Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 22 juli 2020;
- de van de zijde van [eiser] op 12 oktober 2020 ingekomen producties 1 en 2;
- de van de zijde van [gedaagde] op 19 oktober 2020 ingekomen producties 1 tot en met 5;
- de van de zijde van [eiser] op 20 oktober 2020 ingekomen producties 3 tot en met 6;
- de brief van mr. Appelman voornoemd waarbij hij de door hem namens [eiser] ingediende productie 5 intrekt;
- de van de zijde van [eiser] op 28 oktober 2020 ingekomen productie 7;
- de mondelinge behandeling van 3 november 2020.
2.De feiten
- [naam 2] , geboren op [geboortedatum] .
Artikel 10Ingeval de overeenkomst eindigt anders dan door overlijden van één van de partijen, heeft ieder van de partijen het recht zich tot de kantonrechter te wenden met het verzoek uit te spreken dat hij of zij – met uitsluiting van de andere partij – nog zes maanden mag blijven wonen in de laatstelijk door beiden bewoonde woning.De kantonrechter zal daarbij afwegen de belangen die partijen hebben om in de woning te blijven en de mogelijkheid andere woonruimte te vinden.”
3.Het geschil
(ii) [gedaagde] veroordeelt om, indien een bod wordt gedaan en de makelaar adviseert dat bod te accepteren, het bod binnen 3 werkdagen nadat het advies tot acceptatie is uitgebracht, te accepteren en de koopovereenkomst te ondertekenen;
(iii) [gedaagde] veroordeelt om de notariële akte van levering na behoorlijke oproeping door de notaris te ondertekenen dan wel een daartoe getekende verkoopvolmacht aan de notaris te verstrekken;
(iv) bepaalt dat indien [gedaagde] , na daartoe te zijn gesommeerd, haar medewerking niet binnen de in de sommatie gestelde termijn aan de hiervoor onder (i), (ii) en (iii) geformuleerde vorderingen heeft verleend, dit vonnis in de plaats wordt gesteld van de door [gedaagde] in het kader van haar verplichting tot medewerking te geven toestemming/ wilsverklaring/ handtekening;
(v) de gemeenschappelijke bezitting van partijen (caravan, auto’s en doorlopend krediet) verdeelt, althans de wijze van verdeling daarvan bepaalt op de wijze zoals omschreven in alinea 7 van de dagvaarding.
Omdat het voor geen van de partijen financieel mogelijk is om de woning zelfstandig in eigendom te verkrijgen, zal de woning moeten worden verkocht. Gelet op de periode die is verstreken sinds het vertrek van [eiser] uit de woning dan wel sinds het moment waartegen [eiser] de samenlevingsovereenkomst formeel heeft opgezegd, kan van [eiser] niet langer worden gevergd om de verkoop nog langer uit te stellen en aldus langer in een onverdeeldheid te blijven. Te meer nu in de wet is neergelegd dat [eiser] te alle tijde verdeling kan vorderen en de in artikel 10 van de samenlevingsovereenkomst genoemde termijn van zes maanden reeds lang is verstreken. [eiser] heeft belang bij de verkoop van de woning. Hij wil verder met zijn leven en op termijn minder werken. Dit laatste is voor hem niet mogelijk, zolang de bij de woning behorende vaste lasten (grotendeels) voor zijn rekening komen.
Ook de overige aan partijen gezamenlijk toebehorende goederen (de caravan, het doorlopend krediet en de auto’s) dienen te worden verdeeld.
Partijen zijn al overgegaan tot (het maken van afspraken over de) verdeling van de overige goederen.