Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 november 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in voorwaardelijke reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 27 januari 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 5 maart 2021 van [eiseres] met producties 11 en 12;
- de mondelinge behandeling op 18 maart 2021. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mrs. Spronk en Glijnis hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zij hebben overgelegd;
- de akte wijziging eis van [eiseres] met producties 13 en 14;
- de akte uitlaten procedure en verzoek om (voortzetting) mondelinge behandeling van [gedaagde] met producties 11 tot en met 15;
- de brief van 21 oktober 2021 van [gedaagde] met producties 16 en 17;
- de brief van 25 oktober 2021 van [gedaagde] met productie 18;
- de mondelinge behandeling op 3 november 2021. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
2.Feiten
3.De vordering en het verweer
in conventie
4.De beoordeling
2.523,50(3,5 punt × tarief € 721,00)