ECLI:NL:RBNHO:2020:7408

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 september 2020
Publicatiedatum
23 september 2020
Zaaknummer
8219609 CV EXPL 19-6506
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding van een consumentenkoopovereenkomst en schadevergoeding

In deze zaak heeft eiser, een consument, een vordering ingesteld tegen DFS Trading Ltd, een bedrijf gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, naar aanleiding van een koopovereenkomst voor een leren bankstel. Eiser heeft het bankstel op 28 maart 2018 aangeschaft voor EUR 2.995,- en daarnaast een lederservice voor EUR 499,-. Na de levering op 17 juli 2018 heeft eiser schade aan het bankstel geconstateerd en herhaaldelijk contact opgenomen met DFS om een oplossing te vragen. Eiser heeft uiteindelijk de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden en vordert nu schadevergoeding van DFS.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van consumentenkoop en dat de schade aan het bankstel binnen de wettelijke termijn van zes maanden na aflevering is gemeld. DFS heeft als verweer aangevoerd dat eiser heeft getekend voor de schadevrije ontvangst van het bankstel, maar dit verweer is door de kantonrechter verworpen. De handtekening op de afleverbon is niet voldoende bewijs dat het bankstel onbeschadigd is afgeleverd, vooral gezien de omstandigheden van de aflevering.

De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en verklaard dat de overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden. DFS is veroordeeld tot betaling van EUR 3.494,- en EUR 49,99, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de overige vorderingen zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 8219609 CV EXPL 19-6506
Uitspraakdatum: 24 september 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. J. Wagenmakers
tegen
DFS Trading Ltd
gevestigd te Doncaster (UK), kantoorhoudende te Cruquius
gedaagde
verder te noemen: DFS
verschenen in persoon.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 3 december 2019 een vordering tegen DFS ingesteld. DFS heeft schriftelijk geantwoord. [eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna DFS een schriftelijke reactie heeft gegeven. Tot slot heeft [eiser] nog een akte genomen is de datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 28 maart 2018 heeft [eiser] bij DFS meubilair gekocht, waaronder een leren bankstel ‘Salone’ voor EUR 2.995,-. Daarnaast heeft [eiser] voor EUR 499,- ‘vijf jaar lederservice’ gekocht. Ter financiering van het bankstel is [eiser] een kredietovereenkomst aangegaan.
2.2.
DFS heeft het bankstel op 17 juli 2018 bij [eiser] afgeleverd. Op de afleverbon is handgeschreven vermeld: “Sofabed goed geplaats. Salone paste niet door trap opgang. Verhuislift ingepland door DFS. Sofa achtergelaten bij klant.” Verder is op de bon voorgedrukt vermeld: “Received to my satisfaction with no damage to my property or contents”. Op de bon heeft [eiser] zijn handtekening gezet.
2.3.
Op 23 juli 2018 is een verhuislift naar de woning van [eiser] gekomen om het bankstel op de juiste etage te plaatsen. Op de bon is vermeld: “DFS is niet aanwezig. Meneer tekent. Op de bank was voor het liften lichte schade op hoek.” [eiser] heeft ook op deze bon een handtekening gezet.
2.4.
[eiser] heeft op 24 juli 2018, 31 oktober 2018 en 8 november 2018 telefonisch contact gehad met DFS en schade aan het bankstel gemeld en verzocht om een adequate oplossing. Bij brieven van 27 november 2018 en 21 januari 2019 heeft [eiser] zijn verzoek herhaald. Bij brief van 26 maart 2019 heeft de gemachtigde van [eiser] de overeenkomst met DFS (gedeeltelijk) ontbonden voor wat betreft het bankstel ‘Salone’ en de ‘lederservice’.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter voor recht verklaart dat de overeenkomst buitenrechtelijk is ontbonden, dan wel deze alsnog te ontbinden en dat DFS wordt veroordeeld tot betaling van EUR 3.495,- en EUR 49,99, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij het bankstel heeft gekocht als consument en dat het gebreken vertoont. Ondanks herhaalde verzoeken heeft DFS niet gezorgd voor een oplossing hiervoor, zodat hij de overeenkomst heeft ontbonden. De lederserviceovereenkomst en de kredietovereenkomst zijn onlosmakelijk met de koopovereenkomst verbonden.

4.Het verweer

4.1.
DFS betwist de vordering (gedeeltelijk). Zij voert aan – samengevat – dat [eiser] heeft getekend voor de schadevrije ontvangst van het bankstel.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen in niet in geschil dat sprake is van consumentenkoop. [eiser] heeft gesteld dat het door hem van DFS gekochte bankstel ‘Salone’ beschadigd is. Hij heeft dat onderbouwd met foto’s. DFS heeft niet betwist dat die schade er is. Ingevolge artikel 7:18 lid 2 BW wordt bij een consumentenkoop vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van 6 maanden na aflevering openbaart. Onbestreden staat vast dat [eiser] de beschadiging binnen enkele dagen na aflevering heeft gemeld.
5.2.
DFS heeft als enig verweer aangevoerd dat [eiser] op de afleverbon heeft getekend voor de schadevrije ontvangst van het bankstel. Dit verweer faalt. De handtekening van [eiser] op de pakbon is onvoldoende om te bewijzen dat het bankstel onbeschadigd bij [eiser] is afgeleverd. De enkele vermelding in piepkleine lettertjes op de bon in de Engelse taal “received to my satisfaction with no damage to my property or contents” zegt onvoldoende, temeer gelet op de handgeschreven mededeling en de daarnaast geplaatste handtekening. Bovendien heeft [eiser] onbetwist aangevoerd dat het bankstel toen het werd afgeleverd was verpakt in dik plastic, zodat hij niet kon controleren of het onbeschadigd was. DFS heeft geen bewijs aangeboden.
5.3.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] zal toewijzen. De onder I gevorderde verklaring voor recht wordt gegeven. De onder II gevorderde ontbinding afgewezen, omdat de overeenkomst al is ontbonden. De onder III en IV gevorderde bedragen worden toegewezen, waaronder de nevenvorderingen omdat [eiser] onbestreden heeft aangevoerd dat de verschillende overeenkomsten onlosmakelijk met elkaar samenhangen en dat ontbinding van de koopovereenkomst met betrekking tot het bankstel ook gevolgen dient te hebben voor de kredietovereenkomst en de “lederservice”.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van DFS, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt DFS ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart voor recht dat [eiser] met recht is overgegaan tot buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst;
6.2.
veroordeelt DFS tot betaling aan [eiser] van EUR 3.494,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 26 maart 2019 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
veroordeelt DFS tot betaling aan [eiser] van EUR 49,99;
6.4.
veroordeelt DFS tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 104,54
griffierecht € 231,00
salaris gemachtigde € 420,00 ;
en veroordeelt DFS tot betaling van € 120 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt.
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter