Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.Het standpunt van veroordeelde en zijn raadsvrouw
3.Het standpunt van de officier van justitie
4.De beoordeling van het bezwaarschrift
5.Beslissing
(16 uren)
Rechtbank Noord-Holland
Op 9 december 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de omzetting van een taakstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde, die lijdt aan psychische klachten, had een taakstraf van 40 uren opgelegd gekregen, maar had slechts 8 uren gewerkt. De reclassering concludeerde dat de taakstraf niet was uitgevoerd vanwege de psychische toestand van de veroordeelde en zijn hoge schulden. Het Openbaar Ministerie had de resterende 32 uren omgezet in 16 dagen hechtenis. De veroordeelde en zijn raadsvrouw maakten bezwaar tegen deze omzetting, waarbij werd verzocht om een herkansing, gezien de recente uitspraak van de rechtbank die een vergelijkbare situatie had behandeld. Tijdens de zitting op 9 december 2021 werd de raadsvrouw gehoord, evenals de officier van justitie, die pleitte voor een allerlaatste kans voor de veroordeelde. De rechtbank oordeelde dat de beslissingen van AICE, de uitvoerende instantie, onvoldoende rekening hielden met het totale beeld van de dader en de bijzondere omstandigheden van de zaak. De rechtbank verklaarde het bezwaar gegrond en bepaalde dat de veroordeelde de taakstraf binnen zes maanden moest voltooien, met inachtneming van de eerder uitgesproken herkansing.