Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 augustus 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 19 november 2021.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de man een verklaring voor recht dat de vrouw is overbedeeld voor een bedrag van € 4.000,- en veroordeling tot betaling van dat bedrag. De partijen zijn voormalig echtelieden wiens huwelijk op 14 december 2020 is ontbonden. In de echtscheidingsbeschikking was bepaald dat de vrouw gedurende drie maanden na de inschrijving van de echtscheiding het gebruik van de (voormalig) echtelijke woning en de inboedel mocht voortzetten. Na deze termijn heeft de vrouw de woning niet direct verlaten, wat leidde tot een kort geding waarin afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de inboedel en de woning. De man stelt dat de vrouw de inboedel volledig heeft meegenomen en dat hij daardoor is overbedeeld. De vrouw betwist dit en stelt dat zij voornamelijk eigen spullen heeft meegenomen en dat de inboedel niet de waarde heeft die de man stelt. De rechtbank oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat de inboedel tussen partijen is verdeeld en dat er sprake is van overbedeling. De vordering van de man wordt afgewezen en de proceskosten worden gecompenseerd.