ECLI:NL:RBNHO:2021:10328
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling en de noodzaak van klinische behandeling
Op 16 november 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde. De rechtbank heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van een vordering van de officier van justitie, die stelde dat de veroordeelde herhaaldelijk de voorwaarden van zijn invrijheidstelling had overtreden. De veroordeelde was in 2018 voorwaardelijk in vrijheid gesteld na een gevangenisstraf van 15 jaar, maar had sindsdien meerdere keren het locatiegebod overtreden, alcohol gebruikt en niet voldaan aan zijn behandelverplichtingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde niet in staat was om zelfstandig van alcohol af te blijven en dat er een hoog recidiverisico aanwezig was. De verdediging pleitte voor afwijzing van de vordering en stelde dat de veroordeelde niet volledig verantwoordelijk kon worden gehouden voor zijn gedrag, gezien zijn problematiek. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er voldoende grond was om de vordering toe te wijzen en heeft de voorwaardelijke invrijheidstelling gedeeltelijk herroepen voor een periode van 180 dagen. Tevens heeft de rechtbank geadviseerd om een aanvullende voorwaarde van opname en behandeling in een Dubbele Diagnose-kliniek te overwegen, om de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank heeft daarbij benadrukt dat het van belang is dat de reclassering proactief handelt om een geschikte kliniek te vinden voor de veroordeelde.