In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland te Haarlem is behandeld, gaat het om een erfdienstbaarheid van weg. De eiser in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.G.O. Afriyieh, heeft een kort geding aangespannen tegen de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. Groot. De kern van het geschil betreft de vraag of de erfdienstbaarheid van weg, die in een leveringsakte van 31 mei 1989 is gevestigd, inmiddels is vervallen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid niet is vervallen, ondanks de argumenten van de gedaagde dat deze door de levering van het blote eigendom zou zijn komen te vervallen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de leveringsakte expliciet vermeldt dat de bestaande erfdienstbaarheden zijn gevestigd en dat de gedaagde niet gerechtigd was deze te frustreren door het plaatsen van zeecontainers. De vordering in conventie wordt toegewezen, terwijl de vordering in reconventie wordt afgewezen. De gedaagde wordt veroordeeld tot naleving van de erfdienstbaarheid en tot het verwijderen van de zeecontainers. Tevens wordt de gedaagde in de proceskosten veroordeeld.