ECLI:NL:RBNHO:2021:11994

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 december 2021
Publicatiedatum
23 december 2021
Zaaknummer
8904232 CV EXPL 20-10137
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding luchtvaartvertraging afgewezen wegens onvoldoende bewijs van vervoersovereenkomst

In deze zaak heeft Airhelp Limited, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., vertegenwoordigd door mr. H. Bulut-Yazir, wegens schadevergoeding als gevolg van vertraging van een vlucht. De vordering is ingesteld op 13 november 2020 en betreft een passagier die een vervoersovereenkomst had gesloten voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Bangkok met een tussenstop in Istanbul. De passagier heeft zijn vermeende vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vlucht van Amsterdam naar Istanbul op 1 en 2 mei 2019 met vertraging is uitgevoerd. Airhelp vorderde een schadevergoeding van € 600,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij vertragingen. De vervoerder voerde echter aan dat de passagier met een vertraging van minder dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen, en dat er geen recht op compensatie bestaat.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Airhelp onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de passagier op 2 mei 2019 is vervoerd, terwijl de vervoerder voldoende bewijs heeft geleverd dat de passagier op 1 mei 2019 is vervoerd. Hierdoor werd de vordering afgewezen en werd Airhelp veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beslissing werd genomen op 8 december 2021 in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8904232 CV EXPL 20-10137
Uitspraakdatum: 8 december 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van haar vestiging
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar Turks recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara, Turkije
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. H. Bulut-Yazir

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 13 november 2020 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. Airhelp heeft hierna nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
[de passagier] , hierna de passagier heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Istanbul Havalimani Airport, Istanbul (Turkije) naar Suvarnabhumi Airport, Bangkok (Thailand).
2.2.
De vlucht van Amsterdam-Schiphol Airport naar Istanbul is zowel op 1 mei als 2 mei 2019 met vertraging uitgevoerd.
2.3.
De passagier heeft zijn vermeende vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.

3.De vordering en het verweer.

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening en de proceskosten.
3.2. Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht op 2 mei 2019 gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.
3.2.
De vervoerder voert aan de passagier met een vertraging van minder dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen. De vlucht van Amsterdam-Schiphol Airport naar Istanbul op 1 mei 2019 is met een vertraging van één uur en 21 minuten om 20:21 uur lokale tijd aangekomen. De aansluitende vlucht was echter ook vertraagd, waardoor de passagier alsnog de overstap naar de oorspronkelijke vlucht met eindbestemming Bangkok kon halen. Er was immers nog een overstaptijd van 50 minuten. De aansluitende vlucht is met een vertraging van slechts één uur en 12 minuten in Bangkok aangekomen. Er bestaat dan ook geen recht op compensatie op grond van artikel 7 van de Verordening.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De kantonrechter begrijpt dat tussen partijen in geschil is of de passagier met vluchten TK 1958 en TK64 op 1 mei 2019 van Amsterdam-Schiphol Airport is vervoerd (volgens de vervoerder) of op 2 mei 2019 (volgens Airhelp). Airhelp heeft ter onderbouwing van haar stelling de boekingsgegevens van de passagier afkomstig van CheapTickets.nl overgelegd. Hieruit volgt dat de passagier de vluchten van 2 mei 2019 heeft geboekt. De vervoerder heeft hiertegenover de vluchtgegevens van de passagier, zoals vermeld in het systeem van de vervoerder, overgelegd. Hierin staat dat de passagier is meegevlogen met de vluchten op 1 mei 2019. Gelet hierop had het op de weg van Airhelp gelegen om nader te onderbouwen, door bijvoorbeeld de boardingpass van de passagier te overleggen, dat de passagier wel degelijk is meegevlogen met de vlucht op 2 mei 2019. Nu Airhelp deze nadere onderbouwing niet heeft gegeven, komt de kantonrechter tot het oordeel dat Airhelp onvoldoende heeft gesteld en de vervoerder voldoende heeft weersproken dat de passagier op 2 mei 2019 door de vervoerder is vervoerd. De vordering op grond van artikel 7 van de Verordening wordt dan ook afgewezen.
4.3.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 248,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter