ECLI:NL:RBNHO:2021:11849

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
C/15/317775 / HA ZA 21-352
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling ontbonden huwelijksgemeenschap met betrekking tot woning, inboedel en bankrekeningen; afwijzing vordering partneralimentatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man die gehuwd zijn geweest in algehele gemeenschap van goederen. De rechtbank heeft de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap behandeld, waarbij de vrouw verzocht om de gemeenschappelijke woning, inboedel en diverse bankrekeningen te verdelen. De vrouw vorderde ook een gebruiksvergoeding voor de woning, die de man na de scheiding bewoonde. De man voerde verweer en vorderde in reconventie een verklaring voor recht dat het bedrag van de partneralimentatie € 850,- per maand zou zijn, met terugwerkende kracht vanaf de inschrijving van de echtscheiding.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de partijen zijn gescheiden op 23 september 2020 en dat de echtscheidingsbeschikking op 10 februari 2021 is ingeschreven. De rechtbank heeft de peildatum voor de verdeling van de huwelijksgemeenschap vastgesteld op 23 oktober 2019, de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw recht heeft op een deel van de overwaarde van de woning, die aan de man wordt toegedeeld, en dat de man de hypothecaire schulden voor zijn rekening neemt. De rechtbank heeft de vordering van de vrouw tot gebruiksvergoeding afgewezen, omdat de man de hypotheeklasten alleen heeft gedragen.

Wat betreft de bankrekeningen zijn partijen het erover eens dat de saldi bij helfte moeten worden verdeeld. De rechtbank heeft de vordering van de man in reconventie tot wijziging van de partneralimentatie afgewezen, omdat er geen overeenkomst tot stand was gekomen over het alimentatiebedrag. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/317775 / HA ZA 21-352
Vonnis van 15 december 2021
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. P.P.J.L. Appelman te Alkmaar,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. N. Turkkol te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties van 16 juni 2021,
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties van 11 augustus 2021,
  • het tussenvonnis van 1 september 2021,
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens wijziging eis in conventie met producties van 26 oktober 2021,
  • de nagezonden producties van mr. Turkkol van 30 oktober 2021,
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 november 2021. Daar zijn verschenen:
  • de vrouw, bijgestaan door mr. Appelman;
  • mr. Turkkol.
De griffier heeft aantekeningen van de mondelinge behandeling gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
Partijen zijn gehuwd geweest in algehele gemeenschap van goederen. Bij beschikking van deze rechtbank van 23 september 2020 is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op 10 februari 2021 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
Tot op heden heeft tussen partijen nog geen verdeling van de tussen hen bestaande (ontbonden) huwelijksgoederengemeenschap plaatsgevonden.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
De vrouw heeft de rechtbank verzocht, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, over te gaan tot verdeling van de gemeenschappelijke woning, inboedel en de diverse bankrekeningen. Tevens vordert de vrouw een vergoeding voor het gebruik van de woning door de man.
3.2.
De man voert verweer.
in reconventie
3.3.
De man vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht zal verklaren dat het door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie bedrag € 850,- per maand zal zijn, met ingang van de dag van inschrijving van de beschikking tot echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand.
3.4.
De vrouw voert verweer.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

Peildatum
4.1.
Partijen zijn tijdens de mondelinge behandeling tot overeenstemming gekomen dat als peildatum voor het vaststellen van de omvang van de huwelijksgemeenschap uitgegaan kan worden van 23 oktober 2019, de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek.
4.2.
Als peildatum voor de waardering van de tot de ontbonden gemeenschap behorende goederen geldt de datum van feitelijke verdeling, tenzij uit het hiernavolgende anders volgt.
Echtelijke woning en de hypothecaire geldschulden
4.3.
De gemeenschappelijk aan partijen in eigendom toebehorende echtelijke woning aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] (hierna: de woning) is belast met twee hypothecaire leningen. Nadat partijen uit elkaar zijn gegaan, is de man met de kinderen in de woning blijven wonen.
4.4.
De vrouw is het er mee eens dat de woning aan de man zal worden toegedeeld onder de voorwaarden dat zij wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, de man de hypothecaire geldleningen voor zijn rekening neemt en de overwaarde bij helfte wordt gedeeld.
4.5.
Partijen zijn het er over eens dat Van Amersfoort Makelaardij (hierna: de makelaar) de woning bindend zal taxeren naar de waarde die de woning dan zal hebben. Zij dienen daartoe gezamenlijk
binnen één maand na de datum van dit vonnisde makelaar opdracht te geven. De man heeft tot
vier maanden na de datum van het vonnisde gelegenheid om de overname van de woning te financieren. Dit betekent dat hij de vrouw moet laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire schuld en de vrouw de helft van de eventuele overwaarde moet uitkeren. Indien de woning aan de man wordt toegedeeld, worden de kosten in verband daarmee door de man gedragen.
4.6.
Met de term
overwaardebedoelt de rechtbank de getaxeerde waarde van de woning minus de hypotheekschuld (naar de datum van feitelijke verdeling). Omdat de man na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap nog aflossingen op de hypothecaire lening heeft gedaan (het betreft een annuïteitenhypotheek) dient de vrouw aan de man te vergoeden de helft van het afgeloste deel van de hypothecaire leningen over de periode 23 oktober 2019 tot datum feitelijke verdeling.
4.7.
Indien de verdeling van de woning niet uiterlijk vier maanden na de datum van dit vonnis heeft plaatsgevonden, zal de woning te koop worden gezet bij Van Amersfoort Makelaardij, waarna de overwaarde op dezelfde wijze als vermeld in rechtsoverweging 4.6. wordt gedeeld. Partijen dienen hun medewerking aan die verkoop te verlenen en de makelaar gezamenlijk opdracht te geven.
Gebruiksvergoeding
4.8.
De vrouw heeft gesteld dat zij jegens de man aanspraak maakt op een gebruiksvergoeding van de woning omdat de man daarvan het exclusieve gebruik heeft en de vrouw zelf ook nog haar huurlasten draagt. Zij stelt de gebruiksvergoeding op een bedrag van € 446,04 per maand vanaf 23 oktober 2019 tot aan de datum van toedeling van de woning aan de man c.q. verkoop aan een derde.
4.9.
De man heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Het gevorderde bedrag aan gebruiksvergoeding is te hoog. Daarnaast kan een eventuele gebruiksvergoeding niet eerder worden opgelegd dan vanaf de datum waarop de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, aldus de man. Bovendien heeft hij de hypotheekrente voor de woning in zijn eentje voldaan.
4.10.
De rechtbank overweegt dat de deelgenoot die een gemeenschappelijk goed met uitsluiting van de andere deelgenoot gebruikt in beginsel een vergoeding moet betalen. Die deelgenoot heeft dan namelijk niet het gebruik en genot waarop hij uit hoofde van zijn aandeel in het gemeenschappelijk goed wel recht heeft. Vast staat dat de man het exclusieve gebruik van de woning heeft. Daar staat tegenover dat de vrouw in beginsel moet bijdragen in de lasten die aan de eigendom van de woning zijn verbonden, zoals hypotheekrente gemeentelijke belastingen e.d. Uit praktisch oogpunt zal de rechtbank die vorderingen tegen elkaar wegstrepen (met elkaar verrekenen).
Inboedel
4.11.
De vrouw heeft verzocht een aantal in de dagvaarding genoemde inboedelgoederen aan haar toe te delen. De man heeft betoogd dat de door de vrouw verzochte inboedel goederen niet in verhouding staan met de overige inboedelgoederen. Hij stelt voor dat beide partijen om en om één item mogen aanwijzen.
4.12.
De rechtbank wijst de vordering van de vrouw af. Gelet op de betwisting van haar vordering door de man, lag het op de weg van de vrouw om meer inzicht te geven in de omvang van de gehele inboedel en de waarde daarvan. Dat heeft zij niet gedaan, ondanks een uitdrukkelijk bevel daartoe van de rechtbank in het tussenvonnis. De vrouw heeft haar vordering aldus onvoldoende onderbouwd, zodat deze wordt afgewezen.
Bankrekeningen
4.13.
Partijen zijn het erover eens dat op de peildatum de volgende bank- en spaarrekeningen aanwezig waren:
  • [bankrekening 1] op naam van de vrouw, met een saldo van € 491,33;
  • [spaarrekening 1] (gekoppelde betaalrekening [bankrekening 2] ) op naam van de man, met een saldo van € 10.000,-;
  • [spaarrekening 2] (gekoppelde betaalrekening [bankrekening 2] ) op naam van de man, met een saldo van € 75,-;
  • [spaarrekening 3] (gekoppelde betaalrekening [bankrekening 2] ) op naam van de man, met een saldo van € 228,-;
  • [bankrekening 2] op naam van de man, met een saldo van € 483,42;
  • [bankrekening 3] op naam van de man, met een saldo van € 1.400,-;
  • [bankrekening 4] op naam van de man, met een saldo van € 1.177,52.
Partijen zijn het eens dat de saldi van de rekeningen tussen hen bij helfte moet worden verdeeld.
4.14.
De man heeft gesteld dat hij de bedragen die hij op 16 augustus 2019 (€ 515,-), op 9 september 2019 (€ 455,-) en op 28 oktober 2019 (€ 900,-) aan de vrouw heeft overgemaakt, mag verrekenen met het bedrag dat hij aan de vrouw dient te voldoen. De vrouw betwist dit. De rechtbank houdt geen rekening met deze betalingen omdat de man niet duidelijk heeft gemaakt waarom hij recht heeft op terugbetaling daarvan.
Bankafschriften
4.15.
De man heeft verzocht om inzage in de bankafschriften van de bankrekening van de vrouw over de 6 maanden voorafgaand aan het echtscheidingsverzoek. De man is van mening dat de vrouw dient aan te tonen dat zij de gemeenschap niet heeft benadeeld.
4.16.
De rechtbank is van oordeel dat er op de vrouw geen verplichting rust die bankafschriften door de man te laten inzien. De man heeft zijn verzoek daartoe onvoldoende gemotiveerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vrouw toegelicht dat er geen sprake is van extreme of onoverzichtelijke overboekingen. Evenmin is er aanleiding te veronderstellen dat de vrouw vermogen verborgen probeert te houden. De man heeft dan ook geen gerechtvaardigd belang bij inzage in de bankafschriften.
in reconventie
4.17.
De man heeft gevorderd voor recht te verklaren dat de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie € 850,- per maand zal zijn, met ingang van de dag van inschrijving van de beschikking tot echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. De man heeft daartoe gesteld dat de vrouw per e-mail van 7 december 2020 akkoord is gegaan met een alimentatiebedrag van € 850,- per maand en er aldus een overeenkomst tot stand is gekomen.
4.18.
De vrouw heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Het alimentatiebedrag is door de rechtbank in de echtscheidingsbeschikking vastgesteld. Volgens de vrouw had de man in hoger beroep kunnen gaan of een wijzigingsverzoek kunnen indienen. De man heeft dit nagelaten. Daarnaast heeft de vrouw tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat er voorafgaand aan de e-mailcorrespondentie van 7 december 2020, naast een alimentatiebedrag van € 850,-, meerdere afspraken waren gemaakt, zoals de kosten van de kinderen. Die is de man ook niet nagekomen.
4.19.
De rechtbank wijst deze vordering af. Weliswaar kan uit het e-mailbericht van 7 december 2020 worden afgeleid dat zij akkoord ging met een bedrag van € 850,- aan partneralimentatie, maar ook blijkt uit die mail dat zij deze toezegging deed in samenhang met een aantal andere geschilpunten. De man heeft niet gesteld (en dat is ook niet gebleken) dat hij akkoord is gegaan met de diverse andere geschilpunten. De vrouw werd bovendien bijgestaan door een advocaat, zodat het op zijn weg lag ook bij de advocaat van de vrouw bevestiging van deze afspraak te verkrijgen. Die heeft hij niet gekregen. Er is aldus geen overeenkomst tot stand gekomen. De man mocht er ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat dit het geval was (artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek).
in conventie en reconventie
Proceskosten
4.20.
Omdat partijen gehuwd zijn geweest, ziet de rechtbank aanleiding de kosten van deze procedure te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.21.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt de wijze van verdeling van de woning aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] op de wijze hiervoor overwogen onder 4.5., 4.6. en 4.7.,
5.2.
bepaalt dat aan ieder van partijen de op zijn of haar naam staande bankrekeningen worden toegedeeld, onder de verplichting de helft van het saldo op 23 oktober 2019 aan de ander te vergoeden;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat partijen de eigen kosten dragen;
5.5.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: DdD