Geschil6. In geschil is de indeling van het product in de GN. Eiseres stelt zich op het standpunt dat het moet worden ingedeeld onder GN-code 9503 00 10 00 (autopeds (…) en dergelijk speelgoed op wielen). Verweerder stelt zich op het standpunt dat het moet worden ingedeeld onder GN-code 8711 60 90 (andere rijwielen met hulpmotor, met een elektromotor voor voortbeweging).
7. Tussen partijen is niet in geschil dat het product in het Nederlands in de volksmond een step of autoped wordt genoemd, en dat in de Engelse tekst van de GN een autoped wordt aangeduid als scooter.
Het betoog van eiseres dat verweerder het product ten onrechte als scooter benoemt is opmerkelijk, nu deze benaming afkomstig is uit de door eiseres bij de aanvraag overgelegde bescheiden. Verweerder benoemt het overigens als
zogenaamdescooter, en niet enkel scooter. Hierbij is buiten twijfel dat verweerder, mede gelet op zijn verwijzing naar de Engelstalige tekst van de WDO tarifering 950300/2, hiermee aansluit bij de door eiseres ingebrachte Engelstalige benaming van het product. Verweerder deelt het product overigens ook niet in als scooter als bedoeld in de Nederlandstalige tekst van postonderverdeling 8711 20 10 (Engelstalige tekst: motor-scooter).
8. Eiseres stelt zich - samengevat - op het standpunt dat het product geen scooter maar een autoped (step) is, en deze in GS-post 9503 en onderverdeling 9503 00 10 met name wordt genoemd en de elektromotor geen uitsluitingsgrond is hierbij. In GS-post 8711 en de toelichtingen daarbij worden geen autopeds genoemd.
Met de in de toelichting EG op post 8711 gebruikte term scooters worden geen autopeds bedoeld. Toepassing van deze toelichting betekent een niet toegestane verruiming van de reikwijdte van GS-post 8711.
Ook anderszins is indeling in GS-post 8711 als rijwiel met hulpmotor niet mogelijk, omdat een rijwiel met trappers voortbewogen moet kunnen worden.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en herroeping van de BTI en verzoekt de rechtbank verweerder op te dragen een BTI af te geven voor GN-code 9503 00 10, met veroordeling van verweerder in de proceskosten en vergoeding van immateriële schade.
9. Verweerder stelt zich - samengevat - op het standpunt dat het product in het Nederlands is aan te duiden als autoped, en in het Engels als scooter, welke begrippen betrekking hebben op een tweewielig voertuig (step), waarop men door afzetten met een voet rijdt, bestaande uit een platform waarop de andere voet rust, een stuurkolom en kleine wielen.
De omstandigheid dat dit product is voorzien van een hulpmotor maakt naar het oordeel van verweerder indeling onder GS-post 8711 of GS-post 9503 enkel op basis van de bewoordingen (rijwielen met hulpmotor respectievelijk autoped) niet zondermeer mogelijk. Bij raadpleging van de toelichtingen WDO en EG en tariferingen WDO komt verweerder tot indeling onder GS-post 8711. Daarbij is in aanmerking genomen dat in de WDO toelichtingen onder GS-post 9503 geen ruimte wordt gegeven aan dit soort speelgoed met een hulpmotor. In de GS-post 8711 daarentegen wordt wel duidelijk aangegeven dat tweewielige voertuigen voorzien mogen zijn van een hulpmotor, hetgeen wordt bevestigd door een tweetal tariferingen op deze GS-post, de zogeheten “Segway” en “Oxboard”.
Daarnaast is gelet op de toelichting EG de indeling van dit product met hulpmotor onder GN onderverdeling 9503 00 11 niet mogelijk, omdat aan de voorwaarde dat het product een eigen gewicht van maximaal 12 kilogram mag hebben niet is voldaan.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
10. Voor het overige dat partijen naar voren hebben gebracht, verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
11. De relevante indelingsregels luiden:
“Indelingsregel 1.De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en — voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen — de navolgende regels.
Indelingsregel 6.Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede „mutatis mutandis” de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”
12. De onderverdeling van post 8711 van de GN luidt op 24 april 2019, voor zover van belang, als volgt:
“8711 motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens;
(…)
8711 60 - met een elektromotor voor voortbeweging;
8711 60 10 -- tweewielige, driewielige en vierwielige rijwielen, met trapondersteuning, met een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van niet meer dan 250 watt
8711 60 90 -- andere”
13. De onderverdeling van GS-post 9503 luidt op 24 april 2019, voor zover van belang, als volgt:
“9503 driewielers, autopeds, pedaalauto’s en dergelijk speelgoed op wielen (…);
(…)
9503 00 10 - driewielers, autopeds, pedaalauto’s en dergelijk speelgoed op wielen (…);(…)”
14. De Toelichting IDR op de afdeling van de GN, dat hoofdstuk 87 bevat, luidt:
“I. Algemene reikwijdte van de afdeling
Deze afdeling omvat rollend materieel voor spoor- en tramwegen en voor luchtkussentreinen met geleidebanen (hoofdstuk 86), automobielen en andere voertuigen voor vervoer over land met inbegrip van luchtkussenvervoermiddelen (hoofdstuk 87), toestellen voor de lucht- en ruimtevaart (hoofdstuk 88), schepen, luchtkussenvaartuigen en ander drijvend materiaal (hoofdstuk 89), echter met uitzondering van:
(…)
c. speelgoed, bepaalde artikelen voor de wintersport en speciaal ingerichte voertuigen voor kermisattracties, zoals kinderfietsjes (andere dan gewone fietsen), pedaalauto’s, speelgoedboten en speelgoedvliegtuigen (post 95.03), sleden, bobsleden en dergelijke (post 95.06) en autoscooters (post 95.08).
(…)”
15. De Toelichting IDR op GS-post 8711 luidt als volgt:
“Deze post heeft betrekking op een groep tweewielige motorvoertuigen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor het vervoer van personen.Naast motorrijwielen van het gebruikelijke type behoren tot deze post:scooters, gekenmerkt door wielen van kleine afmetingen en een horizontaal platform dat het voor- en het achtergedeelte van het voertuig verbindt; lichte motorrijwielen met een betrekkelijk zwakke motor; rijwielen met hulpmotor.Deze post omvat eveneens tweewielige, elektrisch aangedreven transportmiddelen, ontworpen voor het vervoeren van een enkele persoon, voor gebruik in gebieden bedoeld voor lage snelheden, zoals trottoirs, paden en fietspaden. De toegepaste techniek laat toe dat de berijder rechtop staat terwijl een systeem bestaande uit gyroscopische sensoren en meervoudige, ingebouwde microprocessoren zowel het transportmiddel als de berijder in balans houdt op twee onafhankelijke wielen die ieder aan de zijkant zijn geplaatst. Motorrijwielen bedoeld bij deze post die worden aangedreven door een of meer elektrische motoren, staan bekend onder de naam ‘elektrische motorrijwielen’. Deze motorrijwielen beschikken over een elektrisch accumulatorpakket die de elektrische motoren van stroom voorziet. De elektrische accumulatoren van deze oplaadbare motorrijwielen kunnen worden opgeladen door middel van een aansluiting op een elektrische contactdoos of op een laadstation.
Motorrijwielen mogen voorzien zijn van een carrosserie om de bestuurder tegen weer en wind te beschermen of van een zijspanwagen.
Eveneens worden hieronder ingedeeld de driewielige voertuigen (bijvoorbeeld motorcarriers) op voorwaarde dat zij niet het karakter hebben van motorvoertuigen als bedoeld bij post 87.03 of 87.04 (zie de toelichting IDR op post 87.03 of 87.04).
Post 87.11 omvat bovendien zijspanwagens van alle soorten, voor motorrijwielen of voor rijwielen, welke wagens bestemd zijn voor personen- of goederenvervoer en niet afzonderlijk kunnen worden gebruikt. Zij zijn aan één zijde van een wiel voorzien, terwijl de andere zijde is ingericht om aan een motorrijwiel of aan een rijwiel te worden bevestigd.
Van deze post zijn uitgezonderd:a. vierwielige motorvoertuigen voor personenvervoer met een buisvormig chassis en met een stuurinrichting als van een automobiel (bijvoorbeeld een stuurinrichting gebaseerd op het ackermanprincipe) (post 87.03);b. aanhangwagens bestemd om achter een motorrijwiel te worden bevestigd (post 87.16).”
16. De Toelichting IDR op GS-post 8712 luidt als volgt:
“Deze post omvat rijwielen (fietsen), waarvan de wielen door middel van trappers in beweging worden gebracht, zoals bijvoorbeeld normale tweewielers (met inbegrip van deze voor kinderen), tandems, driewielers, vierwielers, enz.
Naast de gewone rijwielen omvat post 87.12 ook rijwielen van speciale uitvoering, zoals:
1. bakfietsen, zijnde driewielige combinaties van een fiets met een laadbak, welke bak gewoonlijk op twee voorwielen rust en soms thermisch geïsoleerd is;
2. tandems en triplets;
3. rijwielen met een of twee wielen, speciaal vervaardigd voor variété-artiesten en gekenmerkt door bijvoorbeeld hun gering gewicht en wielen zonder vrijloop;
4. rijwielen voor gebrekkigen (bijvoorbeeld ingericht om met een been te trappen);
5. rijwielen met een zijwiel, dat meestal aan de as van het achterwiel is bevestigd en dient tot bevordering van het evenwicht;
6. racefietsen;
7. vierwielige rijwielen uitgerust met meerdere zitplaatsen en meerdere stellen pedalen en ook met een lichte carrosserie;
8. op een step gelijkende tweewielers die worden voortbewogen door het trappen op een enkel pedaal dat is verbonden met een ketting en kettingwiel, ontworpen om te worden bereden door kinderen, adolescenten en volwassenen, uitgerust met een verstelbare stuurkolom en een fietsstuur, luchtbanden, een frame en handremmen.
Rijwielen zonder motor, uitgerust met een zijspanwagen, worden onder deze post ingedeeld, doch afzonderlijk vertoonde zijspanwagens behoren tot post 87.11.
Van deze post zijn eveneens uitgezonderd:
a. rijwielen die met een hulpmotor zijn uitgerust (post 87.11);
b. kinderfietsen, andere dan gewone tweewielige kinderfietsen (post 95.03);
c. speciale rijwielen, die alleen bruikbaar zijn voor kermisattracties (post 95.08).”
17. De Toelichting IDR bij hoofdstuk 95 luidt onder meer:
“1. Dit hoofdstuk omvat niet:(…)n) sportvoertuigen bedoeld bij afdeling XVII, andere dan priksleden, bobsleden en dergelijke;”
18. De Toelichting IDR op GS-post 9503 luidt als volgt:
“Deze post omvat:
A. Speelgoed op wielen
Dit speelgoed wordt in de regel voortbewogen door afduwen met de voet (autopeds zonder pedalen) of met behulp van pedalen, krukken of hefbomen, waarvan de beweging door middel van een ketting of stangen wordt overgebracht op de wielen. Soms wordt dit speelgoed voortbewogen door een motor, of voortgeduwd of voortgetrokken door andere personen.
Van dit speelgoed kunnen worden genoemd:
1. driewielers, bakfietsen en dergelijke artikelen, met uitzondering van kinderfietsen van post 87.12;
2. twee- of driewielige autopeds ontworpen om te worden bereden door kinderen, evenals door adolescenten en volwassenen, met een verstelbare stuurkolom en kleine massieve banden of luchtbanden. Zij zijn soms uitgerust met een stuur als van een fiets en een handrem of een voetrem op het achterwiel;
(…)”
19. De toelichting EG op de onderverdeling onder GN-code 9503 00 10 luidt onder meer:
“Onderverdeling 9503 0010 omvat eveneens speelgoed op wielen aangedreven door een motor met vonkontsteking, waarop door kinderen wordt gereden, zogenaamde ‘quads', op voorwaarde dat de volgende beperkingen niet worden overschreden:
- een maximumsnelheid van niet meer dan 20 km/uur;
- een eigen gewicht van niet meer dan 50 kg;
- een cilinderinhoud van niet meer dan 49 cm3;
- niet meer dan één versnelling;
- een remsysteem op alleen de achterwielen.
In tegenstelling tot het grootste deel van het speelgoed op wielen dat wordt ingedeeld onder deze onderverdeling, is een ‘quad' ontworpen om ermee in het veld over ongeëffende paden te rijden. Indien aan een van de vorenstaande criteria niet wordt voldaan, moet een ‘quad' worden ingedeeld onder post 87.03.
Deze onderverdeling omvat eveneens scooters met hulpmotor, op voorwaarde dat de volgende beperkingen niet worden overschreden:- een maximumsnelheid van niet meer dan 20 km/uur,- een eigen gewicht van niet meer dan 12 kg,- niet meer dan één versnelling,- met slechts één handrem of een voetrem op het achterwiel.Indien aan een van de bovenstaande criteria niet wordt voldaan, moeten scooters met hulpmotor worden ingedeeld onder post 87.11.”
Beoordeling van het geschil
20. Voor de indeling van goederen zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45). De inhoud van GS- en GN-toelichtingen moet in overeenstemming zijn met de GN-bepalingen en mag de strekking daarvan niet wijzigen. Toelichtingen moeten, indien zij in strijd blijken met de tekst van de GN-posten en de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken, terzijde worden geschoven (zie onder meer HvJ 26 november 2015, C-44/15 (Duval GmbH & Co, KG.), r.o. 24).
21. In zaken als de onderhavige, waarin eiseres het standpunt inneemt dat de door verweerder in de BTI gekozen indeling van het product in de GN niet de juiste is, ligt de bewijslast bij eiseres. Zij moet aannemelijk maken dat het product in een andere GN-post moet worden ingedeeld dan de door de verweerder gehanteerde indeling.
22 Zoals ter zitting is besproken bestaan er verschillen tussen de specificaties van het product zoals vermeld in de BTI en de aanvullende informatie van eiseres in de bezwaarfase. Desgevraagd heeft eiseres verklaard dat de BTI is aangevraagd voor één type [D] scooter/autoped, maar dat er drie vergelijkbare types zijn ingevoerd. Alle drie de typen hebben een maximum snelheid van meer dan 20 km/uur en een eigen gewicht van meer dan 12 kg. Aan de verschillen tussen de specificaties gaat de rechtbank hier voorbij nu dit voor de beoordeling niet relevant is; geen enkel type voldoet aan de specificaties van ‘kinderspeelgoed’, zoals deze zijn weergegeven onder rechtsoverweging 19.
23. Onderhavig product is naar het oordeel van de rechtbank door verweerder terecht ingedeeld in GS-post 8711 60 als voertuig/vervoermiddel/motorrijwiel met elektrische motor zoals de zogenaamde Segway en Oxboard en de scooter met hulpmotor van meer dan 12 kg. Hiervoor is het volgende redengevend.
24. Eiseres heeft aangevoerd dat er sprake is van onjuist gebruik van de term scooter in de betreffende toelichting op de GN onderverdeling van post 9503 00 10. De rechtbank overweegt dat gelet op de kwalificaties het hier evident is dat het gebruik van verweerder van de term scooter aansluit bij de Engelstalige tekst, en het dus gaat om een elektrische step/autoped. Gelet op de kwalificaties gaat het zeker niet om de scooters in GN-post 8711 20 10. Aan eiseres kan worden toegegeven dat in de terminologie van de Nederlandse tekst van de GN het gebruik van het woord autoped meer op zijn plaats was geweest, maar deze enkele vaststelling leidt niet tot het door eiseres beoogde resultaat.
25. Voortbordurend op het onjuist gebruik van het woord scooter in plaats van autoped, heeft eiseres het standpunt ingenomen dat voor de indeling bepalend zijn de letterlijke bewoordingen van de posten en onderverdeling. Het in te delen product betreft een autoped en dat woord staat alleen letterlijk in GN-code 9503 00 10 en niet in GS-post 8711 60. Het hebben van een (hulp)motor maakt dat niet anders, volgens eiseres en daarom is iedere andere (eerdere) uitleg strijdig met het systeem van indeling.
Hierin volgt de rechtbank eiseres niet. De toelichting op de onderverdeling van GN-code 9503 00 10 maakt aan de hand van de opgesomde criteria een tweedeling in de scooters (Engels) / autopeds (Nederlands), namelijk dat die met een beperkte snelheid en beperkt gewicht, één versnelling en een rem als speelgoed in post 9503 worden ingedeeld en de andere scooters/autopeds als rijwiel met hulpmotor onder post 8711 dienen te worden ingedeeld.
De stelling van eiseres dat het toepassen van deze toelichting een niet toegestane verruiming van de reikwijdte van GS-post 8711 betekent, faalt. Men zal ergens een grens tussen de posten moeten aanbrengen, hetgeen in de desbetreffende hoofdstukken al vaker is geschied: zoals het elektrische skateboard met een snelheid van 32 km/h dat níet als speelgoed kan worden ingedeeld en een kinderquad die onder omstandigheden wél als speelgoed kan worden ingedeeld. Ook het door eiseres bepleite standpunt dat indeling in GS-post 8711 van het product niet mogelijk is, omdat het product trappers ontbeert, kan niet slagen. Bij de toelichting op GS-post 8712 wordt weliswaar vermeld dat “deze post omvat rijwielen (fietsen), waarvan de wielen door middel van trappers in beweging worden gebracht, zoals (…)” maar in casu gaat het om GS-post 8711 en in die post wordt aandrijving via trappers niet benoemd. In tegendeel: in de toelichting op post 8711 worden de scooters die in de toelichting bij post 9503 zijn uitgesloten juist benoemd en expliciet tot die post gerekend.
26. Wat eiseres verder naar voren heeft gebracht, verandert niets aan de juiste indeling van het onderhavige product in GN-code 8711 60 90. Het beroep dient daarom ongegrond te worden verklaard.
Immateriële schadevergoeding27. Eiseres heeft verzocht om toekenning van immateriële schade. Gelet op het tijdsverloop van de beroep- en bezwaarfase bestaat er geen aanleiding om het verzoek toe te wijzen.
Proceskosten
28. Gelet op de uitkomst van de procedure bestaat er geen aanleiding voor toekenning van een proceskostenveroordeling.