Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 oktober 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het in strijd handelen met een geslotenverklaring. De betrokkene, vertegenwoordigd door Appjection B.V. (M. Lagas), had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld in de locatie Alkmaar, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van schouwrapporten en foto’s die zijn gemaakt in het kader van de handhaving van de geslotenverklaring. De gedraging vond plaats op 25 juni 2020, waarbij de betrokkene het C-bord had gepasseerd. De kantonrechter oordeelde dat de bebording correct was en dat er geen aanwijzingen waren dat deze op de datum van de constatering niet zichtbaar was. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de schouw niet minimaal maandelijks was uitgevoerd, maar de kantonrechter concludeerde dat de schouwrapporten voldoende bewijs boden voor de aanwezigheid van de bebording. De kantonrechter verwierp ook het argument van de gemachtigde dat er sprake was van een fuik, omdat weggebruikers geacht worden attent te zijn op verkeersborden. Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af.