Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van belanghebbenden
5.De beoordeling
6.De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, ingediend door de gecertificeerde instelling (GI) de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De GI had de minderjarige vrijwillig uit huis geplaatst op 18 december 2020, zonder de vereiste machtiging van de kinderrechter, wat in strijd is met artikel 1:265a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter oordeelde dat de GI niet de juiste procedure had gevolgd en dat een machtiging tot uithuisplaatsing niet met terugwerkende kracht kan worden verleend. De kinderrechter heeft de situatie van de moeder, die tijdelijk niet in staat was om voor haar kind te zorgen vanwege een gebroken been, beoordeeld. De moeder had op 9 december 2020 een ernstig ongeluk gehad, maar haar situatie was inmiddels verbeterd. De kinderrechter concludeerde dat er op dat moment voldoende alternatieven waren om de minderjarige veilig thuis te houden en dat de moeder, met ondersteuning van haar netwerk, in staat was om voor haar kind te zorgen. Daarom werd het verzoek van de GI afgewezen.