangiftetijdvak van het jaar 2020, met dien verstande dat
indien er sprake is van een aangiftetijdvak van vier weken, de loonsom in dat aangiftetijdvak wordt verhoogd met 8,33%.
Sommige werkgevers doen geen loonaangifte per maand, maar per vier weken.In dat gevalwordt het loon over vier weken omgerekend naar het loon over een maand door het te verhogen met 8,33%.
De snelheid waarmee de noodmaatregel tot stand is gekomen impliceert dat er mogelijk zaken over het hoofd zijn gezien en de regeling onvoorziene omstandigheden kan hebben. Dit hangt samen met de noodzaak van het op zeer korte termijn beschikbaar stellen van voorschotten en de consequentie daarvan dat de definitieve subsidie achteraf wordt vastgesteld door UWV.
Beslissing
Rechtsmiddel
Bijlage
Artikel 7. Hoogte van de subsidie
A x B x 3 x 1,3 x 0,9
A voor het percentage van de omzetdaling;
B voor de constante B*, zoals berekend op grond van
artikel 10, met dien verstande dat:
B voor de constante B, zoals berekend op grond van het eerste lid;
C voor de loonsom over de periode 1 maart tot en met 31 mei 2020, met dien verstande dat het bepaalde onder het eerste lid, constante B, van overeenkomstige toepassing is, waarbij het in aanmerking te nemen loon per werknemer niet meer bedraagt dan € 9.538 per aangiftetijdvak van een maand en de gehanteerde aangiftetijdvakken het derde tot en met het vijfde aangiftetijdvak van het jaar 2020 zijn.
3. Indien er sprake is van een werkgever die per vier weken aangifte doet voor de loonheffingen, wordt de loonsom, bedoeld in het tweede lid, constante C, verhoogd met 8,33 procent. Artikel 10, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
A en B voor de variabelen A en B, bedoeld in het eerste lid;
E voor de loonsom van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020, met dien verstande dat:
Artikel 10. Berekening van de hoogte van het bedrag van de subsidieverlening
A* voor het percentage van de door de werkgever verwachte omzetdaling;
B* voor de loonsom waarbij wordt uitgegaan van de totale loonsom van werknemers waarvoor de werkgever het loon heeft uitbetaald in het tijdvak, bedoeld in het tweede, derde of vierde lid, met dien verstande dat het in aanmerking te nemen loon per werknemer niet meer bedraagt dan € 9.538.