Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
15/258211-17 (TUL) en 15/112945-20 (TUL) (P)
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 5 november 2021 afgelegd;
- een geschrift, te weten: gedragsaanwijzing ter beëindiging van ernstige overlast (artikel 509hh Sv) d.d. 14 april 2021 (dossierpagina’s 10-11).
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 5 november 2021 afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] d.d. 13 april 2021 (dossierpagina’s 7-8).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de maatregel
7.Vordering benadeelde partij
8.Vorderingen tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
- zich moet houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet de verdachte zich melden bij GGZ Reclassering Fivoor zo frequent en zolang als de reclassering nodig acht;
- zich laat behandelen door GGZ Noord-Holland Noord en/of Brijder Verslavingszorg of soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- wordt verboden alcohol- en of drugs te gebruiken, zolang de reclassering noodzakelijk acht. De verdachte werkt mee aan controle op het gebruik van middelen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd;
- indien nodig meewerkt aan een aanmelding en plaatsing in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De verdachte houdt zich dan aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.