ECLI:NL:RBNHO:2021:11927

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
9323016 \ CV EXPL 21-3493
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling waarborgsom huur zeiljacht en verrekening schade

In deze zaak vordert eiser, een huurder, de terugbetaling van een waarborgsom van € 1.000,00 die hij heeft betaald aan Windkracht 5, de verhuurder van een zeiljacht. De verhuurder betwist de volledige terugbetaling en stelt dat er schade is ontstaan aan het zeiljacht, waarvoor de huurder aansprakelijk zou zijn. De huurder heeft het zeiljacht op 27 juni 2021 teruggebracht en heeft de verhuurder verzocht de waarborgsom binnen drie dagen terug te betalen. De verhuurder heeft echter de waarborgsom niet teruggestort, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verhuurder niet heeft aangetoond dat de schade aan het zeiljacht door de huurder is veroorzaakt. De verhuurder heeft zich beroepen op verrekening van de schade met de vordering van de huurder, maar de kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is om deze verrekening te rechtvaardigen. De kantonrechter wijst de vordering van de huurder toe en veroordeelt de verhuurder tot terugbetaling van de waarborgsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van terugbrengen van het zeiljacht. De proceskosten worden ook aan de verhuurder opgelegd, omdat deze ongelijk heeft gekregen in de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9323016 \ CV EXPL 21-3493
Uitspraakdatum: 22 december 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
procederend in persoon
tegen
de besloten vennootschap
Zeilbotenverhuur Windkracht 5 B.V.
gevestigd te Hoorn
gedaagde
verder te noemen: Windkracht 5
gemachtigde: [xxx]
De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om de vraag of Windkracht 5 (verhuurder) de door [eiser] (huurder) betaalde waarborgsom aan [eiser] moet terugbetalen. Windkracht 5 betwist niet dat zij de waarborgsom aan het einde van de huur moet terugbetalen, maar vindt dat zij dat (gedeeltelijk) niet hoeft te doen. Windkracht 5 heeft schade geleden, waarvoor [eiser] aansprakelijk is. Windkracht 5 stelt geen tegenvordering in, maar beroept zich op verrekening van zijn schadevordering met de vordering van [eiser] . Het beroep op verrekening slaagt niet, omdat er nog te veel onduidelijkheden zijn om zonder nader onderzoek (bewijslevering) te kunnen aannemen dat Windkracht 5 een opeisbare, voor verrekening vatbare vordering op [eiser] heeft. Daarom moet de vordering van [eiser] worden toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 1 juli 2021 een vordering tegen Windkracht 5 ingesteld. Windkracht 5 heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 17 november 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiser] en Windkracht 5 hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Op 22 juni 2021 heeft [eiser] een huurcontract gesloten met Windkracht 5 met betrekking tot de huur van een Bavaria 34, genaamd ‘Great Escape’ (hierna: het zeiljacht) voor de periode 25 juni 2021 tot en met 27 juni 2021. Op het huurcontract zijn de Algemene Voorwaarden Windkracht 5 van toepassing verklaard.
2.2.
Conform artikel 4 van het huurcontract heeft [eiser] een waarborgsom van € 1.000,00 overgemaakt aan Windkracht 5. Met betrekking tot de waarborgsom is in het huurcontract (productie 1 bij de dagvaarding), voor zover van belang, het volgende bepaald:
“4. Huurprijs[…]Waarborgsom € 1.000,00(te voldoen bij overdracht middels creditcard/contant)Bij aanvang van de huurperiode betaalt de huurder een waarborgsom aan de verhuurder. Dit bedrag zal door de verhuurder worden terugbetaald aan de huurder onder aftrek van hetgeen huurder aan verhuurder nog verschuldigd zal zijn”
2.3.
In de algemene voorwaarden is, voor zover van belang, in artikel 6 onder b en c het volgende opgenomen:
“b. Huurder krijgt de vooraf betaalde waarborgsom bij inlevering van het kajuitzeiljacht contant retour, middels annulering autorisatie (creditcard) of terugstorting (bank) mits er geen nieuwe schade is aan het kajuitzeiljacht en geen schade is veroorzaakt door derden.c. Bij schade veroorzaakt door huurder aan het huurjacht of aan derden, wordt de schade door huurder betaald tot ten hoogste het eigen risico/de waarborgsom. […]”
2.4.
In artikel 11 onder d is vervolgens opgenomen:
“Vóór afvaart ontvangt huurder een checklijst van verhuurder. Huurder dient het jacht vóór overname aan de hand van de checklijst te controleren op beschadigingen en/of gebreken en bij acceptatie voor akkoord te tekenen.Niet vermelde schade/gebreken, worden geacht na de overname te zijn ontstaan, tenzij huurder deze redelijkerwijs niet heeft kunnen constateren.”
2.5.
Op 27 juni 2021 heeft [eiser] het zeiljacht terug gebracht bij Windkracht 5.
2.6.
Bij WhatsApp bericht van 27 juni 2021 heeft Windkracht 5 aan [eiser] laten weten dat twee nieuwe krassen op de Great Escape (het zeiljacht) zijn vastgesteld. Eén stuurboord midscheeps en één bakboord boeg, door de naam. De hoogte van de schade laat Windkracht 5 nog weten. [eiser] reageert dat het onmogelijk is en [eiser] niks heeft geraakt. Hij verzoekt Windkracht 5 vervolgens de waarborgsom binnen drie dagen terug te betalen.
2.7.
Bij e-mail van 29 juni 2021 heeft [eiser] Windkracht 5 een laatste maal verzocht de waarborgsom terug te storten. Windkracht 5 heeft de waarborgsom niet terug gestort.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter Windkracht 5 veroordeelt tot betaling van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [eiser] bij aanvang van het huurcontract zoals afgesproken € 1.000,00 aan Windkracht 5 heeft voldaan en dat Windkracht 5 op grond van artikel 6 onder b van de algemene voorwaarden gehouden is de waarborgsom terug te storten. Windkracht 5 is ondanks aanmaning daartoe in gebreke gebleven. [eiser] heeft geen schade veroorzaakt aan het zeiljacht van Windkracht 5 en daarom dient Windkracht 5 de volledige waarborgsom van € 1.000,00 aan [eiser] terug te storten. [eiser] vordert in deze procedure betaling van dat bedrag en maakt verder aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van deze procedure.

4.Het verweer

4.1.
Windkracht 5 betwist de vordering gedeeltelijk. Zij voert aan – samengevat – dat slechts een deel van de waarborgsom moet worden terug betaald. Windkracht 5 heeft nieuwe schade aan het zeiljacht gevonden nadat [eiser] het zeiljacht heeft teruggebracht naar de jachthaven. Bij aanvang van het huurcontract hebben partijen een checklijst opgesteld met de schade die op dat moment al bestond. De schade die Windkracht 5 na inlevering van het zeiljacht heeft geconstateerd, staat niet op de checklijst zodat conform de afspraken wordt geacht dat de schade na de overname is ontstaan. [eiser] is daarnaast ook naar huis gegaan zonder de gezamenlijke inspectie af te wachten. Op grond van artikel 14 sub a van de algemene voorwaarden komen de kosten voor reparatie van die schade voor rekening van [eiser] . Windkracht 5 heeft het zeiljacht laten repareren door een deskundige derde conform de offerte (productie 5). De kosten van deze reparatie van € 733,01 komen voor rekening van [eiser] en strekken in mindering op de waarborgsom. De eerder door Windkracht 5 opgemaakte factuur van € 266,26 gold slechts voor zover de reparatie door Windkracht 5 zelf zou worden uitgevoerd. De schade aan de sticker heeft Windkracht 5 niet bij [eiser] in rekening gebracht.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Windkracht 5 de waarborgsom van € 1.000,00 aan [eiser] moet terugbetalen.
5.2.
Windkracht 5 betwist op zichzelf niet dat de waarborgsom bij het einde van de huur moet worden terugbetaald. Uit het ter zitting gevoerde verweer begrijpt de kantonrechter dat Windkracht 5 zich beroept op verrekening van haar vordering ter zake de door haar gemaakte kosten van de reparatie met de vordering van [eiser] . Voor zover Windkracht 5 ter zitting heeft bedoeld een tegenvordering in te stellen, kan deze niet worden beoordeeld, omdat een tegenvordering direct bij conclusie van antwoord moet worden ingediend. Het verrekenverweer van Windkracht 5 slaagt niet. De kantonrechter overweegt daarover het volgende.
5.3.
Artikel 6:136 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat de rechter een vordering kan toewijzen ondanks een beroep van de gedaagde op verrekening, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering voor het overige voor toewijzing vatbaar is. Die situatie doet zich in deze zaak voor.
5.4.
[eiser] betwist gemotiveerd dat hij schade zou hebben veroorzaakt aan het zeiljacht. Windkracht 5 heeft ter onderbouwing van haar standpunt een checklijst (productie 2 bij conclusie van antwoord) overgelegd zoals dat bij aanvang van het huurcontract is opgesteld. Op die checklijst is geschreven “
3x kras op SB zijde, 3 kras op stikker. BB zijde krassen bij stikker en midscheeps”. Nadat het zeiljacht door [eiser] naar de haven is teruggebracht, is [eiser] naar huis gegaan zonder de gezamenlijke inspectie af te wachten. Windkracht 5 heeft bij inspectie van het zeiljacht nieuwe schade gevonden. Volgens Windkracht 5 bestaat de nieuwe schade uit een “
diepe kras op stuurboordzijde van de romp in de midscheeps (rechts midden) en op de bakboordzijde voor (links voor) een kras door de letters van de scheepsnaam”.Windkracht 5 heeft de schade per WhatsApp aan [eiser] laten weten. Deze schade staat niet vermeld op de checklijst en wordt daarom geacht na de overname te zijn ontstaan, aldus Windkracht 5. [eiser] wijst er vervolgens terecht op dat hij in het bezit is van een checklijst die op essentiële punten afwijkt van de checklijst door Windkracht 5 in het geding gebracht. Op de checklijst van [eiser] is geschreven: “
3x kras op SB zijde, kras op stikker. SB kras bij stikker en midscheeps”. Ter zitting is komen vast te staan dat beide checklijsten door Windkracht 5 zijn opgesteld. Windkracht 5 heeft toegelicht waardoor de verschillen zijn ontstaan. De kantonrechter is van oordeel dat deze verschillen voor risico van Windkracht 5 moeten komen. Uit de door beide partijen overgelegde checklijsten kan namelijk niet zonder meer worden afgeleid dat de door Windkracht 5 gestelde schade niet daaronder valt en dus ‘nieuwe’ schade is. Een checklijst beoogt juist duidelijkheid te scheppen voor de huurder en de verhuurder en dat is hier niet het geval. Windkracht 5 heeft haar verweer onvoldoende onderbouwd om zonder nader onderzoek (bewijslevering) te kunnen aannemen dat zij een opeisbare, voor verrekening vatbare vordering op [eiser] heeft.
5.5.
Gelet op het voorgaande is niet eenvoudig vast te stellen of het verrekenverweer van Windkracht 5 gegrond is, terwijl de vordering van [eiser] tot terugbetaling van € 1.000,00 verder niet door Windkracht 5 wordt betwist. Daarom is de conclusie dat de vordering moet worden toegewezen. Omdat Windkracht 5 in verzuim is met terugbetaling van de waarborgsom, is zij wettelijke rente verschuldigd. De wettelijke rente is toewijsbaar zoals gevorderd.
5.6.
De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat de grondslag en de feitelijke onderbouwing van deze kosten in de dagvaarding ontbreekt.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van Windkracht 5, omdat zij ongelijk krijgt. Aangezien [eiser] in deze procedure niet is bijgestaan door een gemachtigde, zal aan hem geen gemachtigdensalaris worden toegekend.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Windkracht 5 tot betaling aan [eiser] van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 27 juni 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Windkracht 5 tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 125,03
griffierecht € 240,00
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter