Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
€ 7.663,33. Daartoe is - samengevat - het volgende aangevoerd.
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). In dit geval is sprake van dergelijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Daarbij neemt de kantonrechter het volgende in aanmerking.
Zinzia)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
€ 5.056,57 bruto per vier weken exclusief 8 % vakantietoeslag. Unihorn heeft niet gesteld dat er andere inkomsten zijn van [verweerder] waarmee rekening moet worden gehouden en die daarop in mindering moeten worden gebracht. De materiele schade bedraagt afgerond € 70.000,00 bruto inclusief vakantietoeslag. Met dat bedrag wordt [verweerder] voldoende gecompenseerd. Dat [verweerder] daarnaast nog pensioenschade lijdt en hoeveel, is onvoldoende onderbouwd. Ook volgt de kantonrechter [verweerder] niet in de gestelde schade als gevolg van de aangeschafte landrover en de daarop versnelde afschrijving als gevolg van de beëindiging van het dienstverband. Dit staat los van het al dan niet voortduren van het dienstverband. Bovendien wordt er vanuit gegaan dat de arbeidsovereenkomst nog een jaar langer zou hebben voortgeduurd. Ook bestaat geen aanleiding daarnaast de integrale kosten van rechtsbijstand als schade toe te kennen. Voor het deel dat ziet op buitengerechtelijke werkzaamheden geldt een tarief overeenkomstig het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, maar ook [verweerder] verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zodat voor vaststelling van een afzonderlijk bedrag ter vergoeding van deze kosten geen aanleiding bestaat. Voor het deel dat ziet op de integrale proceskosten, geldt dat daarvan alleen sprake kan zijn in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Gesteld noch gebleken is dat daarvan sprake is.
het tegenverzoek
6.De beslissing
22 november 2021;
Voor het geval Unihorn het verzoek binnen de aan haar gestelde termijn intrekt en [verweerder] het tegenverzoek binnen de hierna aan haar gestelde termijn niet intrekt:
29 november 2021;