ECLI:NL:RBNHO:2021:11610

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 februari 2021
Publicatiedatum
16 december 2021
Zaaknummer
onbekend ivm AVG
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling wegens niet-naleving van verplichtingen door schuldenares

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, op 23 februari 2021 uitspraak gedaan over de beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) van de schuldenares. De bewindvoerder heeft aangegeven dat de schuldenares zich niet heeft gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wsnp. De rechtbank moest beoordelen of deze tekortkomingen voldoende reden waren om de regeling te beëindigen. Het bleek dat er een boedelachterstand was ontstaan die niet meer kon worden ingelopen voor het einde van de schuldsaneringsregeling. Daarnaast heeft de schuldenares zich niet gehouden aan de informatieplicht en heeft zij nieuwe schulden laten ontstaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares meerdere salarisspecificaties, bankafschriften en informatieformulieren niet heeft overlegd aan de bewindvoerder. Dit heeft geleid tot een boedelachterstand van € 5.449,98. Bovendien heeft de schuldenares nieuwe schulden gemaakt bij verschillende instanties, wat in strijd is met de voorwaarden van de wsnp. Tijdens de zitting heeft de schuldenares aangegeven de wsnp te willen beëindigen om zelfstandig met de schuldeisers een regeling te treffen, maar de rechtbank oordeelde dat de ernstige tekortkomingen in de naleving van de wsnp geen andere keuze lieten dan de regeling te beëindigen.

De rechtbank heeft de wsnp van de schuldenares per 23 februari 2021 beëindigd, wat betekent dat de schuldenares geen schone lei meer krijgt en dat schuldeisers haar weer tot betaling kunnen dwingen. Tevens heeft de rechtbank de schuldenares failliet verklaard, met ingang van de dag waarop het vonnis definitief is en niet meer kan worden aangevochten. De rechtbank heeft ook een curator benoemd en de vergoeding voor de bewindvoerder vastgesteld.

Uitspraak

VONNIS TUSSENTIJDSE BEËINDIGING

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Haarlem
afdeling: Handel, Kanton en Insolventie
insolventienummer: C/15/ [nummer] R
rechter: mr. J.J. Dijk
bewindvoerder: [bewindvoerder]
uitspraakdatum: 23 februari 2021
in de zaak van: [schuldenares] (hierna: schuldenares)
geboren op: [geboortedatum] te [plaats 1]
wonende te: [plaats 2]

1.Samenvatting

Schuldenares heeft zich volgens bewindvoerder niet gehouden aan de verplichtingen van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechtbank moet beoordelen of dit reden is om de regeling nu te beëindigen.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank beëindigt de wsnp van schuldenares.

3.Gevolgen voor schuldenaar

  • De wsnp van schuldenares stopt per 23 februari 2021.
  • Schuldenares krijgt geen schone lei. De schuldeisers kunnen haar weer tot betaling dwingen.
  • De rechtbank verklaart schuldenares failliet. Het faillissement gaat in op de dag waarop dit vonnis definitief is en niet meer kan worden aangevochten.

4.Redenen voor deze beslissing

4.1.
Verwijten aan de schuldenares
  • Schuldenares heeft zich niet gehouden aan de informatieplicht. Zij heeft meerdere salarisspecificaties, bankafschriften en informatieformulieren niet afgegeven aan de bewindvoerder.
  • Schuldenares heeft een boedelachterstand laten ontstaan. Schuldenares moet maandelijks alle inkomsten boven het vrij te laten bedrag naar de boedelrekening overmaken. Dit heeft zij niet gedaan. De boedelachterstand bedraagt: € 5.449,98;
  • Tijdens de wsnp mag schuldenares geen nieuwe schulden maken. Dit is wel gebeurd. Schuldenares heeft nieuwe schulden bij: het Hoogheemraadschap, PWN en het Zilveren Kruis voor een bedrag van € 1.552,32.
4.2.
Reactie van de schuldenares
 Schuldenares heeft tijdens de zitting aangegeven dat zij de wsnp wenst te beëindigen omdat zij zelfstandig met de schuldeisers een regeling wenst te treffen.
4.3.
Afweging van de argumenten van partijen door de rechtbank
  • Op de hiervoor genoemde zitting heeft de rechtbank de behandeling drie maanden aangehouden. Daarbij heeft de rechtbank schuldenares gewezen op alle gevolgen die een beëindiging van de wsnp op eigen verzoek zou (kunnen) hebben. Schuldenares is in de gelegenheid gesteld te onderzoeken of zij met haar schuldeisers regelingen zou kunnen treffen. Tevens zou zij kunnen onderzoeken wat de beëindiging van de wsnp voor haar zou betekenen.
  • Indien schuldenares de wsnp niet zelf zou willen beëindigen, moest zij met een plan van aanpak voor het inlopen van de boedelachterstand komen.
  • Schuldenares heeft de rechtbank vervolgens niet laten niet laten weten of zij haar verzoek om de wsnp te beëindigen wenst te handhaven. De rechtbank kan daarover dus niets beslissen.
  • Schuldenares is ook niet met een plan van aanpak voor het inlopen van de boedelachterstand gekomen. Zij heeft niets meer van zich laten horen.
 De rechtbank is van oordeel dat de wsnp moet worden beëindigd omdat schuldenares zich niet aan de verplichtingen uit de wsnp heeft gehouden. Gebleken is dat schuldenares zich niet aan de verplichting heeft gehouden om haar inkomen boven het vrij te laten bedrag aan de boedel af te dragen. Daardoor is een forse boedelachterstand ontstaan. Schuldenares heeft niet laten zien dat zij die achterstand voor het einde van de looptijd van de wsnp kan inlopen. Daar komt nog bij dat schuldenares zich na de zitting van 27 oktober 2020 niet aan haar informatieplicht heeft gehouden. Ten slotte is bekend geworden dat schuldenares nieuwe schulden heeft laten ontstaan. Dit alles bij elkaar is zo ernstig dat de rechtbank de schuldsaneringsregeling beëindigt.

5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd

  • verzoekschrift van bewindvoerder met bijlagen;
  • proces-verbaal van de zitting van 27 oktober 2020;
  • brief van de bewindvoerder van 18 januari 2021.

6.Andere gevolgen van dit vonnis

  • De rechtbank benoemt als curator in het faillissement van schuldenares [curator] .
  • De rechtbank stelt de vergoeding voor de bewindvoerder vast op € 2.139,42. Er is door de bewindvoerder al een voorschot opgenomen van € 1.250,00. Het restant wordt uit de boedel voldaan.

7.Mogelijkheden om dit vonnis aan te vechten

Deze uitspraak kan binnen acht dagen na de uitspraakdatum worden aangevochten bij het gerechtshof Amsterdam . Dit kan alleen met behulp van een advocaat.
De griffier De rechter