ECLI:NL:RBNHO:2020:9582
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake intrekking en terugvordering Tozo-uitkering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van een zelfstandige ondernemer, die een uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) had ontvangen. De ondernemer had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn Tozo 1-uitkering en de afwijzing van zijn aanvraag voor een Tozo 2-uitkering. De gemeente Haarlem, als verweerder, had de intrekking van de Tozo 1-uitkering gebaseerd op het niet voldoen aan het urencriterium, dat vereist dat een zelfstandige minimaal 1.225 uur per jaar aan zijn onderneming besteedt. De ondernemer betwistte deze conclusie en voerde aan dat hij wel aan de voorwaarden voldeed, onderbouwd met diverse documenten zoals aangiftes en een uitdraai van geannuleerde opdrachten.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de door de ondernemer overgelegde gegevens onvoldoende duidelijkheid boden om te concluderen dat de gemeente ten onrechte de Tozo 2-uitkering had geweigerd. De rechter benadrukte dat het aan de ondernemer was om concrete en verifieerbare onderbouwing te leveren voor zijn aanvraag. Aangezien de hoorzitting in bezwaar binnen afzienbare tijd zou plaatsvinden, was er op dat moment geen spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de aanbeveling aan de ondernemer om ook andere mogelijkheden, zoals het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz), te overwegen.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.