ECLI:NL:RBNHO:2020:7503
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 5 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Eiseres, [X] B.V., heeft op 2 februari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bewaar van verweerder van 6 maart 2020, betreffende de aanslag omzetbelasting over de periode oktober 2018 tot en met december 2018. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht moet betalen. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 354. De griffier heeft eiseres bij brief van 29 april 2020 in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Eiseres heeft echter niet gereageerd. Vervolgens heeft de griffier bij aangetekend verzonden brief van 28 mei 2020 eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze brief op 2 juni 2020 is bezorgd, maar wederom heeft eiseres niet gereageerd.
Aangezien eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.