Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Ondernemingsraad van KLM Catering Services Schiphol B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘het excedentpensioen wat nu verzekerd is bij Achmea, onder te brengen bij het Pensioenfonds Horeca & Catering’.In de toelichting bij dat voorgenomen besluit staat:
‘Aangezien KCS in een nieuw contract bij Achmea veel meer pensioenpremie moet gaan betalen (of anders de indexatieverwachting nihil is), onderzoekt KCS de mogelijkheid om dit pensioen onder te brengen bij PH&C. […]Als blijkt dat een overgang naar PH&C voor alle betrokkenen gunstig is (geen premiestijging en voor een deel van de werknemers een verbetering van het pensioenpakket), heeft dit de volgende effecten […].
De indexatieverwachtingen liggen bij PH&C op een veel hoger niveau. De dekkingsgraad ligt rond de 120% waardoor er behoorlijke indexatie verwacht mag worden. Daarnaast wordt er voor jaarlijkse indexatie ook premie betaald dat tot een jaarlijkse pensioenverhoging voor actieven leidt. Bij Achmea is de toeslagverwachting nihil. Er is een contractvorm geoffreerd waarbij er nauwelijks overrente wordt gemaakt. (Dit is alleen mogelijk bij een zeer forse premieverhoging)’
‘niemand van de medewerkers mag er in de nieuwe regeling op achteruit gaan’.KCS heeft bij brief van 19 november 2013 geschreven dat het uitgangspunt voor de voorgestelde wijziging is dat KCS en haar medewerkers erop vooruitgaan en dat dit doel gerealiseerd wordt doordat de nieuwe regeling een betere indexatieverwachting biedt.
‘De resultaten in deze presentatie zijn schattingen gebaseerd op aan ons beschikbaar gestelde pensioengegevens en veronderstellingen omtrent toekomstige ontwikkelingen. Hoewel wij deze gegevens en veronderstellingen zo zorgvuldig mogelijk hebben getoetst en vastgesteld, kunnen wij niet garanderen dat de aan ons geleverde gegevens juist zijn of dat toekomstige ontwikkelingen niet zullen afwijken van de gehanteerde veronderstellingen.’
‘Hierdoor kan gesteld worden dat de waarde van het nieuwe pakket voor alle werknemers de komende jaren minimaal gelijkwaardig (zo niet beter) is aan de waarde van het pensioenpakket als dat de komende jaren bij Achmea ondergebracht zou zijn (waarbij er niet geïndexeerd zou kunnen worden).’Ten aanzien van het nabestaandenpensioen heeft KCS in deze brief geschreven:
‘Het partnerpensioen (nabestaandenpensioen) wordt niet langer opgebouwd bij PH&C, er wordt uitsluitend het risico van overlijden verzekerd. Ter compensatie is de opbouw van het ouderdomspensioen bij PH&C verhoogd en zijn aanvullende risicoverzekeringen afgesloten. […] Dit leidt ertoe dat na uitdiensttreding of bij pensionering er na 1 januari 2014 geen partnerpensioenrechten zijn opgebouwd bij PH&C. Om deze achteruitgang te compenseren wordt er in de nieuwe situatie 1 januari 2014 de opbouw van ouderdomspensioen verhoogd. […] Naast deze compensatie wordt voor de huidige werknemers een extra risicoverzekering afgesloten, die een aanvullend tijdelijk partnerpensioen tot leeftijd 65 dekt.’
‘Jaarlijks zal door KCS zowel voor de groep werknemers deelnemend aan de PH&C regeling als voor de groep werknemers deelnemend aan de regeling bij de verzekeraar, een budget beschikbaar worden gesteld van 37,5% van de betreffende pensioengrondslagsom. Voor 2014 zou dit percentage hoger kunnen liggen’.
Naast de bovengenoemde compensatie wordt door KCS voor de huidige werknemers een extra risicoverzekering afgesloten, die een aanvullend tijdelijk partnerpensioen dekt […]’
‘niemand gaat er bij de voorgestelde regeling op achteruit’ heeft KCS in de instemmingsaanvraag van 2 april 2014 geschreven:
‘Hier komt KCS aan tegemoet door werknemers een tweeledige keuze voor te stellen. Elke werknemer kan dan op basis van zijn/haar persoonlijke situatie tot een besluit komen.’
‘Voor de verzekerde variant is dat al het uitgangspunt voor de te verzekeren pensioenregeling. Wat van het gestelde pensioenbudget jaarlijks overblijft zal worden aangewend voor de inkoop van indexaties voor de betreffende werknemers.Bij PH&C zal dit als volgt worden vormgegeven. Naar verwachting zal de pensioenregeling door invoering van leeftijd 67 per 1 januari 2015 worden versoberd. Naar verwachting zal de besparing als gevolg hiervan 3 tot 4% van de excedent pensioengrondslagsom bedragen.De exacte besparing zal als volgt worden bepaald. Van het genoemde budget van 37,5% (genoemd op pagina 2) minus het budget dat extra ter beschikking zal worden gesteld voor de verzekerde constructie (pagina 5), zal jaarlijks de premie worden afgetrokken die door PH&C in rekening worden gebracht (dit bevat niet de premie die KCS dient te betalen voor de aanvullende dekkingen, zoals genoemd op pagina 3 te weten de premies voor de overgangscomponent van het aanvullend tijdelijk nabestaandenpensioen (voor de deelnemers die overgaan naar PH&C en het WIA-excedentpensioen).
‘Premie bij Achmea naar schatting € 2.050.000
Zelfde premieniveau zal aan PH&C betaald gaan worden (misschien zelfs wat meer als gevolg van het extra verzekeren van een levenslang partnerpensioen voor alle werknemers)
Deze premie is gelijk aan 37,5% van de pensioengrondslagsom
Dat resulteert dan naar verwachting tot het volgende budget voor het toekennen van toeslagen in een verzekerde regeling:budget 37,5%pensioenpremie -/- 29,5% (offerte Achmea)tijdelijk partnerpensioen -/- 2,0% (geschat)--------------------
‘Er is geen rekening gehouden met gewijzigde omstandigheden de komende jaren (denk aan contractsvoorwaarden, zoals gesteld kunnen uiteindelijke verzekeringstarieven nog invloed hebben op het geschatte budget)’
‘Het doorschuiven van tekorten is echter wel wenselijk, daar anders mogelijk in bepaalde jaren achteraf aanpassingen gedaan moeten worden met betrekking tot de pensioenopbouw. […] In de nieuwe situatie is de NP-verzekering voor alle medewerkers tot aan de franchise grens ondergebracht bij PH&C. Deze kosten van de NP-verzekering van de excedent deelnemers dienen dan ook meegenomen te worden in de opstelling van de pensioenkosten van excedent deelnemers. De kosten van de niet-excedent deelnemers worden niet meegenomen in de calculatie. […] De bij Elips afgesloten verzekeringen hebben voornamelijk betrekking op employees die hun excedent regeling bij PH&C hebben ondergebracht. In de opstelling zullen de aan Elips betaalde premies dan ook alleen meegenomen worden in de kostenopstelling van de PH&C excedent regeling.’
‘Het doorschuiven van tekorten is op zich logisch. Niet afgesproken, maar geen probleem. Punt 1 akkoord dus. […] Hier wordt nu correct weergegeven dat de kosten voor het NP van de niet excedenten niet betaald worden uit de 37,5%, die van de wel excedenten natuurlijk wel. En zo is het ook afgesproken. Akkoord dus. […] Dat de premies van Elips dan nu budgettair drukken waar ze horen is conform hetgeen is bedoeld. Dit lijkt akkoord dus als er maar bedoeld wordt dat het alleen om de premies gaat van de deelnemers zelf. Wilt u dat nog nader bevestigen?’
‘Op 19 december jl. is door [betrokkene] bevestigd dat de budgetberekeningen over de periode 2014 tot 2017, welke gelden als onderbouwing van het budget voor de excedent pensioenregelingen kloppen.Vanaf dat moment weet de ondernemingsraad dat er in de uitvoering iets anders is gebeurd dan hetgeen waarop in 2014 instemming is verleend. Op basis van deze informatie is de ondernemingsraad voornemens de nietigheid van de uitvoering van de regeling in te roepen. Wanneer vóór donderdag 10 januari 2019 een oplossing wordt geboden die recht doet aan hetgeen waarover wij destijds instemming hebben verleend, zijn wij bereid ons voorgenomen besluit te herzien.’
‘kennelijk zonder instemming van de Ondernemingsraad genomen besluit tot vaststelling c.q. wijziging van de excedent pensioenregelingen, zoals bedoeld in artikel 27 lid 5 WOR.’
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘niemand gaat er bij de voorstelde regeling op achteruit’en aan de bij de instemmingsaanvraag gevoegde presentatie van Towers Watson (vgl. de feiten 2.14). Daarnaast stelt de OR dat KCS in het voortraject, tussen de initiële instemmingsaanvraag van 21 oktober 2013 en de uiteindelijke instemmingsaanvraag van 2 april 2014, herhaaldelijk positieve (met cijfers toegelichte) indexatieverwachtingen heeft geschetst.
verwachtingen, daarmee doelend op een prognose, een vermoedelijk verloop van een gebeurtenis. KCS heeft bij de presentatie van cijfers en in het overleg met de OR steeds disclaimers geplaatst en ook gerefereerd aan de ‘onzekerheden in pensioenland’. Gelet op deze uitlatingen van KCS had de OR moeten begrijpen dat de prognoses, in overeenstemming met de letterlijke betekenis van het woord, slechts verwachtingen waren en geen garanties.
‘Van het genoemde budget van 37,5% (genoemd op pagina 2) minus het budget dat extra ter beschikking zal worden gesteld voor de verzekerde constructie (pagina 5), zal jaarlijks de premie worden afgetrokken die door PH&C in rekening wordt gebracht (dit bevat niet de premie die KCS dient te betalen voor de aanvullende dekkingen, zoals genoemd op pagina 3, te weten premies voor de overgangscomponent van het aanvullend tijdelijk nabestaandenpensioen (voor de deelnemers die overgaan naar PH&C) en het WIA-excedentpensioen.’Aan deze passage is ter zitting ook aandacht besteed.
Mogelijke wetswijziging 2015en de omstandigheid dat de alinea wordt ingeleid met de overweging dat als de wetswijziging van 2015 tot een kostenverlaging leidt voor KCS, KCS bereid is deze besparing aan te wenden voor de pensioenregeling van de huidige medewerkers. Direct voorafgaand aan het hiervoor weergegeven citaat staat:
De exacte besparing zal als volgt worden bepaald(vgl. de feiten 2.12).
‘misschien zelfs wat meer als gevolg van het extra verzekeren van een levenslang partnerpensioen voor alle werknemers’ziet naar het oordeel van de kantonrechter op het partnerpensioen voor de niet excedent deelnemers die bij PH&C, in tegenstelling tot bij Achmea, ook een partnerpensioen zouden gaan opbouwen.
nietexcedenten ten laste mochten worden gebracht van de 37,5%. Die verwarring hebben partijen gelet op de overgelegde stukken opgehelderd in de zin dat de kosten van het nabestaandenpensioen van de excedenten uit het budget betaald worden.