ECLI:NL:RBNHO:2021:11963
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake beëindiging vervoersvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die lijdt aan MS en COPD, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, waarin haar recht op een gesloten buitenwagen (Canta) per 31 december 2021 werd beëindigd. Verzoekster heeft sinds 1997 een Canta en is afhankelijk van deze vervoersvoorziening om deel te nemen aan de maatschappij. Het college baseerde zijn besluit op een medisch advies van Argonaut, waaruit zou blijken dat verzoekster in staat is om een scootmobiel te gebruiken en geen sociale omstandigheden meer aanwezig zijn die het gebruik van de Canta rechtvaardigen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat er sprake was van een spoedeisend belang. De rechter oordeelde dat het bezwaar van verzoekster een redelijke kans van slagen had, gezien de onzorgvuldigheid van het medische onderzoek en het gebrek aan onafhankelijk advies over de geschiktheid van de voorgestelde alternatieven. De voorzieningenrechter heeft besloten dat het bestreden besluit geschorst wordt, waardoor de gemeente verplicht is om de Canta en de bijbehorende financiële tegemoetkoming voort te zetten totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen. Tevens is de gemeente veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster.