ECLI:NL:RBNHO:2020:9338
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H. Affourtit-Kramer
- M.H. Boomsma
- Rechtspraak.nl
WIA-einduitspraak na tussenuitspraak met betrekking tot het herstel van een besluit door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 juni 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat eerder was voorgelegd in een tussenuitspraak op 30 maart 2020. In deze tussenuitspraak oordeelde de rechtbank dat verweerder onvoldoende onderzoek had gedaan naar de medische situatie van eiseres, die te maken had met een eerdere diagnose van mond/tongkankerkanker. De rechtbank had verweerder de gelegenheid gegeven om het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen, maar verweerder heeft besloten deze gelegenheid niet te benutten.
De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het beroep van eiseres gegrond is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, omdat verweerder geen poging heeft ondernomen om het gebrek te herstellen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de bevindingen uit de uitspraak en de eerdere tussenuitspraak. Tevens heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.050,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 47,-.
De uitspraak is gedaan door mr. M.H. Affourtit-Kramer, rechter, en mr. M.H. Boomsma, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.