Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 september 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
De arbeidsdeskundige [naam 3] geeft in het rapport van 15 april 2019 aan dat eiser als drukker werkte en een uurloon ontving van € 26,83 per uur. Dit werk kan hij niet meer verrichten. Functies die hij wel kan uitoefenen zijn productiemedewerker industrie, huishoudelijk medewerker gebouwen en medewerker tuinbouw, waarmee eiser € 8,66 per uur kan verdienen. Dat is 67,72 % minder dan in zijn eigen werk als drukker. Derhalve is eiser voor 67,72% arbeidsongeschikt in de zin van de WIA. Vervolgens heeft verweerder het primaire besluit genomen.
Verweerder heeft het medisch oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 5 november 2019 en het arbeidsdeskundige onderzoek bezwaar en beroep van 13 en 28 november 2019 ten grondslag gelegd aan het bestreden besluit, het bezwaar gegrond verklaard, het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 43,66% en de WIA-uitkering van eiser met ingang van 1 februari 2020 herzien.
Kamerstukken II, 1988-1989, 21 221, nr. 3, p.153-154).