2.2.Verweerder heeft de kapvergunning voor de aanwezige 144 populieren bij het primaire besluit op grond van artikel 4, tweede lid, van de Bomenverordening Alkmaar 2017 in samenhang met artikel 2.18, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het door verweerder gehanteerde beleid toegekend zonder voorschriften of beperkingen.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van verzoekster gegrond verklaard en het primaire besluit herroepen in die zin dat aan de kapvergunning een herplantplicht voor 36 bomen van de eerste orde is verbonden. Hieraan heeft verweerder ten grondslag gelegd dat gebleken is dat de bomen een landschappelijke waarde hebben en dat de afbakening behouden moet blijven. Uit de adviezen van Groenadvies en Stadswerk 072 volgt dat de kap van alle bomen in één keer de beste optie is. Dit in verband met veiligheid en de verhoogde frequentie van onderhoud en gevolgen van het beeld bij gefaseerde kap. Ter behoud van de landschappelijke waarde is een herplantplicht van
36 bomen van de eerste orde toereikend. In totaal staan er dan 61 bomen. Er is geen reden om tot 1 op 1 compensatie over te gaan. Er is bij herplanting van 36 bomen sprake van een kwalitatief betere en duurzamere oplossing. Gedurende de beroepsprocedure heeft verweerder een advies van 3 september 2020 van [naam 4] , omgevingsontwerper Gemeente Alkmaar, overgelegd waarin het voorgaande is bevestigd.
4. Verzoekster heeft in beroep gesteld dat gelet op de praktijk, de locatie en het geringe aantal bomen met een korte levensverwachting, geen sprake is van problemen met de veiligheid. Gezien het advies van [naam 5] van Stadwerk 072 is er geen reden voor de kap van alle bomen in één keer. Gefaseerde kap in combinatie met deskundig onderhoud is mogelijk. De bomenrij kan zoveel mogelijk in tact blijven door alleen de toekomstarme bomen te kappen en 1 op 1 te vervangen. Subsidiair heeft verzoekster betoogd dat de nu opgelegde herplantverplichting niet toereikend is. Hiermee wordt de landschappelijke waarde niet hersteld. Verweerder hanteert, zo heeft de wethouder volgens verzoekster verklaard, een 1 op 1 compensatie ten aanzien van bomenkap. De motivering dat hiervan in dit geval moet worden afgezien vindt verzoekster niet toereikend. Aan het advies van [naam 4] kan niet de waarde worden gehecht die verweerder daaraan heeft gehecht, nu zij werkzaam is voor verweerder en dus niet als onafhankelijk deskundige kan worden gezien. Er treedt bovendien precedentwerking op als achterstallig onderhoud op deze manier wordt beloond.
5. Bij onderhavige zaak is het volgende wettelijke kader van belang.
Artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), luidt voor zover van belang, als volgt:
1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
g. houtopstand te vellen of te doen vellen;
geldt een zodanige bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
Op grond van artikel 2.18 Wabo kan de omgevingsvergunning voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 slechts worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening.
De artikelen 2, 4 en 7 van de Bomenverordening Alkmaar 2017 (de Verordening) luiden, voor zover van belang als volgt:
Artikel 2: Verbod vellen houtopstand
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag houtopstand te vellen of te doen vellen.
Artikel 4: Toetsingscriteria omgevingsvergunning vellen houtopstand
1. Bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften of beperkingen verlenen.
2. De omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand, niet zijnde een monumentale boom of waardevolle boom, kan worden geweigerd indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:
a. a) natuur- en milieuwaarden;
b) landschappelijke waarden;
c) cultuurhistorische waarden;
d) waarden van stads- en dorpsschoon;
e) waarden voor recreatie en leefbaarheid.
Artikel 7: Voorschriften en beperkingen
1. Aan de omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften en beperkingen verbinden:
a. a) dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door bevoegd gezag te geven aanwijzingen, moet worden herplant;
(…)
In het Groenbeleidsplan Alkmaar 2017-2027 staat op pagina 32 met betrekking tot herplant het volgende:
“Daar waar bomen verdwijnen, bijvoorbeeld door ziekte, stormschade of herinrichting van de omgeving, worden deze vervangen of gecompenseerd. Daarbij kan de gemeente ook aan derden, bijvoorbeeld projectontwikkelaars, een herplantplicht opleggen.”
6. De voorzieningenrechter stelt vast dat uit het bepaalde in artikel 4 en artikel 7, van de Bomenverordening voortvloeit dat het verlenen van een omgevingsvergunning en het daaraan verbinden van voorschriften en beperkingen voor het (doen) vellen van een houtopstand een bevoegdheid betreft van verweerder. Bij de uitoefening van die bevoegdheid komt verweerder een ruime mate van beleidsvrijheid toe. Als een in artikel 4, tweede lid, van de Bomenverordening genoemde waarde zich voordoet, kan verweerder de vergunning weigeren, maar daartoe bestaat geen verplichting. Ook bestaat geen verplichting tot het opleggen van de voorwaarde tot herplant. Daarbij moet verweerder een belangenafweging maken. Uit het door verzoekers aanhaalde citaat van wethouder Zon volgt, nog daargelaten dat dit (nog) niet is vastgelegd in een beleidsregel, niet dat in alle gevallen een 1 op 1 herplantingplicht wordt opgelegd. Ook door de wethouder wordt expliciet het voorbehoud gemaakt dat hiertoe niet in alle gevallen kan worden overgegaan. Het voorgaande leidt ertoe dat slechts plaats is voor een terughoudende toetsing door de rechter. Deze toetsing is beperkt tot de vraag of verweerder bij afweging van belangen in redelijkheid tot zijn besluit tot verlening van de gevraagde omgevingsvergunning heeft kunnen komen.