ECLI:NL:RBNHO:2021:11799

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
C/15/20/93 R
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling en afwijzing verzoek schone lei

Op 21 december 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in de zaak van de schuldenares, die in 2020 een schuldsaneringsregeling had aangevraagd. De rechtbank heeft de beëindiging van de schuldsaneringsregeling behandeld na een verzoek van de schuldenares om haar een 'schone lei' toe te kennen. Dit verzoek werd gedaan omdat de schuldenares aangaf dat alle bekende schulden inmiddels waren voldaan. Tijdens de zitting op 15 december 2021 zijn zowel de schuldenares als haar beschermingsbewindvoerder en de bewindvoerder verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen slotuitdelingslijst kan worden gemaakt, omdat er geen schuldeisers meer zijn aan wie iets moet worden uitgedeeld. Dit betekent dat de schone lei niet kan ontstaan volgens de Faillissementswet.

De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat artikel 350 lid 3 sub a van de Faillissementswet bepaalt dat de schuldsaneringsregeling kan worden beëindigd als alle vorderingen zijn voldaan. De rechtbank concludeert dat, aangezien alle bekende schulden zijn betaald, er geen reden is om de schuldsaneringsregeling voort te zetten. Het verzoek van de schuldenares om de schone lei toe te kennen is afgewezen, omdat de wet deze mogelijkheid niet biedt in de huidige situatie. De rechtbank heeft derhalve besloten om de schuldsaneringsregeling te beëindigen en het verzoek om de schone lei af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
insolventienummer: C/15/20/93 R
vonnis van 21 december 2021
in de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenares] ,
geboren op [datum] te [plaats 2] ,
wonende te [plaats 3],
hierna te noemen: schuldenares.

1.De procedure

1.1.
Bij vonnis van 28 juli 2020 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van schuldenares.
1.2.
Op 30 april 2021 is in de schuldsaneringsregeling van schuldenares een brief ontvangen van de Belastingdienst waaruit blijkt dat schuldenares een gedupeerde is van de zogenaamde toeslagenaffaire.
1.3.
Op 14 juni 2021 heeft de verificatievergadering plaatsgevonden. Op 3 december 2021 heeft de bewindvoerder bericht dat de vergoeding voor de bewindvoerder, de boedelkosten en alle vorderingen volledig zijn voldaan.
1.4.
De rechtbank heeft de beëindiging van de schuldsaneringsregeling behandeld ter zitting van 15 december 2021. Bij deze gelegenheid zijn verschenen: schuldenares, en [beschermingsbewindvoerder 1] (beschermingsbewindvoerder). Daarnaast is verschenen: mr. [betrokkene 1] , namens [betrokkene 2] , de bewindvoerder. De rechtbank heeft het vonnis bepaald op heden.
1.5.
Ter zitting heeft schuldenares de rechtbank verzocht om de schuldsaneringsregeling niet te beëindigen omdat alle schulden zijn voldaan, maar in plaats daarvan aan haar de zogenoemde schone lei (hierna: schone lei) toe te kennen. Schuldenares wil graag de zekerheid dat eventuele schulden uit het verleden die nu niet bij haar bekend zijn niet langer afdwingbaar zijn.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank moet beoordelen of de toepassing van de schuldsaneringsregeling gelet op het bepaalde in artikel 350 lid 3 sub a van de Faillissementswet (Fw) moet worden beëindigd omdat alle schulden die onder de werking van de schuldsaneringsregeling vallen zijn voldaan of dat, zoals door schuldenares is verzocht, de schuldsaneringsregeling kan worden beëindigd met toekenning van de schone lei. De rechtbank overweegt als volgt.
2.2.
Artikel 358 Fw bepaalt hoe de schone lei ontstaat. De schone lei ontstaat door de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 356 Fw; dus door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst. Dit betekent dat de schone lei niet ontstaat als er geen slotuitdelingslijst is.
2.3.
Omdat alle (bekende) schulden van schuldenares inmiddels zijn betaald, zal er in deze schuldsanering geen slotuitdelingslijst worden gemaakt. Er zijn immers geen schuldeisers meer bekend aan wie nog iets moet worden uitgedeeld. De schone lei zal in deze schuldsanering dus niet op grond van de wet ontstaan.
2.4.
De faillissementswet geeft de rechter niet de mogelijkheid om (toch) de schone lei toe te kennen. Het verzoek van schuldenares moet daarom worden afgewezen.
2.5.
In artikel 350 lid 3 onder a Fw is bepaald dat de schuldsaneringsregeling tussentijds kan worden beëindigd als de vorderingen waarvoor de schuldsaneringsregeling werkt zijn voldaan. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat deze beëindigingsgrond ook ziet op gevallen waarin alle vorderingen door een derde zijn voldaan, zoals in dit geval.
Omdat alle bekende schulden zijn betaald, heeft het geen zin om de schuldsaneringsregeling nog langer te laten duren. De rechtbank zal de schuldsaneringsregeling daarom beëindigen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beëindigt de schuldsaneringsregeling,
3.2.
wijst het verzoek van schuldenares om daarbij de schone lei toe te kennen af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 21 december 2021. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.