ECLI:NL:RBNHO:2021:11570

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
8817159
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in een geschil over aanneming van werk met voorgenomen benoeming van een deskundige

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een vordering ingesteld tegen gedaagde, h.o.d.n. [handelsnaam], met betrekking tot een aannemingsovereenkomst voor de verbouwing van een vakantiewoning. De overeenkomst, gesloten in augustus 2019, omvatte diverse werkzaamheden, waaronder het sluiten van kozijnen en het betegelen van de badkamer. Eiser vordert herstelkosten van € 14.400,00, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en kosten voor een expertiserapport, omdat gedaagde volgens eiser niet heeft voldaan aan de bouwkundige eisen van goed en deugdelijk werk.

Gedaagde betwist de vordering en stelt dat de problemen in de badkamer deels te maken hebben met de kwaliteit van de door eiser zelf aangeschaften tegels. Gedaagde heeft een tegenvordering ingesteld voor betaling van € 2.859,17 voor verrichte werkzaamheden en geleverde goederen. Tijdens de zitting is besproken dat partijen gezamenlijk een deskundige zouden aanwijzen om de omvang van de schade te onderzoeken, maar dit is niet gelukt. De kantonrechter is voornemens om zelf een deskundige te benoemen en heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de persoon van de deskundige en de aan hem te stellen vragen.

De kantonrechter heeft besloten dat de kosten van de deskundige door gedaagde moeten worden gedeponeerd, gezien het feit dat eiser al een deskundigenrapport heeft laten opstellen, waarvan gedaagde de juistheid heeft betwist zonder een contra-expertise aan te bieden. De zaak zal op 15 december 2021 opnieuw op de rol komen voor het nemen van een akte door beide partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8817159 \ CV EXPL 20-8630
Uitspraakdatum: 17 november 2021
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser in conventie
verweerder in reconventie
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: voorheen mr. S.A. Lala - Bhagwandien, nu mr. D. van der Bie
tegen
[gedaagde] h.o.d.n. [handelsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde in conventie
eiser in reconventie
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. R.S. Levenga

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 6 oktober 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingesteld. [eiser] heeft schriftelijk gereageerd op de tegenvordering.
1.2.
Op 1 april 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
1.3.
Bij brieven van 10 mei 2021 zijn partijen geïnformeerd dat de kantonrechter die de zaak op de zitting heeft behandeld, wegens ontstentenis is vervangen door een andere kantonrechter. Partijen zijn daarbij in de gelegenheid gesteld om zich op de rol van 2 juni 2021 uit te laten of zij een nadere behandeling ter zitting willen met de vervangende rechter. Bij akte hebben partijen laten weten dat zij afzien van een andere behandeling.

2.De feiten

2.1.
In augustus 2019 heeft [eiser] met [gedaagde] een aannemingsovereenkomst gesloten voor de verbouwing van zijn vakantiewoning in [plaats] . De werkzaamheden bedroegen in eerste instantie: kozijnen sluiten en afwerken, de badkamer voorbereiden op plaatsen en het betegelen van de badkamer. De werkzaamheden en benodigde bouwmaterialen zijn opgenomen in de offerte d.d. 25 augustus 2019. De offerte bedroeg
€ 11.776,93
2.2.
Hierna is tussen partijen meerwerk afgesproken waaronder het stucen van een deel van de woonkamer, het betegelen van de buitenmuur en het aanbrengen van stopcontacten en een buitenkraan. Voor het meerwerk hebben partijen een bedrag van € 8.117,46 afgesproken.
2.3.
Per brief d.d. 11 februari 2020 heeft [gedaagde] [eiser] in gebreke gesteld voor het uitblijven van de betaling van de factuur d.d. 4 februari 2020 ten bedrage van € 836,59.
2.4.
Per brief d.d. 21 februari 2020 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] geschreven dat er diverse gebreken zijn geconstateerd aan het werk van [gedaagde] . [gedaagde] is in deze brief gesommeerd om binnen vier weken de werkzaamheden af te ronden, de gebreken te herstellen naar de eis van goed en deugdelijk werk en het werk op te leveren.
2.5.
Op 2 april 2020 heeft [eiser] een deskundige rapport laten opmaken door KakesWaal expertise. De deskundige heeft samen met beide partijen de woning bezocht op 15 april 2020. Als kostenraming voor het herstellen van de werkzaamheden wordt in het rapport het bedrag van € 14.400,00 genoemd.
2.6.
Dit rapport heeft [eiser] per brief d.d. 4 juni 2020 aan [gedaagde] gestuurd.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot:
- betaling van € 14.400,00 aan herstelkosten vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2020;
- betaling van € 919,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- betaling van € 1.399,00 voor vergoeding van de kosten voor het expertiserapport;
- betaling van de proceskosten inclusief nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat het werk door [gedaagde] niet is opgeleverd en niet voldoet aan de bouwkundige eisen van goed en deugdelijk werk. [gedaagde] is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. Hierdoor heeft [eiser] schade geleden.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering en voert aan – samengevat – dat de problemen in de badkamer (deels) te maken hadden met de kwaliteit van de tegels die [eiser] zelf had aangeschaft. Partijen hebben over de badkamer een akkoord bereikt door het tegelwerk goed te keuren met een creditering van de tegelkosten van 50 %. Daarna is nog een douchescherm besteld en geplaatst en zijn er herstelwerkzaamheden aan het stucwerk in de badkamer en in de woonkamer verricht. Dit betekent dat de badkamer en het stukadoorswerk opgeleverd zijn. Dit blijkt ook uit het feit dat [eiser] de woning in gebruik heeft genomen. Gelet hierop is er geen grond voor vervangende werkzaamheden dan wel vervangende schadevergoeding, aldus [gedaagde] .
4.2.
[gedaagde] vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter [eiser] veroordeelt tot betaling van € 2.859,17 voor de door hem verrichtte werkzaamheden en geleverde goederen met veroordeling van [eiser] in de proceskosten inclusief nakosten en wettelijke rente.
4.3.
[eiser] betwist de tegenvordering.

5.De beoordeling

5.1.
Tijdens de zitting is besproken dat partijen in de gelegenheid werden gesteld om in gezamenlijk overleg een deskundige aan te wijzen die de omvang van de schade die [eiser] stelt te hebben geleden zou onderzoeken. Partijen hebben bij akte aangegeven dat het niet gelukt is om gezamenlijk een deskundige te benoemen en hebben gevraagd de rechtbank een deskundige te laten benoemen. In dezelfde akte hebben partijen hun vragen voor de deskundige opgesteld.
5.2.
De kantonrechter is van oordeel dat kan worden volstaan met het benoemen van één deskundige. De kantonrechter is voornemens [voorgenomen deskundige] te benoemen als deskundige. Voordat tot de benoeming van de deskundige wordt overgegaan, zal de kantonrechter partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de persoon van de te noemen deskundige en over de aan te deskundige te stellen vragen. De kantonrechter zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen. De rechtbank is voornemens aan de deskundige in ieder geval de volgende vragen voor te leggen:
1. Kunt u aangeven of en in welke mate de werkzaamheden die vermeld staan op de offerte d.d. 25 augustus 2019 en de specificatie meerwerk zijn verricht?
2. Is het werk opgeleverd?
3. Voldoet het werk aan de eisen van goed en deugdelijk werk?
4. Indien het werk niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk voldoet, wat zijn dan de gebreken?
5. Wat zijn de herstelkosten voor de gebreken en wat zijn de kosten om het werk te voltooien?
6. kunt u aangeven of het tegelwerk voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk en zo nee op welke wijze zodanig herstel plaats kan vinden dat het tegelwerk alsnog aan de eisen van goed en deugdelijk werk voldoet en kunt u aangeven wat de kosten daarvan zijn?
7. kunt u aangeven of het stuc-/ en sauswerk in de keuken en de woonkamer voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk? Kunt u ook hiervan aangeven als dat niet zo is op welke wijze herstel plaats moet vinden om het werk aan de eisen van goed en deugdelijk werk te laten voldoen en wat de kosten daarvan zijn?
8. geeft uw onderzoek u aanleiding om zaken op te merken die bij beantwoording van de vragen niet aan de orde zijn gekomen?
5.3.
De kantonrechter ziet een aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. [eiser] heeft immers reeds een deskundige rapport laten opstellen, waarvan [gedaagde] de deskundigheid en de juistheid van de inhoud van het rapport heeft betwist zonder een contra-expertise aan te bieden. Om deze reden zal de kantonrechter bepalen dat de kosten van de deskundige door [gedaagde] moet worden gedeponeerd.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 15 december 2021 voor het (gelijktijdig) nemen van een akte door [eiser] en [gedaagde] waarin zij zich uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige en over de aan de deskundige te stellen vragen;
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. M.L. van der Meij.
De griffier De kantonrechter