Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Teeling Petfood Opmeer B.V. en Teeling Petfood Veenwouden B.V.(hierna ook: gefailleerden), waarin zijn benoemd mr. K.A. Cerutti tot curator en mr. J.J. Dijk tot rechter-commissaris.
1.De procedure
2.De feiten
“toestemming aan de verkoop c.q. aan de levering aan Scholtus te onthouden c.q. voor zover die toestemming reeds mocht zijn verleend, deze alsnog in te trekken en de curator te bevelen aan appellant (en aan mevrouw [A.]/ Franks ProGold International) en aan de heer [B.] het taxatierapport en, althans of, de inventarislijst ter beschikking te stellen en zowel cliënt [rb: appellant], mevrouw [A.]/ Frank’s ProGold International) en de heer [B.] van Chamel Petfoods de in de gelegenheid te stellen een bod uit te brengen”.
3.Het hoger beroep en de beoordeling daarvan
De stelling van appellant in zijn brief van 5 februari 2020 dat zijn brief aan de rechter-commissaris van 31 januari 2020 als een hoger beroep tegen de op 29 januari 2020 verleende toestemming door de rechter-commissaris moet worden beschouwd en als zodanig had moeten worden doorgestuurd aan de rechtbank ter verdere behandeling en afdoening, wordt door de rechtbank verworpen, nu op geen enkele wijze uit voormelde brief valt af te leiden dat appellant daarmee hoger beroep beoogde in te stellen als bedoeld in artikel 67 Fw. Een oordeel dat overeenkomt met de stelling van appellant zou overigens leiden tot niet-ontvankelijkheid om dezelfde reden als hiervoor is overwogen ten aanzien van de bevoegdheid van appellant om tegen die beschikking in beroep te komen.