ECLI:NL:RBNHO:2020:8296

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 oktober 2020
Publicatiedatum
16 oktober 2020
Zaaknummer
C/15/302749 / HA ZA 20-300
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in vrijwaringsincident tussen CS Factoring B.V. en Eli Holding B.V. met betrekking tot bestuurdersaansprakelijkheid

Op 21 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een tussenuitspraak gedaan in een vrijwaringsincident tussen CS Factoring B.V. en Eli Holding B.V. CS Factoring B.V. is de eiseres in de hoofdzaak en verweerster in het incident, terwijl Eli Holding B.V. de gedaagde in de hoofdzaak is en eiser in het incident. De zaak betreft een vordering tot oproeping in vrijwaring van Eli Holding c.s. tegen Quantum Satis B.V. en een andere partij, waarbij CS Factoring zich verzet tegen deze oproeping. De rechtbank heeft vastgesteld dat Eli Holding c.s. niet aan de vereisten voor de vrijwaringsvordering hebben voldaan, omdat niet is aangetoond dat de gestelde feiten hen de mogelijkheid bieden om de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling in de hoofdzaak op Quantum Satis c.s. af te wentelen. De rechtbank heeft de incidentele vordering van Eli Holding c.s. afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van het incident. Tevens is een mondelinge behandeling in de hoofdzaak gelast, waarbij partijen in persoon aanwezig moeten zijn. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij schriftelijk om extra behandeltijd kunnen vragen indien nodig. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor het opgeven van verhinderdagen in de maanden januari tot en met juni 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/302749 / HA ZA 20-300
Vonnis in incident van 21 oktober 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CS FACTORING B.V.,
gevestigd te Obdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. G.G. Boeve te Utrecht,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat: mr. M.A.M.J. Stücken te Amsterdam,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te gemeente [woonplaats 2] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat: mr. M.A.M.J. Stücken te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ELI HOLDING B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. M.R.C. van Zoest te Amsterdam,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats 4] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat: mr. M.R.C. van Zoest te Amsterdam.
Partijen worden hierna ieder afzonderlijk aangeduid als CS Factoring, [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , Eli Holding en [gedaagde sub 4] . [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] worden tezamen aangeduid als [gedaagden] . Eli Holding en [gedaagde sub 4] worden tezamen aangeduid als Eli Holding c.s..

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 april 2020, met 20 producties
  • de conclusie van antwoord van [gedaagden] , met 16 producties
  • de conclusie van antwoord van Eli Holding c.s., tevens houdende de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring, met 4 producties
  • de conclusie van antwoord in het incident van CS Factoring.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Eli Holding c.s. vorderen dat aan hen wordt toegestaan Quantum Satis B.V. en [naam] (hierna (ook) te noemen: Quantum Satis c.s.)) in vrijwaring op te roepen. CS Factoring voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
De rechtbank constateert dat Eli Holding c.s. voor alle weren de onderhavige incidentele vordering hebben ingesteld en daarmee tijdig op de voet van het bepaalde in artikel 210 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
2.3.
De beoordeling van de vordering van Eli Holding c.s. tot oproeping in vrijwaring dient te geschieden aan de hand van de maatstaf of de door Eli Holding c.s. gestelde feiten, indien zij in een vrijwaringsprocedure zouden komen vast te staan, voor Eli Holding c.s. mogelijkheid biedt de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling in de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk op Quantum Satis c.s. af te wentelen.
2.4.
Het door Eli Holding c.s. aan de incidentele vordering ten grondslag gelegde betoog luidt - beknopt weergegeven - als volgt. Sinds 9 juli 2018 zijn Quantum Satis c.s. bestuurder van CS Factoring. Het beweerdelijk onbehoorlijk bestuur heeft volledig, althans grotendeels, plaatsgevonden na 9 juli 2018. Indien sprake zou zijn onbehoorlijk bestuur zijn derhalve ook Quantum Satis c.s jegens CS Factoring aansprakelijk, en niet slechts Eli Holding c.s. Het beweerdelijk onbehoorlijk bestuur is ten minste evenzeer verwijtbaar aan Quantum Satis c.s. al aan Eli Holding c.s.. Daarom hebben Quantum Satis c.s. een bijdrageplicht in de hoofdelijke aansprakelijkheid van ten minste 50%. Indien Eli Holding c.s. na een nadelig vonnis de vordering van CS Factoring geheel of gedeeltelijk voldoet, krijgt zij een regresrecht op Quantum Satis c.s.
2.5.
CS Factoring heeft - samengevat - tot haar verweer aangevoerd. Eli Holding c.s. hebben met facturen gefraudeerd en Quantum Satis c.s. waren daarvan niet op de hoogte. Een frauderende bestuurder heeft geen regresvordering op de andere bestuurder, voor wie de fraude werd verzwegen. Wanneer Eli Holding c.s. de schadevergoedingsverplichting op grond van artikel 2:9 BW voldoen, moeten zij intern die hele schuld dragen. Verder is de incidentele vordering niet (met stukken) onderbouwd. Het had op de weg van Eli Holding c.s. gelegen om te motiveren en documenteren waarom Quantum Satis c.s. een verwijt van het onbehoorlijke bestuur te maken zou zijn. Bij het ontbreken van een regresvordering, ontbreekt de grondslag voor een incident in vrijwaring.
Verder heeft CS Factoring zich erop beroepen dat toewijzing van de incidentele vordering zal leiden tot onredelijke of onnodige vertraging van de hoofdprocedure. Zij verzoekt dat de rechtbank de hoofdzaak en de vrijwaringprocedure afzonderlijk voortzet en om Eli Holding c.s. te verplichten Quantum Satis c.s. op zeer korte termijn in vrijwaring te dagvaarden. Tot slot verzoekt CS Factoring om Eli Holding c.s. hoofdelijk in de kosten van het incident te veroordelen.
2.6.
Naar het oordeel van de rechtbank is wat betreft de grondslag van het vrijwaringsincident - inhoudende dat Eli Holding c.s. ingeval van toewijzing van de vorderingen van CS Factoring in de hoofdzaak, de nadelige gevolgen (deels) kan afwentelen op Quantum Satis c.s. - niet voldaan aan de vereisten in de hiervoor genoemde maatstaf. Voor zover de vordering van CS Factoring is gebaseerd op bestuurdersaansprakelijkheid van Eli Holding c.s., is de kern van het verwijt dat Eli Holding c.s. opzettelijk en buiten medeweten van CS Factoring en haar (middellijk en onmiddellijk) bestuurder Quantum Satis c.s. vervalste en valse facturen aan CS Factoring heeft aangeboden en door CS Factoring heeft laten betalen. In dat licht bezien blijkt uit hetgeen Eli Holding c.s. in het incident heeft aangevoerd niet waarom - in het geval Eli Holding c.s. wegens bestuurdersaansprakelijkheid aansprakelijk zouden zijn voor de vordering van CS Factoring - Quantum Satis c.s. als medebestuurder van CS Factoring, jegens hen draagplichtig zouden zijn.
2.7.
De incidentele vordering wordt afgewezen.
2.8.
Eli Holding c.s. zal gelet op de afwijzing van haar incidentele vordering in de proceskosten worden veroordeeld op de wijze zoals in het dictum vermeld.

3.De beoordeling in de hoofdzaak

3.1.
Nu [gedaagden] en Eli Holding c.s. in de hoofdzaak een conclusie van antwoord hebben ingediend zal de rechtbank een mondelinge behandeling gelasten om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
3.2.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij op de mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
3.3.
De mondelinge behandeling van de zaak zal in beginsel de volgende onderwerpen bevatten. De rechter zal beginnen met een aantal formaliteiten. Vervolgens zal de rechter zo nodig vragen stellen over de feiten en over de standpunten van partijen waarin inzicht moet bestaan om tot een oordeel te kunnen komen.
3.4.
Vervolgens zal aan de advocaten van partijen de gelegenheid worden geboden om voor zover nodig de vordering of het verweer nader toe te lichten. Indien gewenst kan daarbij gebruik worden gemaakt van korte spreekaantekeningen, niet langer dan vier bladzijden.
3.5.
Op de mondelinge behandeling zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook aan de orde komen of een schikking (al dan niet op onderdelen) mogelijk is. Partijen moeten er op voorbereid zijn, dat de rechtbank een mondeling tussenvonnis kan wijzen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
3.6.
De rechtbank wijst partijen er op dat zij schriftelijk en gemotiveerd om extra behandeltijd kunnen vragen indien zij van mening zijn dat de geplande anderhalf uur voor de mondelinge behandeling niet toereikend is.
3.7.
Partijen kunnen vanaf één week voor de zitting desgewenst de griffie bellen, om te informeren naar de naam van de betrokken rechter.
3.8.
Partijen wordt verzocht er zorg voor te dragen dat bescheiden die voor de zaak van belang zijn -voor zover deze nog niet zijn overgelegd- uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling in het bezit zijn van de rechtbank en de wederpartij.

4.De beslissing

De rechtbank:
in het incident
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt Eli Holding B.V. en [gedaagde sub 4] hoofdelijk in de kosten van het incident, aan de zijde van CS Factoring tot op heden vastgesteld op € 543,00;
4.3.
verklaart deze beslissing ten aanzien van de proceskostenverooordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
4.4.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de mondelinge behandeling van een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank in het gerechtsgebouw te Alkmaar aan de Kruseman van Eltenweg 2 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd;
4.5.
bepaalt dat de in deze zaak verschenen partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn;
4.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
18 november 2020voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden januari 2021 tot en met juni 2021, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald;
4.7.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen;
4.8.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd;
4.9.
wijst partijen er op, dat voor de zitting anderhalf uur zal worden uitgetrokken;
4.10.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2020. [1]

Voetnoten

1.type: NB