ECLI:NL:RBNHO:2021:12223

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 januari 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
8750388
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens niet-verzekerd motorrijtuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het niet verzekeren van een motorrijtuig. De betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de betrokkene aanwezig.

De kantonrechter overwoog dat de gedraging vaststond, aangezien het voertuig op de betreffende datum niet verzekerd was. De kantonrechter benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het in stand houden van de verzekering bij de kentekenhouder ligt, en dat de betrokkene niet kon ontkomen aan de gevolgen van het stopzetten van de verzekering. Echter, gelet op de omstandigheden die door de betrokkene waren aangevoerd, oordeelde de kantonrechter dat de boete gematigd diende te worden tot de helft van het oorspronkelijke bedrag.

De uitspraak van de kantonrechter was als volgt: het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en de boete werd vastgesteld op € 200,00, met handhaving van de administratiekosten. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat de betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem diende terug te betalen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 8750388 \ WM VERZ 20-847
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 22 januari 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 januari 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden .
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter overweegt dat de gedraging vast staat, omdat het voertuig op de genoemde datum inderdaad niet verzekerd is geweest. Dat betekent dat een sanctie kon worden opgelegd. Dat betrokkene niet wist dat de verzekering was stopgezet, komt voor zijn rekening en risico. Er rust een grote verantwoordelijkheid rust op de kentekenhouder om de verzekering in stand te houden en daarmee ook zorg te dragen voor tijdige betaling van de premie.
De kantonrechter is met de officier van justitie van oordeel dat de boete gematigd dient te worden tot de helft. Deze matiging is gelet op de door betrokkene aangevoerde omstandigheden, redelijk.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 200,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: