Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 oktober 2019 met producties,
- het tussenvonnis van 27 november 2019 van de kantonrechter,
- het vonnis van 22 januari 2020 van de kantonrechter waarbij de zaak is verwezen naar de sectie civiel,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de conclusie van repliek met producties en
- de conclusie van dupliek met een productie.
2.De feiten
(€ 877,68 materiële schade en € 700,- immateriële schade). Dit vonnis is onherroepelijk geworden.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Onrechtmatige daad
- € 3.000,- smartengeld
- € 11.700,- verlies aan verdienvermogen
- € 970,- medische kosten
€ 467,63 (met een eigen risico van € 293,99) bij de afdeling Neurologie is geweest. Het causaal verband tussen die behandeling en het steekincident is niet onderbouwd.
€ 213,79 (met een eigen risico van € 202,03). Onduidelijk is waarvoor deze zorg is verleend en of dit in verband staat met het steekincident.