ECLI:NL:RBNHO:2020:8045

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
9 oktober 2020
Zaaknummer
8554898 \ CV EXPL 20-4742
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding en ontruiming huurwoning met voorwaardelijke toewijzing huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 7 oktober 2020 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen [eiser] en [gedaagde sub 1] c.s. [eiser] heeft [gedaagde sub 1] c.s. aangeklaagd wegens huurachterstand en heeft ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning gevorderd. De huurovereenkomst was op basis van een bepaalde tijd gesloten, waarbij [gedaagde sub 1] c.s. sinds 1 januari 2020 de woning huurden voor € 1.150,00 per maand. Na tijdige betaling van de huur voor januari en februari 2020, hebben [gedaagde sub 1] c.s. vanaf maart 2020 geen huur meer betaald, wat leidde tot een aanzienlijke huurachterstand. Tijdens de zitting op 18 september 2020 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij [gedaagde sub 1] c.s. aanvoerden dat zij door de coronamaatregelen in financiële problemen waren geraakt en niet in staat waren om de huur te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand inmiddels was opgelopen tot € 8.050,00 en dat [gedaagde sub 1] c.s. niet gerechtigd waren om de huurbetaling op te schorten, ondanks de gestelde gebreken aan de woning. De rechter oordeelde dat de tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst zodanig was dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen, met de voorwaarde dat [gedaagde sub 1] c.s. de woning uiterlijk op 12 oktober 2020 moesten ontruimen. Tevens zijn [gedaagde sub 1] c.s. veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente en incassokosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8554898 \ CV EXPL 20-4742
Uitspraakdatum: 7 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: B. Vredevoort (Geerlings & Hofstede Gerechtsdeurwaarders)
tegen

1.[gedaagde sub 1]

2. [gedaagde sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
verder gezamenlijk te noemen: [gedaagde sub 1] c.s.
en afzonderlijk te noemen: [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 28 mei 2020 een vordering tegen [gedaagde sub 1] c.s. ingesteld. [gedaagde sub 1] c.s. hebben schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 18 september 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben [eiser] en [gedaagde sub 1] c.s. bij brieven van 4 september 2020 respectievelijk 17 september 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Tussen [eiser] en [gedaagde sub 1] c.s. is een huurovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten op basis waarvan [gedaagde sub 1] c.s. sinds 1 januari 2020 van [eiser] huren de woning aan het adres [adres] (hierna: de woning), tegen een maandelijkse huurprijs van € 1.150,00, bij vooruitbetaling te voldoen. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimtem (ROZ 2017) van toepassing.
2.2.
De huur voor januari 2020 is tijdig door [gedaagde sub 1] c.s. aan [eiser] voldaan. De huur voor februari 2020 is op 27 februari 2020 voldaan. Daarna hebben [gedaagde sub 1] c.s. geen huur meer voldaan.
2.3.
Bij e-mail van 2 mei 2020 hebben [gedaagde sub 1] c.s. aan [dochter van eiser] , de dochter van [eiser] , geschreven: ‘
(…) Ik informeer u naar aanleiding van ons telefonisch gesprek dd. 7 april waarbij ik onze situatie uitlegde en u beloofde in twee weken (…) het huurgeld zou betalen.
Jammer genoeg moet ik meedelen dat we nog altijd in afwachting zijn omwille van de covit19 maatregelen. Zelfs onze woning in België hebben we niet kunnen afsluiten omdat we de grens niet over kunnen. We hebben getracht om huursom via bank over te schrijven naar onze Nederlandse rekeningnummer maar omdat we een vanuit buitenland verschillende keren financiële transacties uitvoerden, is er preventief een blokkering op gekomen voor hogere bedragen.
We proberen dat in spoed in orde te brengen omdat we zelf ook volledig vast zitten in deze vervelende situatie. We excuseren ons voor het ongemak en verwachten uw begrip voor de situatie. Zoals u ook weet, zijn we net verhuisd en nog vóór we alles geregeld hebben, is alles stilgelegd door coronacrisis. We geraken noch aan onze waardevolle spullen noch aan ons geld in België. Van zodra we een mogelijkheid vinden om er te geraken, betalen we alle achterstallen in één keer. (…)
2.4.
Bij e-mail van 3 mei 2020 heeft [dochter van eiser] aan [gedaagde sub 1] c.s. geschreven: ‘
(…) Ik begrijp uw situatie (…). U gaf aan dat de huur van maart wat vertraging op zou lopen vanwege de Corona uitbraak. (…) We hebben de huur van maart, april en mei 2020 helaas nog steeds niet ontvangen! (…) Uit begrip voor Corana situatie, (…) Wij bieden jullie de mogelijkheid omtot en met zaterdag 9 mei 2020de huidige huurachterstanden betalen. (…)
2.5.
Bij brief van 12 mei 2020 zijn [gedaagde sub 1] c.s. gesommeerd tot betaling van € 3.450,00. Daarbij zijn de buitengerechtelijke incassokosten aangezegd.
2.6.
[gedaagde sub 1] c.s. hebben op 2 juni 2020 een verzoekschrift ‘
Toetsing aanvangshuurprijs (art. 7:269 BW)’ bij de huurcommissie ingediend. Hierin hebben [gedaagde sub 1] c.s. als gebreken opgenomen:

(…) cv verwarmt niet/genoeg én er is lekkage waardoor we (…) om de 2 dagen water moeten toevoegen, zo niet kan het gevaarlijk worden want water neemt af continu. (…) Geluid en wateroverlast van bovenburen; als de bovenbewoners (…) hun badkamer of wc gebruiken, giet het gewoon beneden in ons toiletruimte én keuken waar ook elektrische bedradingen aanwezig zijn binnen de muren.
(…) vanaf het moment dat we in de keuken 2-3 elektrische toestellen starten, is er kortsluiting…
(…) balkon zou gerepareerd worden want is niet veilig omdat delen van balkonreling volledig verroest en deels afgebroken is. (…)
2.7.
Bij e-mail van 20 juli 2020 heeft [dochter van eiser] aan [gedaagde sub 1] c.s. geschreven: ‘
(…) Zoals afgelopen vrijdag en vandaag telefonisch gesproken, graag wil ik met u een afspraak plannen om langs te komen zodat we een en ander kunnen bespreken en een planning kunnen maken voor wat betreft de reparaties en onderhoud. (…)
Bij e-mail van 22 juli 2020 hebben [gedaagde sub 1] c.s. aan [eiser] geschreven: ‘
(…) vraag voor een “reparatie-afspraak” heeft me enorm verwonderd. U heeft me inderdaad telefonisch gecontacteerd maar geen enkel woord over een reparatie-afspraak uitgesproken. U belde mij continu om te roepen en te tieren, uit te schelen en te beschuldigen omwille van huurachterstand (…).
(…) de gebreken van de woning waren al bij het begin gedeeltelijk bekend. Daarop hebben wij verschillende nieuwe gebreken vastgesteld de eerste maand en daaropvolgende ook… waarvan u op de hoogte werd gesteld telefonisch en met foto’s via whatsapp.U kwam dan zelfs persoonlijk langs zowel alleen als een paar keer met “deskundigen” op verschillende dagen en tijdstippen… U zou enkel nog vergelijking maken tussen offertes en iemand aanstellen. Maar dan kwam lock down waardoor u zelf ook zei dat alles stil lag…dus ook voor ons met alle consequenties o.a. huurachterstand aangaande ons geschil. (…) Bovendien ook rekeninghoudend met corona-maatregelen ontvangen wij liefst nog geen mensen thuis omdat we ook nog een kind hebben (…).
2.8.
Bij e-mail van 23 juli 2020 heeft [dochter van eiser] aan [gedaagde sub 1] c.s. geschreven: ‘
(…) graag persoonlijk afspraak met u maken zodat we lopenden situaties kunnen bespreken en een datum kunnen plannen wanneer de monteur zijn werkzaamheden kan hervatten. (…) wanner schikt het u om een persoonlijk af te spreken? (…)

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar voor voorraad, de huur- overeenkomst tussen partijen zal ontbinden, [gedaagde sub 1] c.s. zal veroordelen tot ontruiming van de woning en [gedaagde sub 1] c.s., hoofdelijk, zal veroordelen tot betaling van:
I. € 4.018,70 (huurachterstand maart tot en met mei 2020, totaal € 3.450,00 en € 568,70 aan incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van gehele betaling;
II. € 1.150,00 voor iedere maand dat [gedaagde sub 1] c.s. na 31 mei 2020 de woning in gebruik houden;
III. de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde sub 1] c.s. in gebreke zijn gebleven met betaling van de door hen verschuldigde huur. Ondanks de aanmaning heeft [gedaagde sub 1] c.s. de huurachterstand niet binnen de wettelijke termijn van 14 dagen betaald en op grond van artikel 6:96 BW zijn [gedaagde sub 1] c.s. aldus incassokosten verschuldigd. De tekortkoming in de nakoming is van zodanige betekenis dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde sub 1] c.s. betwisten de vordering (gedeeltelijk). Zij voeren daartoe – samengevat – als volgt aan. [gedaagde sub 1] c.s. hebben de huur sinds maart 2020 niet kunnen betalen, omdat zij geen inkomsten meer hebben. Kort na de verhuizing van België naar [woonplaats] zijn de werkopties die [gedaagde sub 1] c.s. in Nederland hadden ingetrokken door de gevolgen van de Corona-crisis. De uitkering van [gedaagde sub 1] , die de Belgische nationaliteit heeft, in België is na drie maanden gestopt en in Nederland heeft zij (nog) geen recht op een uitkering. [gedaagde sub 1] is actief op zoek naar werk. [gedaagde sub 2] heeft de Turkse nationaliteit en een verblijfsvergunning in België. Het is voor hem niet mogelijk om in Nederland te werken.
Daarnaast is vanaf de aanvang van de huurovereenkomst sprake van gebreken aan de woning, die – ondanks verzoeken daartoe – niet zijn verholpen door [eiser] . [gedaagde sub 1] c.s. hebben in verband met die gebreken een verzoekschrift ingediend bij de huurcommissie.
[gedaagde sub 1] c.s. willen de huurachterstand betalen, zodra zij weer inkomsten hebben en er een rechtvaardige huurprijs is vastgesteld.

5.De beoordeling

5.1.
Ter zitting is namens [eiser] een overzicht overgelegd waaruit blijkt dat de huurachter- stand is opgelopen tot € 8.050,00 (maart tot en met september 2020). [gedaagde sub 1] c.s. erkennen deze achterstand. Zij voeren echter aan dat zij – als gevolg van de Corona-crisis – geen inkomsten meer hebben en dat daarnaast sprake is van een gerechtvaardigde reden om betaling van de huurprijs (tenminste gedeeltelijk) op te schorten.
5.2.
Voor zover [eiser] overigens met het overleggen van het overzicht de eis heeft willen wijzigen wordt daaraan voorbijgegaan, aangezien geen akte vermeerdering eis is ingediend. De kantonrechter gaat dan ook uit van de vordering als genoemd onder 3.1.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat [gedaagde sub 1] c.s. gerechtigd waren de betaling van de huurprijs (volledig) op te schorten. Ook als zou komen vast te staan dat de door [gedaagde sub 1] c.s. gestelde gebreken zich daadwerkelijk en in de door [gedaagde sub 1] c.s. gestelde mate voordoen, rechtvaardigen deze niet dat [gedaagde sub 1] c.s. in het geheel geen huur meer betalen. Dat [gedaagde sub 1] c.s. door deze gebreken helemaal geen huurgenot meer hebben, is immers gesteld noch gebleken. Daar komt nog bij dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat [gedaagde sub 1] c.s. vóór 2 juni 2020 al hadden geklaagd bij [eiser] over de gestelde gebreken of dat [eiser] voordien al van die gebreken op de hoogte was. Verder blijkt uit de stukken dat [dochter van eiser] – ondanks de huurachterstand van vijf maanden op dat moment – op 20 en 23 juli 2020 heeft geprobeerd met [gedaagde sub 1] c.s. afspraken te maken met betrekking tot de reparaties en het onderhoud aan de woning. Daarop hebben [gedaagde sub 1] c.s. echter – onder meer – gereageerd dat zij in verband met de Corona-maatregelen liever geen mensen in de woning ontvangen. Gelet hierop moet het beroep van [gedaagde sub 1] c.s. op opschorting worden verworpen.
5.4.
Vast staat dat [gedaagde sub 1] c.s. een huurachterstand hebben van zeven maanden. Deze tekortkoming is zodanig dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning toewijsbaar is. Dat [gedaagde sub 1] c.s. – zoals zij aanvoeren – geen inkomsten hebben, zodat zij de huurprijs niet kunnen betalen, ontslaat hen niet van de betalingsverplichting die voortvloeit uit de huurovereenkomst.
5.5.
Ook de gevorderde veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling van de huurachterstand is toewijsbaar. Ter zitting is namens [eiser] verklaard dat hij bereid is om [gedaagde sub 1] c.s. kwijting te verlenen ten aanzien van de huurachterstand onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat zij de woning uiterlijk maandag 12 oktober 2020 leeg en ontruimd aan opleveren, onder overhandiging van de sleutels aan [eiser] . Gelet daarop zal de vordering van [eiser] worden toegewezen als hierna te melden.
5.6.
Omdat [gedaagde sub 1] c.s. de huur niet op tijd hebben voldaan, zijn zij daarover rente verschuldigd. [gedaagde sub 1] c.s. hebben geen verweer gevoerd tegen veroordeling tot betaling van wettelijke rente. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom zal worden toegewezen zoals gevorderd.
5.7.
[eiser] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. [eiser] heeft aan [gedaagde sub 1] c.s. een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen zoals gevorderd.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde sub 1] c.s., omdat zij ongelijk krijgen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
ontbindt de huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan het adres [adres], met veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. om deze alsdan binnen een week na betekening van dit vonnis te ontruimen, met alle zich daarin bevindende personen en goederen, met afgifte van de sleutels en al wat tot de woning behoort in behoorlijke staat ter vrije en algehele beschikking van [eiser] te stellen;
6.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. voorwaardelijk, voor het geval [gedaagde sub 1] c.s. niet uiterlijk op maandag 12 oktober 2020 hebben voldaan aan de hiervoor onder 6.1. vermelde veroordeling tot ontruiming van de woning, hoofdelijk tot betaling van (i) € 3.450,00 en (ii) € 1.150,00 voor iedere maand dat zij de woning na 31 mei 2020 in gebruik hielden/houden;
6.3.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente over € 3.450,00 vanaf 28 mei 2020 tot aan de dag van gehele betaling;
6.4.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk tot betaling van € 568,70 aan incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 mei 2020 tot aan de dag van gehele betaling;
6.5.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 104,73
griffierecht € 236,00
salaris gemachtigde € 480,00;
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter