In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 december 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een 15-jarige jongen, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter heeft het verzoek tot uithuisplaatsing afgewezen, ondanks de zorgen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (Regio Amsterdam) over de opvoedsituatie bij de vader. De minderjarige woont momenteel bij zijn oma, maar heeft aangegeven dat hij bij zijn vader wil blijven wonen. De kinderrechter oordeelt dat uithuisplaatsing een uiterste middel is en dat er onvoldoende hulp is ingezet in de thuissituatie bij de vader om de zorgen weg te nemen. De vader en de minderjarige zijn gemotiveerd om hulp te accepteren, maar eerdere uithuisplaatsingen hebben niet het gewenste effect gehad. De kinderrechter benadrukt dat de minderjarige pas 15 jaar oud is en recht heeft op een stabiele en veilige leefomgeving. De ondertoezichtstelling wordt verlengd voor de duur van een jaar, met als doel het inzetten van passende hulpverlening en het verbeteren van de communicatie tussen de ouders. De kinderrechter wijst het verzoek tot uithuisplaatsing af, omdat de huidige situatie bij de vader niet zodanig is dat uithuisplaatsing noodzakelijk is. De kinderrechter roept alle betrokkenen op om samen te werken aan een oplossing die in het belang van de minderjarige is.