In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de betaling van achterstallige ledenbijdragen en voorschotten stookkosten. De VvE vordert een totaalbedrag van € 6.248,01, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft eerder vonnissen gewezen in deze zaak, waarbij de VvE in het gelijk is gesteld en de zaak is verwezen naar de rol voor conclusie van repliek. De gedaagde heeft erkend dat hij sinds juni 2018 geen betalingen heeft verricht, maar heeft zijn betalingsverplichting betwist op basis van onderhoudsklachten die hij heeft geuit over het appartement. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de VvE niet het juiste forum is voor het behandelen van deze klachten en dat de gedaagde geen recht heeft op opschorting of verrekening van de VvE-bijdragen. De kantonrechter heeft de vordering van de VvE grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vordering tot betaling van toekomstige termijnen, die thans niet verschuldigd zijn. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, die ongelijk heeft gekregen.