In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 oktober 2020 een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, die veelvuldig en onterecht het noodnummer 112 belde. De officier van justitie had op 20 oktober 2020 een verzoek ingediend tot wijziging van de zorgmachtiging, die eerder op 14 september 2020 was afgegeven. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek via een beeld- en geluidsverbinding laten plaatsvinden, gezien de kwetsbare positie van de betrokkene en de recente coronamaatregelen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de betrokkene voldoende gewaarborgd waren door de aanwezigheid van de advocaat en de eigen inbreng van de betrokkene.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerder afgegeven zorgmachtiging niet langer voldeed aan de situatie van de betrokkene, waardoor er een dreigende noodsituatie was ontstaan. De zorgverantwoordelijke had tijdelijke maatregelen genomen, waaronder beperkingen in de vrijheid van de betrokkene, om de overlast bij de meldkamer te verminderen. De rechtbank concludeerde dat er geen minder ingrijpende alternatieven waren en dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging evenredig, effectief en veilig was.
De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging toegewezen en de zorgmachtiging uitgebreid met beperkingen in de vrijheid van de betrokkene, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. De nieuwe zorgmachtiging is geldig tot en met 14 maart 2021. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 29 oktober 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.