ECLI:NL:RBNHO:2020:9880
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Geschil over factuur autoreparatie tussen eiser en gedaagde
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door deurwaarder M.G. Lasonder, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door J.A. Klaver, wegens onbetaalde kosten voor autoreparatie. De vordering is ingesteld op 20 juli 2020, na een aanrijding op 8 december 2019 waarbij de auto van gedaagde schade opliep. Eiser heeft de schade getaxeerd op EUR 2.439,36, en na reparatie een factuur van EUR 1.900,91 gestuurd naar gedaagde. Gedaagde heeft echter aangegeven dat hij nog geen betaling van de verzekering had ontvangen en dat hij pas zou betalen zodra hij het geld had ontvangen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen, waarbij eiser de schade aan de auto van gedaagde heeft gerepareerd. Eiser heeft bewijs geleverd in de vorm van communicatie tussen partijen die aantoont dat gedaagde akkoord ging met de reparatie en de kosten. Gedaagde's verweer dat de factuur niet overeenkwam met de eerder begrote kosten van EUR 1.200,- werd door de kantonrechter als onvoldoende onderbouwd beschouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde zijn betwisting van de overeenkomst niet kon staven en dat de kwaliteit van het werk niet ter discussie stond.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van EUR 2.206,46, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De proceskosten zijn vastgesteld op een totaal van EUR 683,99. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Flipse op 2 december 2020 in aanwezigheid van de griffier.