Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.MR. TINY EMILY WOLFSWINKEL,
MR. ALEXANDER MARIA HUBERT JOZEF LEONARDUS CLAUS,
1.[belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2],
[belanghebbende 3],
[belanghebbende 4],
[belanghebbende 5],
[belanghebbende 6],
[belanghebbende 7],
[belanghebbende 8],
[belanghebbende 9],
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen op de rechtbank op 22 januari 2020,
- de brief van 11 februari 2020 van [belanghebbende 4] aan mr. Wolfswinkel, binnengekomen op de rechtbank op 14 februari 2020,
- de brieven van 26 februari en 2 maart 2020 van mr. Wolfswinkel met bijlagen,
- de brief van 23 maart 2020 van mr. Wolfswinkel met bijlage,
- de brief van 28 mei 2020 met bijlagen,
- de mondelinge behandeling van 22 juni 2020, waar zijn verschenen mr. Wolfswinkel en mr. Claus als verzoekers. Als belanghebbenden zijn verschenen [belanghebbende 9] , bijgestaan door mr. Boerwinkel voornoemd, [naam 1] en [belanghebbende 4] . De overige, met het verzoek instemmende, belanghebbenden zijn op verzoek van de rechtbank niet verschenen. Reden hiervoor is de beperkte ruimte in de zittingszaal in verband met de genomen maatregelen vanwege het coronavirus.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
mr. A.M.H.J.L. CLAUSontslag als vereffenaar in de nalatenschap van [naam 1] ,
mr. T.E. WOLFSWINKEL,