ECLI:NL:RBNHO:2021:11537

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
C/15/322011 / KG ZA 21-587
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige opzegging van een duurovereenkomst en vorderingen tot voortzetting van de partnerovereenkomst afgewezen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 december 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Transcontinenta B.V. en Hyper/Targus. Transcontinenta, een distributeur van foto- en filmapparatuur, vorderde dat Hyper/Targus, de nieuwe eigenaar van Sanho Corporation, haar verplichtingen uit een exclusieve partnerovereenkomst zou nakomen. De partnerovereenkomst, die in 2015 mondeling was gesloten, gaf Transcontinenta het recht om Hyper-producten te importeren en distribueren in de EU, het VK, Rusland en Zuid-Afrika. Hyper/Targus had echter aangekondigd de overeenkomst te willen wijzigen en de distributie via haar eigen netwerk te laten verlopen, wat leidde tot een geschil.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de partnerovereenkomst feitelijk exclusief was, maar dat de opzegging door Hyper/Targus niet onrechtmatig was. De rechter stelde vast dat de verstandhouding tussen partijen zodanig verstoord was dat een voortzetting van de samenwerking niet meer mogelijk was. Daarom werden de vorderingen van Transcontinenta afgewezen, en werd zij veroordeeld in de proceskosten. De rechter benadrukte dat beide partijen in overleg moeten treden om op een behoorlijke wijze afscheid van elkaar te nemen, rekening houdend met de gevolgen van de overname van Sanho door Targus.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/322011 / KG ZA 21-587
Vonnis in kort geding van 16 december 2021 (bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRANSCONTINENTA B.V.,
statutair gevestigd te Haarlemmermeer en kantoor houdende te Nieuw-Vennep,
eiseres,
advocaten mr. G.W. Giltay Veth en mr. T. de Mönnink te Haarlem,
tegen
1. de rechtspersoon georganiseerd en opgericht naar het recht van de Verenigde Staten
HYPER PRODUCTS INC(tot voor kort genaamd
SANHO CORPORATION),
gevestigd te Anaheim, California (Verenigde Staten),
2. de rechtspersoon georganiseerd en opgericht naar het recht van de Verenigde Staten
TARGUS GROUP INTERNATIONAL INCORPARATED,
gevestigd te Anaheim, California (Verenigde Staten)
3. de rechtspersoon georganiseerd en opgericht naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
TARGUS EUROPE LTD,
gevestigd te Feltham, Middlesex (Verenigd Koninkrijk),
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TARGUS B.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende te Maastricht,
gedaagden,
advocaten mr. G.A. Smit en mr. S.L. Boersen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna worden genoemd eiseres Transcontinenta en gedaagden gezamenlijk Hyper/Targus en ieder afzonderlijk Hyper en Targus.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen met producties
  • de conclusie van antwoord met producties
  • de aanvullende producties 28 t/m 40 van de zijde van Transcontinenta
  • de mondelinge behandeling d.d. 8 december 2021
  • de pleitnota van Transcontinenta
  • de pleitnota van Hyper/Targus.
1.2.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling op 8 december 2021 zijn verschenen namens Transcontinenta de heren [betrokkene 1] en [betrokkene 2], bijgestaan door
mr. Giltay Veth en mr. De Mönnink voornoemd en namens Hyper/Targus mr. Smit en
mr. Boersen voornoemd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Transcontinenta importeert en distribueert foto- en filmapparatuur en bijbehorende accessoires.
2.2.
Hyper was tot voor kort genaamd Sanho Corporation (hierna: Sanho). Sanho fabriceerde accessoires onder de naam Hyper voor Apple en andere mobiele devices.
2.3.
Tussen Transcontinenta en Sanho is in 2015 mondeling een partnerovereenkomst gesloten. Op basis van die partnerovereenkomst had Transcontinenta het recht Hyper producten te importeren en distribueren in de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk, Rusland en Zuid-Afrika (hierna: het Territorium).
2.4.
Op 4 mei 2021 is Sanho overgenomen door Targus, een multinational met vestigingen in een groot aantal landen waaronder de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Targus legt zich toe op de ontwikkeling, productie en verkoop van tassen, hoezen en andere accessoires voor laptops en andere draagbare devices en beschikt over een groot distributienetwerk in circa 100 landen.
2.5.
In een e-mail van 28 september 2021 heeft Hyper/Targus aan Transcontinenta aangekondigd de partnerovereenkomst te willen wijzigen per 1 januari 2022. Zij deelt het volgende mee:
(…) there are a number of critical decisions that we have to make, including some changes in the way we go to market in the EU.
Now that Hyper is part of Targus, we now have a nexus in Europe and there are several EU certification requirements and compliance obligations that our EU entity (Targus EMEA) must meet that were previously not required when Hyper was just handing over the goods to Transcontinenta in Hong Kong.
To meet all the extensive certification requirements and compliance obligations, Targus EMEA will have to be the importer of record for all Hyper products starting January 1 st 2022.
Going forward:
• All Hyper products will be sourced in Europe
• Targus will the importer of record for Hyper and will be responsible for all EU certifications and compliance
• All Transcontinenta Purchase Orders will be submitted to and fulfilled by Targus EMEA.
• To that effect, we need to have a Distributor Agreement signed (please see attached)
• We can offer exclusivity for the Benelux region for 12 months
• We will also overall a yearly commercial plan with this that includes target accounts, where to focus and more guidance on pricing etc.
Hendrik will continue to work with YOU on growing the business and specific customer opportunities.
We value the partnership that we have enjoyed over the years, and we feel that we can continue to grow mutually with Transcontinenta.
2.6.
Bij brief van 28 oktober 2021 reageert Transcontinenta als volgt op voornoemde e-mail:
“We have received your e-mail of 28 September 2021. We are very much surprised and dismayed by
your proposal (…)
As you know, we have been Sanho’s exclusive partner for the HYPER products since 2015 for the Benelux and since 2016 also for other European and other countries. Transcontinenta
successfully introduced the Hyper products to the European market and also in the UK, Russia and South-Africa. The feedback Transcontinenta received from Sanho over the course of the years about its performance has always been very positive.(…)
Our relationship has been built on mutual trust; you have always stated and confirmed, orally and also in writing, that our partnership, which qualifies as a joint venture co-operation, is a long-term partnership, for many years to come.
We have not only acted as a distributor for you, but we have built and financed the European
and other markets from scratch, which has resulted in a healthy and growing business with a
turnover of almost USD 7.000.000,-- (2019). At the moment Transcontinenta is Sanho’s 2nd
largest customer.(…) The Hyper products are distributed through over a thousand on- and offline retail outlets in the European and other markets.(…) Currently at least 8 employees are involved with the marketing and sale of the Hyper products, equalling costs in the amount of approximately €510.000,-. (…) A material change of our partnership as per 1 January 2022 would result in an estimated financial loss for Transcontinenta of approximately €1.320.000,- a year on margin. This loss would be extremely difficult to recover, not only as it is challenging for Transcontinenta to switch to the sale of a similar type of products/other suppliers, but also given the effects of the COVID-19 pandemic. (…)Your proposal also completely contradicts Hypers previous promises, given as recent as on 4 August, 2021, that there exists a long-term cooperation, which is aimed at the future and has always been geared to expansion. (…) In light of the above, we ask you to confirm to us ultimately by Monday 8 November 2021. That Sanho shall continue to perform and honour its obligations that ensue from the exclusive partnership towards Transcontinenta and will deliver the products ordered by Transcontinenta as usual, for an unlimited duration. 1f Sanho fails to comply timely and/or fully with the above, Transcontinenta will consider itself free to take the appropriate legal actions against Sanho in order to enforce its rights.”
2.7.
In een brief van 2 november 2021 heeft Hyper/Targus aangevoerd dat er geen sprake is van exclusiviteit.
2.8.
Bij brief van 1 december 2021 deelt Hyper/Targus onder meer het volgende mee aan Transcontinenta:
“(…) Hyper is entitled to terminate its relationship with Transcontinenta and had done so correctly and validly in its notice of September 28, 2021. Firstly, Hyper observed a reasonable notice period of three months and secondly, Hyper offered continued distributorship with 12-month exclusivity for the Benelux – which represents by far the biggest share of Transcontinenta’s sales of Hyper products.
Nonetheless, Transcontinenta continues to insist that it should be offered exclusive distributorship in the Territory beyond January 1, 2022. It has even initiated summary relief proceedings before the court in Haarlem, The Netherlands, in which it requests that Targus/Hyper be ordered ‘to fully perform their obligations from the exclusive partnership with plaintiff for an indefinite period of time (…) and to prohibit (them) each jointly and severally to sell and deliver the Hyper products directly or indirectly.’ These claims are baseless, and Targus is convinced that the court in summary proceedings will reject these claims. You will appreciate that this will mark the end of the commercial relationship between the parties.
Since Transcontinenta rejected Targus’ proposal for a commercial agreement after January 1, 2022 the relationship between parties will terminate on this date. In addition, and only to extend necessary, Targus/Hyper hereby notify Transcontinenta that they terminate (opzeggen/beëindigen) any (contractual) relationship between the parties that may still remain at this date per April 1, 2022. The said terminations will have as effect, among other, that as from January 1, 2022 (and in any event April 1, 2022) Targus/Hyper will no longer accept orders of or deliver products to Transcontinenta.”

3.Het geschil

3.1.
Transcontinenta vordert samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Hyper/Targus hoofdelijk zal veroordelen haar verplichtingen uit de exclusieve partnership met Transcontinenta voor onbepaalde tijd, betreffende de Europese Unie, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika vanaf de datum van de dagvaarding jegens Transcontinenta onverkort na te komen en Hyper/Targus ieder hoofdelijk zal verbieden de Hyper producten rechtstreeks dan wel indirect, al dan niet via derden binnen het grondgebied van de Europese Unie, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika te verkopen en te leveren, één en ander totdat de partnership met Transcontinenta op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd, op straffe van een dwangsom en met hoofdelijke veroordeling van Hyper/Targus in de kosten van dit geding, te vermeerderen met nakosten en met wettelijke rente.
3.2.
Transcontinenta legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Hyper/Targus onrechtmatig handelt jegens haar. Zij stelt dat zij als gevolg van dit onrechtmatig handelen schade lijdt.
3.3.
Hyper/Targus voert verweer
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

IPR

4.1.
Transcontinenta is gevestigd in Nederland, gedaagden sub 1 en 2 zijn gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika, gedaagde sub 3 is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en gedaagde sub 4 in Nederland. Daarom draagt de zaak een internationaal karakter en moeten eerst de vragen over de bevoegdheid van de rechter en het toepasselijk recht worden beantwoord.
Omdat gedaagde 4 in Nederland is gevestigd en er een nauwe band bestaat tussen de vorderingen tegen Hyper/Targus, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 4 in samenhang met artikel 8 van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis Vo).
4.2.
Transcontinenta baseert haar vordering op een exclusief distributierecht. De Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I) is hier van toepassing. In artikel 4 lid 1 sub f van Rome I is bepaald dat het distributiecontract wordt beheerst door het land waar de distributeur zijn gewone verblijfplaats heeft. Transcontinenta is gevestigd in Nederland zodat Nederlands recht van toepassing is.
Niet-ontvankelijkheidsverweer
4.3.
Hyper/Targus heeft als meest verstrekkend verweer ter zitting aangevoerd dat Transcontinenta niet kan worden ontvangen in haar vordering bij gebrek aan belang, omdat Targus de partnerovereenkomst met Transcontinenta inmiddels met onmiddellijke ingang heeft ontbonden zodat deze sowieso om die reden is geëindigd. Hyper/Targus stelt dat zij gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden omdat zij er zeer recent mee bekend geworden is dat Transcontinenta als importeur blijkbaar jarenlang Hyper producten heeft ingevoerd vanuit Hongkong naar de EU zonder dat zij steeds beschikte over de benodigde documentatie van die producten, hetgeen in strijd is met de REACH-verordening. Zij heeft gesteld dat voor zover zou blijken dat Transcontinenta op deze wijze Hyper producten op de markt heeft gebracht in de EU, zonder de vereiste veiligheidscertificering, dit voor Hyper/Targus een grote schadepost kan opleveren.
4.4.
Transcontinenta heeft betwist dat zij niet aan haar verplichtingen onder de REACH-Verordening heeft voldaan.
4.5.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het hier gaat om een nogal vergezocht argument dat door Hyper/Targus op het allerlaatste moment is ingeroepen, uitsluitend als extra zekerheid om dan in ieder geval langs die weg van Transcontinenta af te kunnen komen. Uit de brief van 1 december 2021 (hiervoor geciteerd in r.o. 2.8) blijkt dat Targus zacht gezegd ‘not amused’ was dat Transcontinenta het onderhavige kort geding aanhangig heeft gemaakt. Targus heeft de ontbinding feitelijk ingeroepen op basis van een
vermoeden, welk vermoeden zij in dit kort geding bovendien onvoldoende heeft onderbouwd. Los van de vraag wie er in deze discussie over de reikwijdte van de REACH-Verordening gelijk heeft, heeft de door Hyper/Targus ingeroepen ontbinding een dusdanig verstrekkend gevolg dat daarin in kort geding alleen kan worden meegegaan als met voldoende mate van zekerheid kan worden aangenomen dat ook de bodemrechter, op basis van dezelfde feiten en omstandigheden, zonder meer zal oordelen dat Hyper/Targus met succes de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter doet die situatie zich hier echter niet voor. Om tot een dergelijk oordeel te kunnen komen zou ook de bodemrechter, op basis van de thans gepresenteerde feiten en omstandigheden, naar alle waarschijnlijkheid oordelen dat nader feitenonderzoek en/of nadere bewijslevering nodig is. Een kort gedingprocedure leent zich naar zijn aard niet voor dergelijk nader onderzoek en reeds om die reden zal in dit kort geding aan dit - als gezegd prima vista nogal vergezocht ogende - argument van Targus voorbijgegaan worden en kan Transcontinenta worden ontvangen in haar vordering.
Inhoudelijk
4.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen Transcontinenta en Sanho in 2015 mondeling een partnerovereenkomst tot stand gekomen is. Onderdeel van de gemaakte afspraken was onder meer dat Transcontinenta, dat financieel sterker was dan het als ‘startup’ beginnende Sanho, aan afnemers van Hyper producten krediet kon verlenen bij aankoop van grotere partijen Hyper producten, waardoor het distributienetwerk steeds verder kon worden uitgebreid. Inmiddels is Sanho evenwel overgenomen door het veel grotere Targus en Targus wenst wijzigingen door te voeren in de distributie van de Hyperproducten, in die zin dat zij de distributie via haar eigen netwerk wil laten verlopen.
4.7.
Transcontinenta beroept zich echter op tussen haar en Sanho overeengekomen exclusiviteit. De kern van het geschil tussen Transcontinenta en Hyper/Targus is dus gelegen in het antwoord op de vraag of in het verleden de gestelde exclusiviteit overeengekomen is, zowel voor het importeren als voor het distribueren van Hyper producten in het Territorium. Dit is door Hyper/Targus betwist, stellende dat daarover geen schriftelijke afspraken zijn gemaakt. Bij het beantwoorden van die vraag komt het echter niet alleen aan op wat partijen daarover mondeling of schriftelijk hebben afgesproken, maar ook op wat bij de uitvoering van de partnerovereenkomst de feitelijke gang van zaken is geweest.
4.8.
Op basis van de stukken en van hetgeen ter zitting is aangevoerd is de voorzieningenrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk geworden is dat er bij de uitvoering van de partnerovereenkomst feitelijk sprake is geweest van een verregaande exclusiviteit voor Transcontinenta in de EU. Daarbij wordt ook van belang geacht dat ter zitting onweersproken is aangevoerd dat Sanho in 2015 nog een startende onderneming was en dat Transcontinenta, nadat partijen een partnerovereenkomst hadden gesloten, vanaf 2015 jarenlang de door Sanho geproduceerde Hyper producten op steeds grotere schaal heeft ingevoerd en gedistribueerd op de markt binnen de EU en zo in de loop der jaren een uitgebreid distributienetwerk voor de afzet van de Hyper producten heeft opgebouwd, dat er in ieder geval in 2019 toe heeft geleid dat een omzet van bijna 7 miljoen dollar gerealiseerd werd.
4.9.
Bij die stand van zaken is de voorzieningenrechter van oordeel dat het bepaald aannemelijk is dat de bodemrechter, geconfronteerd met hetzelfde feitencomplex, op basis van de feitelijke gang van zaken zal oordelen dat tussen Transcontinenta en Sanho sprake was van een feitelijk exclusieve duurovereenkomst, die na de overname van Sanho door Hyper/Targus in ieder geval niet mocht worden opgezegd zonder dat daarbij een behoorlijke opzegtermijn in acht genomen werd en zonder dat Transcontinenta daarbij in voldoende mate schadeloos gesteld zou worden.
4.10.
Hyper/Targus heeft gesteld dat, als de partnerovereenkomst al als duurovereenkomst moet worden aangemerkt, zij in ieder geval aan die verplichtingen heeft voldaan. Zij heeft erop gewezen dat zij de partnerovereenkomst met Transcontinenta in de e-mail van 28 september 2021 heeft opgezegd tegen 1 januari 2022, zodat zij een passende opzegtermijn van drie maanden in acht genomen heeft en dat zij Transcontinenta ter compensatie een exclusief distributeurschap voor 1 jaar heeft aangeboden voor de Benelux en een niet-exclusief distributeurschap voor de EU, maar dat Transcontinenta zelf dit aanbod heeft afgewezen.
4.11.
De voorzieningenrechter is met Transcontinenta van oordeel dat de inhoud van de e-mail van 28 september 2021 (hiervoor in r.o. 2.5) niet kwalificeert als een opzegging/beëindiging van de partnerovereenkomst, maar eerder valt aan te merken als een voorwaarschuwing dat Hyper/Targus tot opzegging van de partnerovereenkomst wil overgaan per 1 januari 2021 en in welke vorm ze daarna de samenwerking met Transcontinenta zou willen voortzetten. Niet eerder dan in de brief van 1 december 2021 (hiervoor in r.o. 2.8) heeft Hyper/Targus de partnerovereenkomst daadwerkelijk opgezegd tegen 1 januari 2022 en voor het geval er nog andere overeenkomsten zouden zijn deze voor zover nodig opgezegd tegen 1 april 2022. Dit betekent dat Hyper/Targus de overeenkomst met Transcontinenta feitelijk heeft opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand.
4.12.
Bij die stand van zaken acht de voorzieningenrechter het voorshands bepaald niet ondenkbaar dat de bodemrechter deze opzegging onrechtmatig zal oordelen, gelet op de door Hyper/Targus gehanteerde opzegtermijn en de aangeboden voorwaarden voor de continuering van de relatie. Uit dat oordeel zal dan mogelijk volgen dat Hyper/Targus schadeplichtig is ten opzichte van Transcontinenta en die onrechtmatigheid zal zich dan mogelijk kunnen vertalen in het betalen van een substantiële schadeloosstelling.
4.13.
In het onderhavige kort geding heeft Transcontinenta geen (voorschot op) schadevergoeding gevorderd maar haar pijlen louter gericht op herstel dan wel het doen voortbestaan van de eerder bestaande toestand met daarnaast een verbod aan Hyper/Targus om zelf of via derden Hyper producten te distribueren binnen het Territorium. Hoewel hetgeen hiervoor in r.o. 4.12 is overwogen over de onrechtmatigheid van de opzegging op zich een dergelijk (al dan niet tijdelijk) verbod zou kunnen rechtvaardigen, komt een dergelijke voorlopige maatregel in de onderhavige zaak toch niet voor als een passende maatregel. Uit de inhoud van de stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt dat de verstandhouding tussen partijen inmiddels zodanig is verstoord en dat er sprake is van een dusdanig groot wederzijds wantrouwen dat van een vruchtbare samenwerking niet langer sprake meer zal kunnen zijn. Afgedwongen voortgezette samenwerking op basis van een voorlopige maatregel zou dan ook gedoemd zijn te mislukken en slechts leiden tot nieuwe geschillen tussen partijen dan wel tot executiegeschillen, waarbij geen van partijen gebaat is.
4.14.
Partijen zullen met elkaar in overleg moeten treden om op een behoorlijke wijze afscheid te nemen van elkaar. Daarbij is het van belang dat Transcontinenta zich realiseert dat de overname van de voormalige startup Sanho door een grote marktpartij als Targus, waardoor Transcontinenta een partner kwijtraakt met wie zij gedurende vele jaren op basis van mondelinge afspraken in goede harmonie en vruchtbaar zaken heeft gedaan, op zich tot haar ondernemersrisico behoort.
Targus dient zich echter te realiseren dat het tot haar ondernemersrisico behoort dat zij bij het opkopen van een startup teneinde deze te integreren in haar eigen distributienetwerk, bij de opzegging van een bestaande duurovereenkomst tussen het overgenomen bedrijf en een derde, de portemonnee zal moeten trekken voor een substantiële schadeloosstelling.
4.15.
Uit het vorenstaande volgt dat de vorderingen van Transcontinenta worden afgewezen. Transcontinenta wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van Hyper/Targus begroot op:
vastrecht € 667,00
salaris advocaat
€ 1.016,00
Totaal € 1.683,00
4.16.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze als hierna onder ‘de beslissing’ te vermelden.
4.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten is telkens toewijsbaar op de wijze als hierna te vermelden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Transcontinenta tot betaling aan Hyper/Targus van € 1.683,00 aan proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling;
5.3.
veroordeelt Transcontinenta in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 163,-- aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met een bedrag van € 85,-- aan salaris advocaat, indien betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling;
5.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op 16 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: 1155