Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Leasemore B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Leasemore B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde, naar aanleiding van een voortijdig beëindigde leaseovereenkomst voor een Volkswagen Up!. De overeenkomst werd beëindigd omdat de gedaagde meerdere facturen niet had betaald. Leasemore vorderde een totaalbedrag van € 2.953,43, inclusief buitengerechtelijke kosten en rente. De gedaagde erkende een deel van de vordering, maar betwistte het resterende bedrag en vroeg om terugbetaling van zijn eigendommen die in de auto waren achtergebleven.
Tijdens de zitting op 9 november 2021 was de gedaagde niet aanwezig, maar Leasemore heeft haar standpunt toegelicht. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot een bedrag van € 1.179,17 niet door de gedaagde was betwist en wees dit bedrag toe. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag werd eveneens toegewezen, omdat de gedaagde in verzuim was gekomen door het niet tijdig betalen van de facturen.
De kantonrechter wees echter de gevorderde buitengerechtelijke kosten gedeeltelijk af, omdat Leasemore niet voldoende had onderbouwd hoe de hoofdsom was samengesteld. De rechter benadrukte dat het niet aan de rechter is om in de overgelegde producties naar ondersteunende feiten te zoeken. De vordering voor het overige werd afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De proceskosten werden toegewezen aan Leasemore, omdat de gedaagde het erkende deel van de vordering niet had betaald. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.