Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan de betrokkene voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De kantonrechter oordeelde dat van weggebruikers oplettendheid op verkeersborden mag worden verwacht en dat het aan de weggebruiker is om zijn rijgedrag, waaronder de snelheid, aan te passen zodat verkeersborden tijdig worden waargenomen en de inhoud ervan kan worden begrepen. De betrokkene had aangevoerd dat hij de borden niet had opgemerkt, maar de kantonrechter oordeelde dat dit voor zijn rekening kwam.
De zaak werd behandeld op de zitting waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de betrokkene zelf niet. De kantonrechter stelde vast dat de gedraging was vastgesteld aan de hand van een foto gemaakt met een flitspaal, waarop het voertuig van de betrokkene zichtbaar was, maar niet het verkeersbord. De kantonrechter concludeerde echter dat er voldoende bewijs was dat het bord ten tijde van de gedraging deugdelijk was geplaatst, op basis van schouwrapporten van de gemeente die aantoonden dat de bebording aanwezig was.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.