ECLI:NL:RBNHO:2020:8965

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 november 2020
Publicatiedatum
3 november 2020
Zaaknummer
C/15/299587 FT RK 20.187
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) na afwijzing van hoger minnelijk aanbod

In deze zaak heeft de schuldenaar de rechtbank verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank dient te beoordelen of de schuldenaar voldoet aan de wettelijke eisen voor toelating. De schuldeiser, Halte Werk, heeft meerdere malen een hoger minnelijk aanbod afgewezen dan wat zij op grond van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening zou ontvangen. Na een eerdere afwijzing van een verzoek tot de DA, heeft de schuldenaar nu gekozen voor een verzoek tot WSNP, dat door de rechtbank wordt toegewezen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar zich gedurende de komende drie jaar moet houden aan de verplichtingen van de WSNP. Gedurende deze periode mag de schuldeiser geen betaling eisen voor de bestaande schulden. Indien de schuldenaar zich aan alle verplichtingen houdt, komt hij in aanmerking voor de schone lei. Echter, als de schuldenaar zich niet aan de verplichtingen houdt, kan de WSNP eerder worden beëindigd zonder schone lei, waardoor de schuldeiser de schuldenaar weer tot betaling kan dwingen.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de bezwaren van de schuldeiser tegen de toelating van de schuldenaar tot de WSNP. De schuldeiser heeft aangevoerd dat de schuldenaar verwijtbaar is voor het niet betalen van de schuld en dat er geen problematische schuld is, omdat zij bereid is een betalingsregeling te treffen. De rechtbank oordeelt echter dat er wel degelijk sprake is van een problematische schuld, gezien de hoogte van de schuld ten opzichte van het inkomen van de schuldenaar. De rechtbank concludeert dat de schuldenaar in een stabiele situatie verkeert en dat hij geen nieuwe schulden meer zal maken, waardoor hij wordt toegelaten tot de schuldsaneringsregeling.

Uitspraak

VONNIS TOELATING WSNP

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Alkmaar
afdeling: Handel, Kanton en Insolventie
zaaknummer: 15/299587 FT RK 20/187
naam rechter: mr. M. Wouters
insolventienummer: 20/177 R
uitspraakdatum: 10 november 2020
in de zaak van: [schuldenaar] (hierna: schuldenaar)
geboren op: [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te: [woonplaats]
schuldhulpverlener: Halte Werk, R. Vriend.

1.Samenvatting

Schuldenaar heeft de rechtbank verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechtbank moet beoordelen of schuldenaar voldoet aan de wettelijke eisen die daarvoor gelden.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank laat schuldenaar toe tot de wsnp.

3.Gevolgen voor schuldenaar

  • Schuldenaar moet zich gedurende de komende drie jaar houden aan de verplichtingen van de wsnp. In de eerder toegestuurde brochure staat wat die verplichtingen zijn.
  • Zo lang de wsnp duurt, mag schuldeiser geen betaling eisen voor de al bestaande schulden.
  • Als de schuldenaar zich aan alle verplichtingen houdt, komt hij in aanmerking voor de schone lei. Als de schuldenaar zich niet aan de verplichtingen houdt, kan de wsnp (eerder) worden beëindigd zonder schone lei. Schuldeiser kan schuldenaar dan weer tot betaling dwingen.

4.Redenen voor deze beslissing

De rechtbank heeft kennisgenomen van de bezwaren van de enige schuldeiser Haltewerk, hierna: schuldeiser, tegen de toelating van schuldenaar tot de wsnp. De schuldeiser heeft onder andere aangevoerd dat het schuldenaar te verwijten valt dat hij de schuld niet heeft betaald en dat er geen problematische schuld is omdat zij bereid is een betalingsregeling te treffen.
De rechtbank is van oordeel dat (inmiddels) wel sprake is van een problematische schuld. De hoogte daarvan ten opzichte van zijn inkomen is namelijk zodanig dat schuldenaar die schuld normaal gesproken nooit volledig zal kunnen aflossen. Bovendien lijkt een betalingsregeling waartoe de schuldeiser stelt bereid te zijn feitelijk niet tot de mogelijkheden te behoren, nu de schuldeiser zelfs betalingsvoorstellen heeft afgewezen die aanzienlijk gunstiger waren dan waar zij op grond van de Wgs aanspraak op had kunnen maken. Een betalingsregeling die ervan uitgaat dat schuldenaar geen kostgeld betaalt is voorts niet realistisch, nu hij op het terrein van zijn ouders een zelfstandige ruimte huurt waar hij een eigen huishouding voert.
De rechtbank stelt vast dat de schuld aan Haltewerk niet te goeder trouw is ontstaan omdat deze voortvloeit uit het verwijtbaar handelen van schuldenaar, bestaande uit het schenden van de informatieplicht met betrekking tot de samenwoning met zijn toenmalige partner. Schuldenaar heeft de in dat kader opgelegde werkstraf inmiddels uitgevoerd. Deze schuld is (veel) langer dan 5 jaren geleden ontstaan, zodat de wijze van ontstaan ervan buiten het toetsingskader van de rechtbank valt.
Dat geldt niet voor het onbetaald laten van de schuld, omdat dat voortduurt tot heden. Wat betreft het onbetaald laten van deze schuld moet mogelijk wel geoordeeld worden dat schuldenaar iets te verwijten valt. Voor zover dat zo is, is de rechtbank echter van oordeel dat schuldenaar zijn leven een positieve wending heeft gegeven. Het middelengebruik is verleden tijd, schuldenaar staat onder budgetbeheer sinds 19 september 2019 en hoewel hij 80-100% arbeidsongeschikt is verklaard doet hij zijn best om toch te werken. Al met al is naar het oordeel van de rechtbank inmiddels sprake is van een stabiele situatie waarin schuldenaar geen nieuwe schulden meer zal maken. Schuldenaar zal daarom worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Hetgeen de schuldeiser verder nog in haar verweerschrift heeft aangevoerd, leidt niet tot een andere beslissing.

5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd

  • Het verzoekschrift
  • De brief van de schuldeiser aan de rechtbank van 21 oktober 2020.
  • De aantekeningen van de zitting die op 27 oktober 2020 plaatsvond. Op deze zitting zijn schuldenaar met zijn moeder en R. Vriend namens Halte Werk (schuldhulpverlener) verschenen.

6.Andere gevolgen van dit vonnis

  • De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris:
  • De rechtbank benoemt tot bewindvoerder:
[bewindvoerder]
 De bewindvoerder mag een voorschot op het salaris nemen volgens het Besluit salaris bewindvoerder. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- als er genoeg geld op de boedelrekening staat.
 De bewindvoerder ontvangt de komende dertien maanden de post van schuldenaar en mag deze inzien.

7.Mogelijkheden om dit vonnis aan te vechten

Dit vonnis kan niet worden aangevochten.
De griffier De rechter