In deze zaak verzoekt eiser, die op 27 april 2017 letsel heeft opgelopen tijdens het gebruik van een boksbalautomaat op de kermis in Landsmeer, de rechtbank om FJB en Nationale Nederlanden hoofdelijk aansprakelijk te verklaren voor de gevolgen van het incident. Eiser stelt dat de boksbalautomaat door de toevoeging van een stalen frame niet meer voldeed aan de veiligheidsnormen, waardoor hij letsel heeft opgelopen. De rechtbank heeft op 9 september 2020 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij eiser en zijn advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van FJB en Nationale Nederlanden.
De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkheidsvraag in deze deelgeschilprocedure niet kan worden beantwoord, omdat de toedracht van het ongeval nog niet vaststaat. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat zijn letsel is veroorzaakt door de boksbalautomaat. De rechtbank benadrukt dat er geen bewijs is dat het letsel is ontstaan door het gebruik van de automaat, en dat de automaat voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden mag stellen. De rechtbank wijst het verzoek van eiser af en begroot de kosten van de procedure op € 4.100,-, te vermeerderen met btw en griffierecht.
De beslissing van de rechtbank is dat de kosten van de procedure worden begroot, maar dat er geen grond is voor een veroordeling tot betaling van deze kosten, omdat de aansprakelijkheid niet is vastgesteld. De rechtbank wijst het meer of anders verzochte af.