ECLI:NL:RBNHO:2021:11269

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 december 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
C/15/322180 / KG ZA 21-593
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardeloosverklaring hypotheek op basis van artikel 3:29 BW in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, eigenaar van een bedrijfspand, een kort geding aangespannen om de hypothecaire inschrijving ten behoeve van de besloten vennootschap Papaine BV waardeloos te verklaren. De hypothecaire inschrijving dateert van 8 maart 1985 en de hypotheekhouder is sinds 2007 ontbonden. Eiseres heeft het pand op 1 juni 2021 verkocht, maar kan het niet vrij van rechten leveren door het bestaande hypotheekrecht. Ondanks meerdere pogingen is het eiseres niet gelukt om in contact te komen met de laatst bekende bestuurder van Papaine BV om een verklaring als bedoeld in artikel 3:28 BW te verkrijgen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiseres alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar verwacht kon worden om de hypotheekhouder te bereiken. De rechtbank oordeelt dat, gezien het lange tijdsverloop en het feit dat de hypotheekhouder niet meer bestaat, de hypothecaire inschrijving op grond van artikel 3:29 lid 1 BW waardeloos verklaard kan worden. Eiseres heeft een spoedeisend belang bij de beslissing, aangezien de kopers van het pand dreigen met vervolgstappen als het pand niet op korte termijn geleverd kan worden.

De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen, met uitzondering van de proceskostenveroordeling, omdat het niet mogelijk is gebleken om met de hypotheekhouder in contact te komen. De proceskosten blijven voor rekening van eiseres. Het vonnis is uitgesproken op 6 december 2021 door mr. A.E. Merkus, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/322180 / KG ZA 21-593
Vonnis in kort geding van 6 december 2021
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. I.M. Sinnige te Hoorn Nh,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam B.V.],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 november 2021 met producties,
  • de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 29 november 2021,
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De uitgangspunten

2.1.
[eiseres] is eigenaar van het bedrijfspand aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] (hierna: het pand). Bij de verkoop van het pand is gebleken dat er nog een oud hypotheekrecht op het pand rust dat op 8 maart 1985 is ingeschreven
2.2.
Gedaagde is de hypotheekhouder en de rechtsvoorganger van Papaine BV.
Papaine BV is in 2007 ontbonden en ook de voormalig bestuurder is ontbonden.
Ondanks verschillende pogingen is het voor [eiseres] onmogelijk gebleken om met (de laatst bekende bestuurder van) Papaine BV in contact te komen en zo een verklaring te verkrijgen als bedoeld in artikel 3:28 BW.
2.3.
[eiseres] heeft het pand op 1 juni 2021 verkocht, maar is nu niet in staat om het pand vrij van rechten te leveren.
2.4.
Teneinde het pand alsnog op korte termijn te kunnen leveren, vordert [eiseres] in dit kort geding dat de hypothecaire inschrijving ten behoeve van gedaagde, althans Papaine BV, waardeloos wordt verklaard.

3.De beoordeling

3.1.
De kopers van het pand hebben [eiseres] bij brief van 8 november 2021 laten weten dat als het pand niet op korte termijn wordt geleverd, zij zich zullen beraden over vervolgstappen. [eiseres] heeft daarom een groot belang om het pand onbezwaard aan de kopers te kunnen leveren.
3.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat als degene die daartoe volgens artikel 3:28 BW verplicht is, weigert de verklaring van waardeloosheid af te geven, hij door iedere onmiddellijk belanghebbende kan worden gedagvaard. De rechtbank verklaart de inschrijving dan waardeloos op grond van artikel 3:29 lid 1 BW. Dat artikel is ingevolge artikel 3:274 lid 3 BW ook van toepassing op hypothecaire inschrijvingen en blijkens de parlementaire geschiedenis kan ook de voorzieningenrechter in kort geding over een dergelijke vordering beslissen.
3.3.
In het onderhavige geval is het hypotheekrecht 36 jaar geleden gevestigd en is de hypotheekhouder in 2007 ontbonden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiseres] alles heeft gedaan wat van haar mocht worden verwacht om met de voormalig bestuurder van Papaine BV in contact te komen. Ook op een gepubliceerde oproeping in een representatief dagblad in de regio heeft zij geen reactie ontvangen. Artikel 3:29 BW is dus op de onderhavige situatie van toepassing.
3.4.
Gelet op het spoedeisend belang en het aannemelijke feit dat [eiseres] zonder een beslissing op korte termijn niet in staat zal zijn om het pand aan de kopers te leveren en omdat de vordering de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de gevorderde voorziening worden toegewezen, behoudens het navolgende.
3.5.
Ten aanzien van de gevorderde proceskostenveroordeling is de voorzieningenrechter van oordeel dat voor een dergelijke veroordeling in deze procedure geen plaats is, nu het niet mogelijk is gebleken om met de hypotheekhouder in contact te komen en ook niet bekend is of de in artikel 3:28 BW beoogde verklaring in dat geval zou zijn afgegeven en het voeren van de onderhavige procedure niet nodig was geweest.
De proceskosten zullen daarom voor rekening van [eiseres] blijven.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
verklaart de hypothecaire inschrijving ten behoeve van de besloten vennootschap [naam B.V.] , althans Papaine BV, op de onroerende zaak aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] waardeloos;
4.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 6 december 2021. [1]

Voetnoten

1.LK/AM