ECLI:NL:RBNHO:2020:9988
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van onroerende zaak en de gevolgen van ligging op de waardebepaling
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde WOZ-waarde van een onroerende zaak. Eiser, eigenaar van een vrijstaande woning in [Z], had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal vastgestelde waarde van € 938.000 voor het jaar 2019. Eiser stelde dat de waarde te hoog was vastgesteld en voerde aan dat onvoldoende rekening was gehouden met de ligging van de woning, die naast een druk gebruikt sportveld ligt. De rechtbank heeft het procesverloop besproken, waarbij eiser een taxatierapport overlegde waarin de waarde op € 720.000 werd vastgesteld, terwijl verweerder een taxatierapport en waardematrix overhandigde ter onderbouwing van de vastgestelde waarde.
De rechtbank heeft overwogen dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de ligging van de woning in de buurt van een school en andere voorzieningen mogelijk een waardedrukkend effect heeft. Eiser heeft echter ook niet voldoende onderbouwd dat zijn voorgestelde waarde van € 720.000 juist is. Uiteindelijk heeft de rechtbank zelf de waarde van de woning vastgesteld op € 900.000, waarbij de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen dienovereenkomstig heeft verminderd. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.700,26.
De uitspraak is gedaan door mr. M.W. Koenis, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Marinus, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.