Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 oktober 2020 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Medemblik, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank met de overgelegde stukken evenwel voldoende aannemelijk gemaakt dat hij niet is uitgegaan van een te grote inhoud. De rechtbank leidt uit de door verweerder overgelegde matrix af dat de inhouden van het hoofdgebouw, de aanbouw de berging en de dakkapel, waaraan blijkens de matrix afzonderlijke waarden zijn toegekend, bij elkaar opgeteld 694 m³ bedragen. Het verschil van een kubieke meter acht de rechtbank te gering om consequenties voor de waarde aan te verbinden.
Daarnaast heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat er voldoende rekening is gehouden met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten.